Brief aan VROM, GGO 99/05 – Suikterbieten, van der Have, Advanta

== Brief ==

Brief aan VROM, minister Pronk, Betreft 99/05 – Suikerbieten van der Have
Datum 04-09-2001== Omschrijving ==

Brief van L. Eijsten aan het ministerie van VROM, betreffend dossier 99/05, Suikerbieten van der Have

Reactie op brief 10 augustus 2001.

Mevr Eijsten gaat in deze brief ook uitvoerig in op een allergologisch onderzoek dat op haar is verricht. Voor dit onderzoek zie: [[Resultaat allergologisch onderzoek bij Eijsten, glufosinaat-ammonium]]

== Auteur(s) ==

* Eijsten, Lily

=== Brief (volledige tekst) ===

Ministerie van VROM,
Directoraat Generaal Milieubeheer,
In Handen Drs. J. P. Pronk,
Rijnstraat 8, Postbus 20951,
2500 EZ DEN HAAG
IPC 100.

 

Geachte Heer Pronk,

 

Betreft Dossier 99/05 – Suikerbieten [[van der Have]]

Hiermede kom ik terug op Uw brief van 10 aug. jl. Ref. SAS/2001086809, waarin U aanvoert, dat Hoechst beweert dat er slechts één substraat van PAT is, tegenover het aangetoonde feit van Thompson, dat er meerdere substraten van PAT zijn. ‘Het is Geen Good Laboratory Practice van Hoechst om dit door Thompson aangetoonde feit niet in een onderzoek te weerleggen. Over de schadelijkheid voor de gezondheid schreef ik U en zend U hierbij het commentaar van de Heer Drs. J. Visser, hetwelk ik indertijd naar de Raad van State zond.

Wat betreft het tweede punt: ik heb niets “gevraagd”. De mensen, die verstand van zaken hebben zeggen meteen: die test deugt niet. Die test is niet alleen in “mijn ogen” foutief. De reden waarom de dermatoloog geen andere test wilde doen blijft in het duister.

Volgens mij zit in het dossier, dat de dermatoloog heeft “opgebouwd” in ieder geval documentatie, welke ik hem heb gegeven, omdat hij mij vertelde, dat hij de stof niet kende. Dat vind ik een gotspe. Ik heb zelfs een liter GL14 moeten organiseren, die ik slechts enkele dagen vóór de test in het ziekenhuis mocht afleveren.

De dermatoloog had contact met het [[CTB]] moeten opnemen om uit te zoeken waar die dermatitis van kon komen, d.w.z. de samenstelling van GL14 op te vragen.

Als consument/detective ben ik er nu achter gekomen, dat de veroorzaker waarschijnlijk een hulpstof is, n.l. PROPAANDIOL (10% van de formulering). Ik heb nu meerdere rapporten, die aantonen dat propaandiol dermatitis (eczeem) veroorzaakt. Deze stof zit in veel producten en dat is buitengewoon ernstig. Vooral nu er allerwegen een explosie is van eczeem! Notabene, in Zovirax – tegen koortslippen -zit ook propaandiol. (Net als bij herbiciden: niet iedereen zal er last van hebben.)

Het is niet juist om van mij te verlangen om met nog meer bewijs te komen. Het kort mij voor, dat de Nederlandse overheid met al zijn gezondheidsinstanties (RIVM, Gezondheidsraad enz.) wel wat meer informatie had kunnen geven over die foutieve test, zodat de schadelijkheid van het herbicide niet langer onder tafel geschoven kan worden.

Overigens: “inhoudelijk” heeft niemand op mijn bezwaren gereageerd, ook in Uw brief van 10 augustus jl. niet.
Doch Staatsraad Berg heeft hiertoe toch het verzoek gedaan aan VROM en COGEM – en daar wil ik mij aan houden.

De vergunningverlening is een zaak van de gezamenlijke ministeries, en ik mag aannemen, dat er overleg gepleegd had kunnen worden in deze “ernstige” zaak.

