Bezwaar tegen aardappelproefvelden DGM/SAS onder nr. IM 07-006 en IM 07-007

AANTEKENEN

 

BEZWAARSCHRIFT

Ook per e-mail verzonden aan BGGO@rivm.nl

Lelystad, 27 oktober 2007.

Minister J. M. Cramer

p/a Bureau GGO

Postbus 1

3720 BA Bilthoven

Geachte mevrouw Cramer,

Betreft; bedenkingen en bezwaar tegen voorgenomen proefvelden in Nederland t.w.:

IM 07-006

Procedure IM
Dossiernummer IM 07-006
Taakveld Landbouw
Rechtspersoon BASF Plant Science
Titel Application for the release into the environment of potatoes with altered starch composition according to the Genetically Modified Organisms Decree
Uitgangsorganisme aardappel
Genen en functies · korrelgebonden zetmeelsynthetase (antisense + RNAi), verlaagd amylosegehalte

· AHAS, acetolhydroxyacid synthase, herbicidetolerantie

Klasse indeling 1
Locaties binnen Gemeenten Borger-Odoorn; Lingewaard
Datum Vergunning
Datum Einde Vergunning
Status Ontwerpbeschikking

 

Op 06-07-2007 zijn van BASF Plant Science te Ludwigshafen twee vergunningaanvragen op grond van het Besluit genetisch gemodificeerde organismen Wet milieugevaarlijke stoffen (hierna: Besluit ggo) ontvangen voor introductie in het milieu van genetisch gemodificeerde organismen. De aanvragen zijn ingeschreven bij DGM/SAS onder nr. IM 07-006 en IM 07-007 .

De aanvraag betreft in het kort:

•  IM 07-006: kleinschalige werkzaamheden met genetisch gemodificeerde aardappelplanten met een verlaagd amylosegehalte en een herbicidentolerantie;

•  IM 07-007: kleinschalige veldwerkzaamheden met genetisch gemodificeerde aardappelplanten met een verhoogde resistentie tegen de aardappelziekte Phytophthora infestans en een herbicidentolerantie

De werkzaamheden zijn voorgenomen plaats te vinden in de gemeenten:

•  Borger-Odoorn in de omgeving van Valthermond;

•  Lingewaard in de omgeving van Flieren.

(Tekst uit de Kennisgeving van de Beschikking.)

Wij willen niet dat deze gentech aardappels, elk ander gentech gewas*, -fruit, -boom, gentech bloem, dito zaden of andere afleidingen daarvan, gentech insecten of gentech dieren (klonen), geïmporteerd, op de markt gebracht, bij planten, bloemen en (fruit)bomen gecultiveerd (aangeplant), gefokt (dieren, vissen), gehouden (insecten, bijen) of verhandeld zullen worden in Nederland. Nederland moet gentechvrij blijven, zodat de bodem gespaard blijft van gentech micro-organismen, -virussen, -bacteriën e.d., en het milieu gespaard blijft van ongewilde vermengingen of uitkruisingen via de lucht, bodem (schimmels BV), insecten of (grond)water of anderszins van biologisch -, traditioneel – en gentech zaad en pollen, afleidingen daarvan of andere onvoorziene gebeurtenissen. De biologische – en traditionele landbouw kunnen dan blijven voortbestaan. En dat de veestapel, de insectenwereld, micro-organismen e.d. en wij niet bloot zullen komen te staan aan onverwachte consequenties voor de gezondheid die inherent zijn aan het planten (bodemverontreiniging), verhandelen, consumeren (gezondheid!), loslaten in het milieu van gentech gewassen, -fruit, – bomen, -bloemen, .-producten, -micro-organismen e.d., gentech dieren, -vissen en dito insecten e.d., nu en in de toekomst.

Herbicide-resistente gewassen zijn alleen maar een andere manier van onkruid-management. Ten opzichte van alternatieven is een productievermeerdering een luchtkasteel. De alternatieven zijn misschien duurder in geld of mankracht maar dat is niet in het geding. De gewas opbrengst is in het geding.

  De genetische modificatie

De modificatie is uitgevoerd door middel van Agrobacterium tumefaciens transformatie, waarbij gebruik is gemaakt van de vector pAP2 of pAP4. Beide vectoren bevatten het uit aardappel afkomstige kgz cDNA. In de vector pAP2 is het kgz gen in antisense oriëntatie ingebracht en in de vector pAP4 als een inverted repeat structuur (RNAi450 kgz). Beide vectoren bevatten eveneens het ahas gen afkomstig uit Arabidopsis thaliana. Dit gen codeert voor het enzym acetohydroxyacid synthase (herbicidentolerantie). Voorts is op de vectorbackbone het aadA gen (selectiegen) gelegen.

Blz 2

In 2004 heeft de EFSA een opinie uitgegeven over de toepassing van antibioticum resistentiegenen in gg-gewassen (4). De EFSA heeft niet slechts geoordeeld over het gebruik van deze genen in gewassen voor veldproeven, maar ook voor teelt. Hierbij heeft zij ook de veevoederveiligheid en de voedselveiligheid in beschouwing genomen.
De EFSA neemt de stelling in dat genen die coderen voor resistentie tegen antibiotica welke gebruikt worden bij medische of veterinaire behandeling, speciale aandacht verdienen in de milieurisicoanalyse. Op basis van het belang van het antibioticum als therapie en het effect dat de resistentiegenen zullen hebben op het milieu en de gezondheid van mens en dier, heeft de EFSA antibioticumresistentiegenen ingedeeld in drie groepen:
In groep 1 bevinden zich resistentiegenen die reeds wijdverspreid zijn onder bodem- en darmbacteriën en die tevens resistentie veroorzaken tegen antibiotica welke van geen of weinig belang zijn als geneesmiddel. Een voorbeeld is het nptll gen.
Tot groep 2 behoren resistentiegenen die wijdverspreid zijn in micro-organismen in het milieu en die resistentie veroorzaken tegen antibiotica welke gebruikt worden als therapeuticum in bepaalde gebieden van de geneeskunde. Tot groep 2 behoort onder andere het aadA gen.
Als laatste bestaat groep 3 uit antibioticumresistentiegenen die resistentie geven tegen antibiotica welke van zeer groot belang zijn in de geneeskunde. Onder deze groep vallen de genen nptlll, aadA  en tetA.

