Hoe is verhoging norm voor glyphosaat tot stand gekomen?

== Aantekening uit Archief TSS  ==

Datum: 23-06-1998

== Auteur(s) ==
* Eijsten, Lily
* Meulen van der, J (Han)

== Volledige tekst ==
”’Hoe is de verhoging van de norm voor glyphosaat tot stand gekomen?”’

Naar aanleiding van vragen van Kamerlid VOS aan de Minister en het antwoord van de Minister.

Uitgegaan wordt van een gerapporteerde No Observable Effect Level (NOEL) van 10 mg glyphosaat per kg rat.

Dit wordt vertaald in een Acceptable Daily Intake (ADI) van 0.1 mg glyphosaat per kg voor mensen (factor 100).

Deze factor 100 als veiligheidsreserve ontstaat doordat
* A – de mens een ander metabolisme heeft en veel trager, met een kleinere turnover als de rat. Dit is mogelijk een factor 5 verschil in toxiciteit;

* B – bepaalde groepen mensen, zoals kinderen, ouden van dagen en mensen met erfelijke (stofwisselings-) ziekten misschien extra gevoelig zijn;

* C – de gerapporteerde NOEL misschien niet realistisch is en de in de toekomst toch effecten zullen vinden bij nieuwe proefopzetter, waarbij we ook naar andere dingen kijken, zoals spermakwaliteit en sex-ratio.

Een mens van 70 kg mag dus niet blootgesteld kunnen worden aan een consumptie uit alle bronnen tezamen van meer dan 7 mg glyphosaat per dag.

Een mens, welke dus 3 maaltijden per dag gebruikt en bij iedere maaltijd 100 gram sojaboon of een produkt, dat uit 100 gram soja is gemaakt, eet blijft daar nog net onder wanneer de soja 20 mg glyphosaat per kg sojaboon bevatte. Derhalve een maaltijd van 100 gram sojaboon mag 2 mg glyphosaat bevatten; bij drie maaltijden wordt dit 300 gram sojaboon met 6 mg glyphosaat.

Men meent, dat een consumptie van meer dan 300 gram soja per dag niet zal voorkomen. Bij de promotie van soja ruim 20 jaar geleden nuttigde ik een diner bestaande uit alleen soja: voorafje, soep, hoofdmaaltijd en ijs toe.

Het is volgens Monsanto mogelijk ”’wanneer de voorschriften worden gevolgd bij “goed agrarisch gebruik”'” (Min. van Aartsen) resp. “good agricultural practice” (Monsanto) om sojabonen te leveren met maximaal 20 mg glyphosaat per kg sojaboon bij gebruik van glyphosaat-resistente-soja en een of meerdere glyphosaat-bespuitingen.

”’En nu de crux”’

Op verzoek van Monsanto heeft de Environmental Protection Agency (EPA) in de USA nu als norm voor sojabonen 20 mg glyphosaat per kg sojaboon vastgesteld, nadat het voornemen om dat te doen was gepubliceerd en het publiek 60 dagen de tijd kreeg om commentaar te geven.

-blz 2-

Voordat er glyphosaat-resistente soja bestond was deze norm 0.2 kg glyphosaat per kg sojaboon, namelijk de detectie-grens, en was de metaboliet ”’AMPA daarbij inbegrepen”’. Nu is deze norm 20 mg zuiver glyphosaat per kg sojaboon ”’zonder AMPA”’. Die AMPA ZIT ECHTER OOK IN DE SOJABOON OP JE BORD.

Eigen onderzoek doet de EPA niet; zij reageert alleen op ”’rapporten en verzoeken van de industrie en commentaar uit het publiek”’.

Het is walgelijk, dat Nederland dit klakkeloos als goede wetenschap en prima onderbouwde argumenten accepteert en overneemt. In het antwoord van de Minister aan Kamerlid VOS wordt deze beschamende gang van zaken duidelijk verdoezeld.

De indruk wordt gewekt, dat onafhankelijk onderzoek in Nederland heeft plaatsgevonden. En aan de merites van de cijfers wordt voorbijgegaan.

”’NOTA”’ – Er bestaat een onderzoek met konijnen (Yousef et al.), waarbij een dagdosis van 50 mg glyphosaat per kg konijn de spermakwaliteit verminderde, t.w.

* a)
** kleiner ejaculaat-volume
** minder spermatozoën per ml.
** percentage bewegelijke spermatozoën kleiner
** percentage morphologische afwijkingen groter
** metabole reserves der spermatozoën kleiner
** kleinere bewegelijkheid der nog tot beweging in staat zijnde spermatozoën
* b)
** de spiegels van geslachtshormonen veranderde (het Luteïniserend hormoon).

Bij een dosis van 500 mg glyphosaat per kg konijn wordt nagenoeg hetzelfde gezien, alleen de tijd, die de konijnen nodig hadden om weer normaal sperma te produceren was langer (langer dan 6 weken tegen eerst minder dan 6 weken).

De vraag is nu, wat gebeurt er bij toediening van 5 mg glyphosaat/kg konijn, en bij 0.5 mg glyphosaat/kg konijn.

Het is logisch om bij 5 mg glyphosaat/kg konijn nog een effect te mogen verwachten.

”’DAT BETEKENT, DAT DE NOEL EN DE ADI OMLAAG GAAT, EN DAT DE NORM VAN 20 mg GLYPHOSAAT PER KG SOJABOON TE HOOG IS!!!”’

Bij de NOEL van 10 mg glyphosaat rat ”’werd niet gekeken naar spermakwaliteit”’. Dit ontsnapte aan de beoordeling! Er werd gekeken naar schade aan nieren.

Opmerking 1: Voor andere delen van de sojaplant gelden andere normen.
Opmerking 2: Die konijnen van Yousef droegen geen nauwe broeken, rookten niet en dronken geen alcohol!

-blz 3 –

RESIDU = Onveranderde uitgangsstof PLUS relevant geachte metabolieten
De metaboliet AMPA werd vroeger in het residu meeberekend.
* 111 gram AMPA werd berekend als 169 gram glyphosaat-residu (moleculair gewicht).(Ruw genomen anderhalf maal, het eigen gewicht)

Een norm van 20 mg glyphosaatresidu kon dus met 13,11 mg AMPA reeds worden bereikt:
* 13,11 mg AMPA + 0 mg Glyphosaat = 20 mg Residu
* 6,55 mg AMPA + 10 mg Glyphosaat = 20 mg Residu
* 0 mg AMPA + 20 mg Glyphosaat = 20 mg Residu

”’Nu”’ is
* 13,11 mg AMPA + 0 mg Glyphosaat = Residu beneden Detectie-grens.
* 6,55 mg AMPA + 10 mg Glyphosaat = 10 mg Residu
* 0 mg AMPA + 20 mg Glyphosaat = 20 mg Residu

Het weglaten van AMPA betekent dus, dat er veel meer glyphosaat op ons bordje te verwachten is, glyphosaat, dat vroeger door de mazen van de norm werd tegengehouden. In feite is dit een geruisloze verhoging van de norm geweest.
Veel eerlijker zou het zijn geweest om bij het weglaten van AMPA de normgetallen te verhogen met een bedrag dat vroeger gemiddeld door AMPA werd vertegenwoordigd.

De Europese Unie stelt: vreemde stoffen mogen niet in drinkwater voorkomen, schadelijk of niet. In de U.S. is dit anders: indien in drinkwater vreemde stoffen voorkomen, dan worden er – indien giftig – normen voor gesteld, aan de hand van de A.D.I. (accepted daily intake).

 

== Zie ook ==


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.