Het mag niet zijn, dat men steeds kan schrijven: er zijn geen gevallen bekend over de schadelijke werking. Wat ik zeer vreemd vind, is dat er niemand kritiek leverde op dergelijke uitlatingen. Of toch? Het komt mij voor, dat juist de overheid de onderste steen boven moet halen om de bevolking te beschermen tegen misleidingen zoals de onderhavige.
Ik ”’twijfel niet”’ aan de ”’on”’juistheid van de test, en noem in dit verband de EU Legislation en diverse rapporten betreffende de juiste tests. Dat is de reden, waarom ik met de desbetreffende bezwaren ben gekomen. Het geval speelt reeds vanaf 1992 (sensibilisatie).

U begrijpt ècht wel, dat door foutieve tests meer dan eens beweerd kan worden, dat er geen negatieve gevolgen zijn gevonden door toepassing van het herbicide. Dit moet toch voor de overheid een reden zijn de zaak tot op de bodem uit te zoeken. ”’In de USA kan dat wel. Waarom hier niet?”’

Als ik de stukken lees van de EPA betreffende de diverse herbiciden/pesticiden dan valt mij op, dat steeds gesproken wordt over gegevens uit het dossier: gegevens verstrekt door de fabrikant.

In een dossier van AgrEvo wordt een bewijs opgevoerd, dat zou moeten aantonen, dat het herbicide niet sensibiliserend werkt. Een groep mensen werd de “crop” ingestuurd, en kwamen er even later “onbeschadigd” weer uit! Niets te zien! Moeten consumenten deze hullabaloo maar voor zoete koek aannemen? Dit z.g. bewijs is van de gekke. Er staat b.v. niet hoe lang geleden de laatste bespuiting had plaatsgevonden, of het mensen betrof die getest waren op hun al dan niet atopisch zijn en b.v. ook niet behoorden tot het Kaukasische ras (die zijn vatbaarder), en of diezelfde mensen b.v. een jaar later wederom in een veld met bespoten crop werden losgelaten. Ongelofelijk!

Om maar te kunnen beweren (zonder onderbouwing) dat het produkt niet sensibiliserend werkt, worden de mensen maar op verkeerde wissels gezet, m.a.w. belazerd.

Consumenten moeten er toch op kunnen vertrouwen dat de beoordelaars van de fabrikantendossiers dergelijke misleidingen wel ontdekken. NIET DUS.

Overigens, Uw brief van 16/8’01 moet geschreven zijn in overleg met de COGEM. De Heer Schellekens schreef mij namelijk, dat dat in ieder geval de bedoeling was.

Waarom kan men niet gewoon zeggen: het ligt er dik op, dat hier van een foutieve test sprake is: een hydrofiele stof moet met een “geschikte”, d.w.z. met een hydrofiele stof als drager getest worden, of anders puur op de huid. Vraagt U het maar eventje aan Mevr. Borst. Waarom die draaierij, gewoon de waarheid zeggen. Wat moeten consumenten van deze draaierij denken? Het is toch niet aan mij om nu te gaan bewijzen dat de aarde rond is?

Het is toch niet zulk een moeilijk probleem als die welke boekhouders voorgelegd kregen hoe ze de voorraadadministratie dachten te kunnen bijhouden van de gedolven erts aan de achterkant van de maan!

In het Expert Panel Report on the Future of Food Biotechnology prepared by The Royal Society of Canada, enz. wordt op bl.213 uitdrukkelijk gesproken over de belangrijkheid van het vertrouwen tussen de industrie en de “Regulators”: Slechts in een atmosfeer van vertrouwen kunnen overheid en industrie samenwerken, enz.: …”in the cooperative way necessary to generate the product and ”’test data required for the protechtion of public safety”'”.

Dit is precies mijn bedoeling verwoord, waarom ik een proces heb aangespannen om de z.g. inerte stoffen (hulpstoffen) openbaar te maken aan het publiek.

De Bestrijdingsmiddelenwet wordt toch ook uitgebracht, niet alleen door de VROM, maar in samenwerking met andere ministeries en die bezwaarschriften tegen vergunningen voor proeven of markttoelatingen enz. moeten toch officieel aan de VRCM gericht worden. Het zijn landbouwkundige zaken, met eventuele gevolgen voor de gezondheid van de bevolking. Die negatieve effecten van landbouwkundige toepassingen mogen niet schadelijk zijn voor de humane gezondheid.

