Wat is er mis met gemodificeerde mais?

== Aantekening ==

Aantekening uit archief TSS, ongedateerd, vermoedelijk circa 1998.

== Omschrijving ==

De genetisch gemanipuleerde mais van Novartis(Ciba Geigy) welke eerst door de Europese Unie was toegelaten, maar waartegen Oostenrijk nu bezwaar maakt op GEZONDHEIDSGRONDEN en waartegen later ook het Europese Parlement fulmineerde, wat is daar nou concreet mis mee?

== Auteur(s) ==
* Eijsten, Lily
* Meulen van der, J (Han)

== Volledige tekst ==

WAT IS ER MIS MET GEMODIFICEERDE MAIS ???

De genetisch gemanipuleerde mais van Novartis (Ciba Geigy) welke eerst door de Europese Unie was toegelaten, maar waartegen Oostenrijk nu bezwaar maakt op GEZONDHEIDSGRONDEN en waartegen later ook het Europese Parlement fulmineerde, wat is daar nou concreet mis mee?

Deze mais bevat maar liefst 3 extra erin gemanipuleerde genen (en wordt spottend SUPERMAIS genoemd in de pers). Er zijn dus 9 mogelijke knelpunten waarop we onze kritische aandacht kunnen richten, namelijk voor ieder gen
* 1ste het gen zelf
* 2de het door het gen geproduceerde eiwit
* 3de de metabolieten ontstaan tengevolge van het geproduceerde eiwit.

Door de toelating te beperken tot gebruik als VEEVOER {en industrieel gebruik) vervallen een aantal knelpunten (zoals allergeniciteit), maar blijven er twee belangrijke over:
* 1. De aanwezigheid van het ampicilline-resistentiegen zelf. Het gebruik van ampicilline in de geneeskunde wordt in de waagschaal gezet;
* 2. De aanwezigheid van [[glufosinaat]]-ammonium-residuen en metabolieten, WELKE IN DE MENSELIJKE VOEDSELKETEN TERECHTKOMEN. Zelfs ook wanneer geen glufosinaat-ammonium is gebruikt, zal door de plant in het milieu zwevende residuen worden opgenomen en omgezet in acetylfosfinotricine, hetwelk in de plant wordt opgeslagen.

Uit deze metaboliet wordt in het maagdarmkanaal van vogels en zoogdieren het giftige glufosinaat teruggevormd. Dit komt zo via vlees, ei en MELK in de menselijke voedselketen.

In december 1996 werd deze mais toegelaten. In januari 1997 verscheen een horrorverhaal: het onderzoeksrapport van Toshiaki Watanabe, Japan; Glufosinaat blijkt bij embryos het apoptose-gen aan te schakelen in de zich ontwikkelende hersens en daar een neurale celdood te veroorzaken.

En die met glufosinaat verontreinigde melk mag dan voor babyvoeding worden ingezet? drinken zwangere vrouwen het? of komt er een etiket op:”ongeschikt voor zwangere vrouwen en baby’s”??

”’Opmerking”’: Die mais zal in Amerika zeker gedeeltelijk met glufosinaat ammonium zijn bespoten, of GLA werd toegepast op de boden vòòr de inzaai.


== Zie ook ==


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.

 

Reactie op toelating van 4 GGO’s op 18-03-1998

= Titel ==

Opmerkingen, Bezwaren en Kritiek bij de toelating van 4 GGO’s op 18 maart 1998

== Auteur(s) ==
* Eijsten, Lily
* Meulen van der, J (Han)

== Volledige tekst ==

Opmerkingen, Bezwaren en Kritiek bij de toelating van 4 GGO’s op 18 maart 1998

=== Beschouwingen bij de stukken van de Scientific Committee on Plants — Schutblad — ===

Beschouwingen bij de stukken van de Scientific Committee on Plants

De Scientific Committee beantwoordt ”’vragen”’ op het gebied van risico voor de Volksgezondheid en het Milieu. Zij gaat met name ook in op het ”’gecombineerd gebruik”’ van GGO en herbicide.

De Regelgevende Autoriteit zal zeker Economische, Politieke en Sociale aspecten in haar besluiten moeten meewegen, zoals Consumentenbelangen (keuzevrijheid b.v.).

