Commentaar op Volkskrantartikel: Landbouwer blieft geen genmais meer

Commentaar op Volkskrantartikel: Landbouwer blieft geen genmais meer. Datum 10/03/2001

Amsterdam, 27 maart 2001

De Heer Rik Nijland,
“De Volkskrant”,
Postbus 1002,
1000 BA Amsterdam

Geachte heer Nijland,

Betreft artikel: Landbouwer blieft geen genmais meer.

Onlangs werd mij uw artikel in de Volkskrant van 10/3 jl. onder de aandacht gebracht. Ik vind het noodzakelijk, dat ik u het volgende schrijf, om de zaak duidelijker te maken.

Een opmerking: als er echt te veel onkruid staat (in het maisveld), dan is er sowieso al minder herbicide nodig, wegens de parapluie-werking van de maisplant als gevolg van de grotere bladeren.

Aventis haalt aan de invloed van Liberty op de omliggende flora en fauna, maar vergeet eventjes “de mens”, die b.v. de effecten van de “drift” te verwerken krijgt (en de residuen van het herbicide in de voedselketen!)

Het is onnauwkeurig te spreken over “het middel Liberty”. Dit moet zijn: de werkzame stof in Liberty nl. GLA technical (phosphinothricine of Glufosinaat ammonium), een product -evenals Roundup- ontwikkeld uit een fosforverbinding.

Dit GLA “technical” is de werkzame stof in andere herbiciden van Hoechst, t.w. o.a. Basta, Finale, Finale SL (o.a. SL14). Al deze herbiciden hebben de werkzame stof GLA “technical” gemeen.

Aan die werkzame stof worden meerdere “hulpstoffen” toegevoegd, zoals Propaandiol, antischuimmiddel, enz. en -wat ernstig is- Alkylether Sulfaat (AES), dat cardiovasculaire effecten heeft. (vaatverwijdend, vaatvernauwend -afhankelijk van de dosis – effect op bloeddruk, enz.) Het totaalprodukt – handelsprodukt – noemt men de “formulering”. Bij laboratoriumproeven wordt veelal GLA technical gebruikt.

In Basta b.v. zit 30% AES. En dat is niet mis.

Ongeveer een half jaar geleden is mijn aandacht getrokken door het feit, dat in de bestrijdingsmiddelenwet slechts gesproken wordt van de “werkzame stof” en zijn omzettingsprodukten, niet van de andere stoffen in het gebruiksprodukt, de formulering.

(Voor de goede orde: ik heb slechts één maal gezien dat in de B.m.W. genoemd werd “hulpstoffen”).

Ik heb verzocht de B.m.W. aan te vullen met: “de toegevoegde stoffen, zoals o.a. surfactants en solvents, samen te benoemen: de formulering”.

Begin april wordt een en ander behandeld in de Vaste Kamercommissie voor LNV, en heb geprobeerd inlichtingen te krijgen over de toevoegingen aan de werkzame stof (geldt ook voor andere herbiciden), maar kennis hierover is voorbehouden aan het C.T.B. (College Toelating Bestrijdingsmiddelen), maar richtlijnen verhinderen mededeling te doen over de precieze samenstelling. Door reduceren en deduceren kom ik op 60% bekende stoffen in Basta. Ook bij het Rikilt is de samenstelling van de herbiciden niet bekend. Ernstig. Daarom wil ik geen Liberty. (En andere herbiciden!)

De herbiciden worden in de plant geacetyleerd, en in het darmstelsel gedeacetyleerd, waardoor daar het originele herbicide teruggevormd wordt.

Men wil graag beweren, dat dit volledig gedegradeerd wordt. Is dus niet zo. 6% wordt niet gedegradeerd, en heeft een halfwaarde tijd van 6 minuten. Die 94% heeft een hele tijd beschikbaar om door de darmwand heen te komen.

Men heeft nooit chronische toxiciteitsproeven gedaan! Ik heb valabele gegevens, dat residuen teruggevonden worden in vlees, melk, eieren.

Dit alles is de reden, dat ik bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven in beroep ben gegaan tegen het Besluit van het CTB, waarmede vergunning verleend werd voor toepassing van Liberty – tot juni 2003, omdat ik vind, dat de burger recht heeft kennis te kunnen nemen van de gezondheidsschadelijke stoffen in herbiciden. Geheimhoudingsplicht is niet op zijn plaats!

Derhalve ben ik verblijd met een groot dossier van de Landsadvocaat. Het gekke is, dat nog nooit iemand hiervoor zijn nek heeft uitgestoken! Zo heb ik ca. 55 bezwaarschriften, commentaren, beroepsschriften bij de Raad van State ingediend.

Mijn haren rezen ten berge, toen ik las de Opinion van de Sc. Committee on Plants betreffende de toelating van de mais GA 21, aangevraagd door Spanje. Zoals ik zie, grijpt men terug op voederproeven uit 1986, met de analyse uit dat jaar, en die “meeneemt” in de huidige beoordeling. Hoe is dat mogelijk? Kan niet!

Met vriendelijke groeten,
L. Eijsten

P.S. Mijn laatste brief aan u was van 16-8-00!! o.a. over 2 zware misleidingen.


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.