In de USA trekt met hieruit ook de consequenties, waar b.v. de Starlink-mais verboden werd voor menselijke consumptie (niet verboden voor diervoeder!!!!).

Die Bt-eiwitten zijn niet dodelijk voor de mens, maar wel voor de maisboorder, met een PH-gehalte in de “midgut” van 7 of hoger, en voor alles met een PH van 7 of hoger in hun spijsverteringssysteem!

Ik ben aan het uitzoeken hoe het kwam, dat papegaaien in Noord Italië stierven met maiskorrels in hun krop, waarbij de krop geperforeerd was – naar ik las, en waardoor zij niet meer konden eten, resp. tengevolge van een grote infectie etc
Hadden die papegaaien illegaal BT-mais gegeten? Hadden ze een virus-infectie opgelopen?

Men schrijft steeds: Bt-eiwit is niet dodelijk, voor de mens (!), maar het Crystal lost op in Delta endotoxin en dat is het grote giftige deel, dat zorgt voor beschadiging van de celwand. (s.e.& o.).

Mijn conclusie is, dat door “foutieve” mededelingen de geloofwaardigheid van AgrEvo een grote knauw heeft gekregen, en ik vind, dat de zaken waarmee ik te maken heb, parallellen vertonen met die Starlink–affaire in de USA, en dat de overheid in de onderhaivge kwestie niet handelt in het belang van de bevolking – hoe behoedzaam men ook schrijft! Moet een consument nu weer het voortouw nemen, of de nek uitsteken, in een zaak, die uiteindelijk de voedselveiligheid betreft.

Waar U het heeft over mijn “vraag” betreffende de reden waarom de dermatoloog de juiste test niet wilde doen, zeg ik: het was van mij geen vraag maar een “constatering”.

* Hij moet ALTIJD DE JUISTE TEST DOEN, onder alle omstandigheden.

Hij heeft dan ook laakbaar gehandeld. Hieromtrent hoef ik waarachtïg geen second opinion te vragen. De mededelingen van de dermatoloog zijn belastend genoeg: Als hij met die tests zou doorgaan, zou de kans bestaan, dat er inderdaad sensibilisatie zou optreden.

Mooier bewijs van de sensibiliserende eigenschappen van Finale SL14 is er niet – zou ik denken.

Tot die conclusie had hij ook kunnen komen door de tests te doen volgens b.v., de EU–Legislation. Hij zit in een moeilijk parket, maar het is natuurlijk voornamelijk een zaak van Hoechst.

Toen ik enkele weken geleden aan de Heer Noome van Advanta vroeg of hij de samenstelling wist van de herbiciden waartegen hij zijn planten resistent maakt (glyfosinaat amm.) antwoordde hij: neen, dat is de zaak van Hoechst.

Het is wel degelijk de verantwoording van de overheid te zorgen, dat de bevolking/consument gevrijwaard wordt voor schadelijke stoffen voor de mens, via welke weg die dan ook tot ons komen. De Minister heeft al zijn verantwoordelijkheid genomen door zich in te zetten voor onderzoek naar schadelijke werking van herbiciden en hun hulpstoffen in de formulering.

Als de betreffende personen de “tekortkomingen” in de fabrikantendossiers niet zien, misschien alleen al door tijdsgebrek, dan zitten we met een zeer groot probleem. Vertrouwen op de juistheid van de verstrekte gegevens had men heden absoluut niet meer. Consumenten zijn toch niet allemaal schlemie1en.

Hoe krijg je die gifstoffen weg? Net als die Japanse duizendknoop!! Men is hier bezig geweest met Roundup Futur (niet toegelaten!) maar is gestopt uit angst voor het bodemleven. Er werd geadviseerd: Evolution!! Gouden tijden voor grondverzetmachines! 1 meter diep graven en wortelstokken van 20 meter lang verwijderen. En nauwkeurig. Er is nog een herbicide van 41% glyfosaat! Bufferzone?

Vriendelijke groeten,

L. Eijsten.

 

Bijlage: PAT

== Zie ook ==

Andere documenten betreffende 99/05 Suikerbieten, van der Have/Advanta:


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.