Hartekreet van een CONSUMENT, DIE MEN WIL MANIPULEREN

Hartekreet van een consument, die men wil manipuleren, bij het lezen van het artikel in de Consumentengids van maart jl. (interview van Simone Herzberger).


Amsterdam, 27 maart 2000

Allereerst de vraagstelling, het onderwerp: De Consumentenbond vindt, dat de klant moet kunnen kiezen.

Wij vragen of Albert Heijn deze keuze kan GARANDEREN. En hoe “eng” genvoedsel is.

Dat (het bestuur van) de Consumentenbond zegt, dat de klant moet kunnen kiezen, doet een beetje vreemd aan, want indertijd toen de GM-soja van Monsanto in Europa werd toegelaten, was het bestuur duidelijk expliciet accoord met het niet-etiketteren en labellen van die soja – in schrille tegenstelling tot wat er onder het consumentenpubliek leefde. De Consumentenbond heeft hiermede haar geloofwaardigheid verloren.

Zij heeft laten zien, dat zij een mantelorganisatie is van de produktieketen.

Dat genvoedsel “eng” gevonden wordt door de consument is een vinding van Public Relations Managers, of liever gezegd: Perception Managers. GM-voedsel is niet “eng”, het is gewoon FOUT. Aan “eng” kleeft het idee, dat je je over die engheid maar moet heenzetten, niet kinderachtig doen, maar gewoon stoer zijn.

In het maart-nummer van “Allerhande” staat ook een stukje van Simone Herzberger, en dit komt veel rustiger over, zonder geforceerde uitspraken.

Terecht vindt Simone dan ook, dat het gebruik van het woord “genvoedsel” een beetje raar is. (In Engeland spreken ze Frankensteinfood, of korter “Frankenfood”, een referentie naar een romanfiguur uit het begin van de 19e eeuw – ja, zo lang geleden al!) Simone benadrukt, dat er slechts sprake is van ingrediënten van genetisch gemodificeerde planten, die gebruikt zijn.

Simone vermoedt, dat fabrikanten het etiket “geproduceerd met genetisch gemodificeerde maïs” stigmatiserend vinden.

Dat geloven wij niet; fabrikanten willen dingen leveren met “Recept uit Grootmoeders Tijd”, “Zoals Grootmoeder het maakte”, “Oude en Vertrouwd”, en willen inspelen op de aangename herinneringen uit de jeugd van de huidige consument.

De huidige consument is het pushen van “nieuw”, “vernieuwd”, en “nog beter” spuugzat.

In dit klimaat a.u.b. geen etiketten met “geproduceerd met gentech-bestanddelen”.

De fabrikanten zien geen stigmatisatie, maar zij vrezen wel, dat gen-tech-producenten juridisch gaan hakketakken over stigmatisatie en daar zitten ze niet zo op te wachten. Dus gaan de fabrikanten op zoek naar andere wegen.

In “Allerhande” van maart jl. worden van de 17 artikelen die wettelijk verplicht de aanduiding “geproduceerd met genetisch gemodificeerde maïs (resp. soja)” dragen slechts twee genoemd.

De vraag van de interviewer of het wel eerlijk is om alleen de aantoonbare gentech als zodanig te etiketteren, beantwoordt Simone met de uitspraak, dat AH er nog niet uit is, wat te doen. De interviewer vraagt ons inziens  met emotioneel geladen woorden als “eerlijk”. (“Eng” was ook tè geladen).

Ook de volgende vraag van interviewer Harry heeft een geladen inhoud. Er wordt gevraagd over de “angst” van CONSUMENTEN.

Simone’s antwoord komt er op neer, dat de consument geen voordeel ziet, en tot nog toe ook niet heeft. De consument heeft geen vertrouwen. Simone gelooft echter, dat mettertijd er voordelen komen.

De volgende vraag is hoe fabrikanten staan tegenover het recht van de consument op informatie over de productiewijzen (gen-tech ja of nee?).

Simone antwoordt, dat Albert Heijn veel verder wil gaan dat de wettelijke voorschriften en dat niet alle fabrikanten dit begrijpen.

De laatste vraag aan Simone is, of Simone zelf de etiketten leest en hoe zij op de inhoud reageert. Het antwoord is heel verrassend. Zij laat geen producten staan, omdat zij met gentech zijn gemaakt. Zij gelooft in wat zij predikt. Op dit antwoord zaten we niet te wachten. Wij hebben namelijk niets gemerkt van een predikatie. Ook in “Allerhande” komt Simone niet predikend over, maar zakelijk – zij wijst gm niet af en gelooft in toekomstig consumentenvoordeel. Als Simone dit predikt, dan wordt het niet emotioneel geladen gebracht.

Echter, het hele stuk trekt alles in het emotionele vlak: eng, angst, toekomst – prediking: dat is perception management.

De consument wordt afgeschilderd als irrationeel (eng, angstig), en dat moet nu maar eens ferm worden onderbroken met een informatie-campagne etiketten b.v. vindt de Consumentenbond. Maar een lijst van de ge-etiketteerde producten ontbreekt. Zowel in “Allerhande” als in de Consumentengids.

Dat de consument keiharde argumenten heeft om op zakelijke basis GM af te wijzen (nadelige gezondheidseffecten) komt niet boven water in het onderhavige artikel, t.w.

  • geen enkel voordeel
  • nooit om gevraagd
  • gezondheidsrisico’s niet onderzocht
    (zie ook proces tegen Monsanto, gevoerd door de advocaten Cohn et al.)
  • falend overheidsbeleid door de toenemende macht der multinationals.

Consument, laat u niet manipuleren!

Zoals gezegd, voor de consument zijn er geen voordelen, nadelen worden niet genoemd. Die zijn er te over. Dus er zijn tot nog toe voor de consument alleen nadelen, zoals nadelige gezondheidseffecten:

  • astma, sensibilisatie/eczeem, allergie die gemeld worden,
  • hersenbeschadiging, neurale celdood (apoptosis),
  • aantasting van de spermakwaliteit, misvormingen:
  • gezondheidsproblemen, die in gevalideerde wetenschappelijke rapporten te vinden zijn.

Maar daarover wordt niets aan de consumenten gemeld.

Milieu-organisaties bemoeien zich niet met gezondheidsproblemen ten gevolge  van het gen-voedsel voor de mens, “dat is hun pakkie niet an” (Wel met milieu-problemen). Dat pakkie past ook niet de VROM, COGEM. Zelfs de Milieumeetlat houdt geen rekening met gezondheidseffecten (geen, resp. moeilijk te verkrijgen gegevens!). De Minister heeft zijn eigen verantwoordelijkheid.

Als schapen worden wij zachtjes geleid naar het einddoel: acceptatie. Dat is ook het doel van de motie van het CDA Mevr. Van Ardenne in de Tweede Kamer, zomer 1999.

En zo – zonder harde voorlichting wordt de consument gedreven naar ge-informeerde instemming met te nemen reguleringen – waardoor de AANSPRAKELIJKHEID VAN DE OVERHEID voor calamiteiten naar de consument wordt overgeheveld. (Zie “White Paper on Food Safety”, 12 januari 2000 en het rapport door Berenschot dd. 8-10-99: Voedselveiligheid: Waar borgen en waar zorgen – Onderzoek naar het waarborgen van Voedselveiligheid). De prioriteit van de overheid ligt niet bij het informeren van de burger.

J. van der Meulen, L. Eijsten.


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.