De EFSA is van mening dat 1) de frequentie van genoverdracht van gg-planten naar bacteriën zeer laag is voor de drie genoemde groepen en dat 2) het is aangetoond – dan wel zeer waarschijnlijk is – dat een aanzienlijke ‘Pool’ van resistentiegenen reeds aanwezig is in bacteriën in het milieu (4). Onder het milieu wordt in dit geval verstaan:
bodem, planten, water, humane en dierlijke darm. Voor resistentiegenen in groep 1 concludeert zij dat er geen beperkingen zijn ten aanzien van het gebruik in gg-gewassen. Over genen in groep 2 is de EFSA van mening dat deze aanwezig mogen zijn in gg planten die gebruikt worden in veldproeven. Daarentegen stelt de EFSA dat het gebruik van genen uit groep 3 in gg-planten niet toegestaan kunnen worden voor veldproeven of teelt vanwege het huidige klinische belang van de antibiotica waartegen ze resistentie veroorzaken .

Uit de brief Van de Cogem aan het Min van VROM, 3 juli 2007

Waarom wil de Cogem het beter weten dan de EFSA? We zijn het deze keer eens met de EFSA.

De aanvrager zal alvorens de genetisch gemodificeerde aardappelplanten in het veld gezet worden gegevens aanleveren waaruit blijkt dat het aadA gen en andere op de vectorbackbone gelegen sequenties niet aanwezig zijn in de genetisch gemodificeerde aardappelplanten.

(ontwerpbeschikking) blz 8

Dat hopen we dan maar! Hoe wordt dat gecontroleerd? Kunnen wij dat inzien?

Mogelijk schadelijke effecten van een verlaagd amylosegehalte en evaluatie van de mogelijke gevolgen van deze effecten, indien ze optreden.

Er wordt overwogen dat ten gevolge van het ingebrachte kgz antisense of RNAi construct mogelijk directe en indirecte effecten kunnen optreden op het milieu: op planten, mens en dier, op insecten en micro-organismen. Ontwerpbeschikking blz 9

Nog meer mogelijke schadelijke effecten, dus niet doen!

Invloed op bodemmicroflora door verandering van macrocomponenten is eveneens een mogelijkheid. De verandering van de zetmeelsamenstelling in de aardappelknollen kan mogelijk leiden tot effecten op de bodemecologie, met name de bodemmicroflora, met als mogelijk gevolg een verstoring in de nutriëntkringloop in de bodem. (ontwerpbeschikking) blz 9

Men geeft zelf toe dat er invloed kan zijn op de bodemmicroflora! Nog een reden om af te zien van deze proef!

Verlaagd amyloseghalte: dit doet men om het zetmeel te verlagen. Vraag is
omdat aardappelen uit kunnen kruisen of dit in relevante gewassen komt. Je zou gewoon zetmeel kunnen verwerken en er zelfs bio-ethonal van kunnen maken. Waarom moet deze gmo? Herbicide en schimmel tolerantie: Schimmels ontwikkelen zich zo snel dat er bijna niet tegen te werken is met biotech. Beter is traditioneel veredelen met een grote groep schimmelziekte resistente genen ipv van 1 of 2 wat ze met biotech doen. Mens, bodem, natuur: Resistentie van aardappel-je kan je dan ook afvragen of hoe die genen zich in de bodemcultuur gedragen. Doden ze goede schimmels?
Natuur: aardappel kruist uit dus je zult ze in andere relevante gewassen
vinden.

Brief description of any measures taken by the notifier for the control of risks including isolation designed to limit dispersal, for example for monitoring and post-harvest monitoring proposals.
An isolation distance of 20 m to other potato varieties will be observed.

Blz 4, PART 2 (COUNCIL DECISION 2002/813/EC) SNIF

Slechts twintig meter! VB Schimmels kunnen zich enige kilometers verspreiden!

Wij willen niet, dat deze aardappels op proefvelden worden geplant. We vinden het een schandaal dat hier toestemming voor gegeven is.

Vriendelijke groet,

Miep Bos, ook namens Wieteke van Dort, Stichting Ekopark (machtiging en statuten reeds in uw bezit) en De Groep Bos.

8226 LC Lelystad

miep@gentechvrij.nl

www.gentechvrij.nl

CC per e-mail cie. vrom @tweedekamer.nl Leden en plaatsvervangende leden van de Vaste Kamer Commissie LNV, per e-mail cie. lnv @tweedekamer.nl Leden en plaatsvervangende leden van de Vaste Kamer Commissie VROM, te Den Haag.

PvdD info@partijvoordedieren.nl ,SP onderzoek@sp.nl , Christenunie wetenschappelijk instituut wi@christenunie.nl PvdA D.Samson D.Samsom@tweedekamer.nl

Groen Links Europese Unie interneteuropa@groenlinks.nl

Kathalijne Buitenweg kathalijnemaria.buitenweg@europarl.europa.eu

Jan Mulder jan.mulder@europarl.europa.eu

Diverse media

Bijlagen; 1

Sarkozy wil stop transgene teelten.

http://www.agd.nl/Algemeen/Artikel/Sarkozy-wil-stop-transgene-teelten.ht