De verdeling van de inkomensstroom over Agrariër, Multinational, Bankier, Voedseldistributeur b.v.

De handelingsvrijheid van de agrariër-blijkt b.v. te eroderen ten gunste van een “Rücksichtslose. onethische” geldeconomie. Het genoegen van de agrariër in zijn werk als zijnde zinvol en geest verrijkend verdwijnt in deze klopjacht op geld, dat in de zakken van regelgevers en van juristen verdwijnt en in de angst voor faillissement.

Er doemen risico’s aan de horizon op, waarvan we nog nooit gedacht hadden.

=== Ten Eerste de toelating van Novartis Mais C/GB/96/M4/1 ===

==== 1 Antibiotica Resistentie ====
Deze mais verschilt van de eerder toegelaten mais van Novartis (de Maximizer), en wel hierin, dat de eerder toegelaten mais een niet tot expressie komend Ampicilline Resistentie-gen bevatte, en dat dit gen in de nu toegelaten mais is verwijderd.

* Wij vinden, dat Novartis een pluim verdient voor dit Biotechnologisch hoogstandje, een tweede pluim, dat ”’Novartis hiermede aan de bezwaren tegen de aanwezigheid van dit gen is tegemoetgekomen.”’

Het moge te hopen zijn, dat Novartis de eerder toegelaten mais terugtrekt ten gunste van de nu toegelaten mais. Ook moet de Europese Commissie overwegen om de toelating van de eerder toegelaten mais in te trekken om van het gezeur met de weigering door Oostenrijk en anderen om deze toe te laten af te zijn.

De Scientific Committee on Plants heeft overigens nu ”’toegegeven, dat het gevaar van horizontale gen-overdracht groter was dan tot nog toe aangenomen”’. HOEWEL ze nog steeds redeneren alsof de enige relevante lokatie voor deze overdracht een maagdarmkanaal van iemand is, welke met antibiotica wordt behandeld.

==== 2 Insertie ====
Novartis maakte bekend, dat er een enkelvoudige insertie plaats heeft gevonden op de lange arm van chromosoom 8.

* Wij vinden, dat de bekendmaking van Novartis, gezien het feit, dat geen van de andere applicanten een dergelijke bekendmaking (disclosure) deden, een pluim verdient.

Deze mededeling is van wezenlijk belang voor de veredelaar en zaadproducent.

==== 3 Residuen ====
Bij de eerder toegelaten mais van Novartis, maakte Novartis de opmerking, dat de aanwezige herbicide-resistentie tegen Glufosinaat (een generiek produkt ook door Novartis verhandeld) waarschijnlijk niet voldoende zou zijn voor een commerciële toepassing van glufosinaat als herbicide bij deze mais.

Bij de nu toegelaten mais wordt deze opmerking niet gemaakt.

Er wordt daarentegen uitgebreid ingegaan op de residu-gehalten van met herbicide behandelde mais. Kennelijk ligt het in de bedeling van Novartis om met de verkoop van Bastar geld te verdienen.

We moeten het volgende nu goed onder ogen zien:

Er zijn vier toepassingen van glufosinaat:
* 1 – Ten eerste preëmptive; hierbij mag verwacht worden, dat de-later kiemende mais minimale hoeveelheden residuen bevat;
* 2 – Ten tweede bespuiting terwijl de gekiemde mais beschermd wordt door een beschermkap;
* 3 – Ten derde een volveld bespuiting van groeiende mais, zonder beschermkap.
Deze toepassing moet door de betreffende autoriteiten ”’onafhankelijk van de toelating van de GGO’s”’ worden geautoriseerd;
* 4 – Ten vierde een bespuiting van de volgroeide en rijpe mais om deze dood te spuiten, te laten verdrogen om een gemakkelijker oogstbaarheid te krijgen (zoals b.v. het loof van poot- aardappelen) en om een vergroting te krijgen van de oogstbare koolhydraat in de korrel, doordat de eiwitsynthese in de stervende de plant is stilgelegd.

Ook deze toepassing (desiccation) moet worden geautoriseerd.

