Onderstaande brief is ter publicatie aangeboden aan het N.R.C.
Amsterdam, 16 april 2001.
NRC
T.a.v. de Heer Volkert Jensma,
Hoofdredacteur,
Postbus 8987,
3009 TH Rotterdam.
CONSUMENTENVERTROUWEN
Geachte Heer Jensma,
Op 6 april jl. schreef ik u n.a.v. het artikel “Supermarkt dringt Landbouw veiligheid op”, doch helaas mocht ik geen reactie ontvangen.
Het rapport van LNV – Expertisecentrum – dat verleden week het licht zag geeft mij aanleiding om deze aanvulling op mijn brief te schrijven.
Die deskundigen/experts die dat rapport schreven, wie zijn dat? Dat rapport geeft aan, dat de wettelijk voorgeschreven doses bestrijdingsmiddelen worden overschreden. Geen herbiciden, geen overschrijding, dat is logisch. Maar zouden de experts niet bedoelen: de normen voor residuen van bestrijdingsmiddelen, genoemd in de bestrijdingsmiddelenwet?
Uit het rapport moet blijken, dat de voedselveiligheid van producten uit de gangbare sector gegarandeerd is. door wie? Bla, bla! Welke verzekeringsmaatschappij? Overheid?
Er zijn normen vastgesteld voor residuen in voedsel, b.v. voor glufosinaatresiduen in aardappelen 0.5 mg/kg (ppm); voor glyfosaatresiduen in wilde paddestoelen 50 ppm, in sojabonen 20 ppm, in schapennieren, in runder- en geitennieren 2 ppm, in varkensnieren 0.5 ppm, enz.
De laatste update van de EPA, USA, geeft aan o.a. voor glyfosaat: grain 20 ppm, suikerbietenpulp 25 ppm, koolzaad meal 15 ppm, koolzaad seed 10 ppm, enz, alles zonder AMPA.
En voor glyfosaatresiduen in nieren van cattle, goats, hogs, horses, sheep: 4.0 ppm en voor lever van deze dieren, 0.5 ppm. Lever en nieren van pluimvee mogen 0.5 ppm glyfosaatresiduen bevatten.
Dit alles uitgerekend op basis van wat hetgeen een “normaal” persoon gedurende zijn leven eet. Je mag niet buiten de boot vallen! Hele kleine babies, die per kg/gewicht boven het normale moeten eten komen er slecht af.
Echter………. bij de normen is uitgegaan van de werkzame stof, dus glufonisaat technical en glyfosaat technical, en niet van de toegevoegde stoffen, samen vormende de formulering. Hierover bezit ik een groot aantal documenten. In de USA geeft de EPA dus normen, die ook voor ons belangrijk zijn met het oog op ge-importeerde producten, b.v. diervoer.
Zoals ik U reeds schreef zijn de stoffen die in de formulering zitten schadelijker dan de werkzame stof. Dit geldt niet alleen voor Finale, Liberty of Basta, op basis van glufosinaat ammonium, maar ook voor Roundup met de werkzame stof glyfosaat. De werkzame stoffen worden veelal toegepast in laboratoriumproeven. De schadelijkheid voor o.a. huidirritaties, oogirritaties, inademing, enz. wordt aangegeven in klassen: I, II, III en IV, waarbij klasse I het meest toxisch is. Hierover wil nog wel eens misverstand bestaan, maar de EPA-gegevens zijn hierover duidelijk.
Zo bevat BASTA – en waarschijnlijk ook dus Liberty – 30% AES (alkylether sulfaat), dat cardiovasculaire effecten geeft.
Het is de bedoeling dat het CTB (College Toelating Bestrijdingsmiddelen) van alle toevoegingen analyses maakt, alvorens goedkeuring te geven!
Maar wat lees ik in de Bestrijdingsmiddelenwet – Voorschriften EG (E-1.1) op blad 144 en 143: (deel 2)
“In de regel volstaat het deze proeven uit te voeren met het hoofdtype van de formulering waarvoor toelating wordt gevraagd.”
Wat zeggen de experts nu? Of er zijn niet voldoende analyses gedaan of de overheid trekt zich van de schadelijkheid niets aan.
Alles ten nadele van de consument – zijn wij allemaal!!
De betreffende documenten kunt u te allen tijde bij mij inzien. Met vriendelijke groeten,
L. Eijsten
Adres:
L. Eijsten
Zie ook:
Commentaar op artikel in NRC “Supermarkt dringt landbouw veiligheid op”
Archief TSS: Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.