Het is te verwachten, dat juist bij ”’deze”’ toepassing rekening moet worden gehouden met ”’gigantische hoeveelheden residu”’. Een vergelijkbare toepassing op raapzaad levert een ”’40-voudige verhoging van de residu-norm”’. Bij de beschouwingen van de Scientific Committee on Plants is volstrekt niet duidelijk om welke toepassingsregimes het handelt.

Gerapporteerd werd
** — een hoog residu 2 – 5 mg/kg in “groene mais” oftewel snijmaïs (Bij de toelating niet van toepassing; dit geldt wel bij Mais van Agrevo.
** — een minimaal residu-gehalte in de korrel -0,05 mg/kg.<BR>Openstaande vraag: Op welk tijdstip in de groeicyclus werd gespoten?
** — Een residu-gehalte beneden de detectie-grens in melk, vlees en eieren van dieren, gevoederd met toevoeging van een synthetisch mengsel van metabolieten en wel de grootste te verwachten waarde.

Openstaande vraag: Hoe is de keuze geweest van de hoogste te verwachten waarde? Was dit het minimale gehalte in de KORREL van een vroeg in het groeiseizoen bespoten mais? Of de EPA-norm van 0,2 mg/kg in de korrel.

Openstaande vraag: Wat zat er in de nieren en in de lever?
Het is duidelijk, dat we het ”’volledige”’ Novartis Dossier GB/96/M4/1 moeten doorlezen, inclusief de vertrouwelijke bladzijden.

==== 4 Toelatingsreikwijdte ====
De gevraagde toelating heeft ”’alleen betrekking op”’, hybride-zaad ten behoeve van verwerking als voedsel (olie en zetmeel), veevoer (korrels, grit, gluten) en industriële toepassing (lijm, verdikkingsmiddel voor vloeistoffen in batterijen, spiritus, enz.). De gevraagde toelating betreft eveneens het verwerkte produkt.

Op de verwerking als voedsel is een time-limited tolerante van de EPA van 0,2 mg/kg van toepassing.

GEEN TEELT IN EUROPA

Daarover meent de commissie meer te moeten weten en te overwegen.

Het is duidelijk, dat de Scientific Committee on Plants eenzijdig gespecialiseerd is op landbouwkundige vraagstukken, maar dat zij wel degelijk ingaat op gezondheidsaspecten en het gebruik van de”’ GGO in combinatie met het herbicide”’, zoals de Europese Commissie ”’eist”’.

De VROM en de COGEM laten het gecombineerde gebruik van GGO en herbicide BUITEN HUN COMPETENTIE EN BEOORDELING VALLEN EN SCHUIVEN DIT DE CTB TOE.

De teelt van de hybriden vindt in Amerika plaats, waarschijnlijk met gebruik van glufosinaat-resistentie als merker voor de instandhouding van de “parent lines”.

Voor Europa zou de vaststelling van een residu-tolerantie van importmais problemen kunnen oplossen. Geen conformatie met Amerika.

 

=== Ten Tweede de toelating van AgrEvo-mais, C/F/95/12/09 ===

Vergeleken met Novartis:

* Volledige toelating gevraagd
* Ampicilline-Resistentie-gen als fragment toch nog aanwezig
* Geen Bt endotoxin-gen aanwezig, zoals bij Novartis.
* Een Cauliflower Mozaik Virus promotor net als bij Novartis eveneens aanwezig (Landbouwkundig Risico)
* Het gebruik van het woord Substantial Equivalence. Dit woord dient te worden gevolgd en dient verbonden te zijn met de substantie, waarop het betrekking heeft. Het kan nooit betrekking hebben op het totaal, in dit geval Mais.

Novartis was equivalent voor de substanties.

Uit de stukken van de Scientific Committee on Plants:
* Oil content
** AgrEvo: Not given
* Fatty acid composition
** AgrEvo: FA profile
* Fibre content
** AgrEvo: Crude Fiber
* Starch content
** AgroEvo: Not given
* Amino Acid profile
** AgroEvo: Also given in addition to protein content.
AgrEvo lists the following substances extra!! : Contents of Ash of phytate (een anti-nutrient) and of moisture.
Aangezien zowel Novartis- als AgrEvo-mais analyseerbare hoeveelheden expressie-eiwit bevatten:
* Novartis: 5 – 25 mg/kg nat gewicht Bt endotoxin, 80 mg/kg Acetyltransferase
* AgrEvo: 0,01 % van eiwitgehalte, substantially hoger dan bij andere GGO’s, resistent voor glufosinaat (elders meegedeeld, ia.l. bij raapzaad) (Als het nat gewicht 8% eiwit bevat zijn deze waarden identiek),
kunnen we onmogelijk een substantial equivalence claimen voor de mais.
De claim is alleen geldig voor de geanaliseerde +/- gelijk aanwezige substanties.
Dat wordt ook niet gedaan als je goed leest. Maar het wordt GESUGGEREERD! Heel SUGGESTIEF!

“The genetically modified maize plant is THUS substantially equivalent to its non-GM counterpart EXCEPT FOR THE INTRODUCED TRAIT”:

Alsof die ingebrachte trait maar een heel onbelangrijk verwaarloosbaar item-tje is!!

Substantiele equivalentie kan met succes geclaimd worden voor de geraffineerde produkten, zoals olie en zetmeel, MAAR NIET voor maiskorrel, grit en gluten.

In dit verband moeten we tevens opmerken, dat het Committee kritische geluiden laat horen over de rapportage van de effekten van deze extra eiwitten geanalyseerd met een in vitro verteringsapparaat waarin deze eiwitten als zuivere stof werden toegevoegd!!

Het komt er op neer, dat de AgrEvo-mais minder doet dan de Novartis-mais (het Bt endotoxin ontbreekt) en dus agranomisch minder aantrekkelijk is voor de teler.
We zouden best zonder AgrEvo kunnen door hetzelfde te doen met Novartis-mais.

=== Ten Derde de toelating van Monsanto-mais, C/F/95/12/02 ===

Ten opzichte van de tweede toegelaten Mais van Novartis zien we het volgende:
* De enige interessante (economisch interessante) modificatie is het tot expressie komende endotoxine tegen de Europese maisboorder. Net zoals de enige interessante trek bij de AgrEvo-mais de herbicide-resistentie was. Een combinatie van deze beide “trekken” door traditionele veredeling zou een mais opleveren, welke agronomisch gelijkwaardig is aan de tweede Novartis-mais.

Of deze mogelijkheid werkelijk bestaat weten we niet, omdat in tegenstelling met de openheid van Novartis, welke bekend maakte, dat de insertie op de lange arm van chromosoom 8 lag, noch Monsanto, noch AgrEvo bekend maakten waar de inserties precies gelokaliseerd zijn.
** Wij zijn van mening, dat de toelatende autoriteit mag eisen (om een goed inzicht te krijgen in de mogelijkheden van de inserties en de risico’s) dat dit wordt bekend gemaakt.

* Monsanto heeft bij deze modificatie geprobeerd om ook glyfosaat-toleratie te creëren. Dit is niet gelukt.

De Sc.Committee on Plants uitte zich kritisch over de data, welke door Monsanto waren verstrekt dat een aantal genen -of fragmenten daarvan- van de bij de modificatie gebruikte plasmiden werkelijk niet in de gemodificeerde mais aanwezig zijn en adviseerde verder onderzoek.

Letterlijk zegt het Committee , rapporterende aan de autoriteiten: “Absense of these data does not prejudice the Committee overall conclusions and opinions”.

Daar de toelatende autoriteit meer omvattende prioriteiten heeft als het Se. Committee menen wij, dat de autoriteit wel degelijk een “prejudice” in deze zaak kan hebben
** Wij vinden, dat de autoriteit nog GEEN MARKTTOELATING had mogen verlenen aan broddelwerk, niet afgerond onderzoek, waarbij heftige discussies tussen voor-en tegenstanders gaande zijn over de merites.

* Naast het crylA(b) gen is een (single) Cauliflower mozaïc virus promotor met duplicated enhancer region (E 35 S) en een heat shock protein uit mais (hsp 70) aanwezig.
Kanamycine-resistentie-gen is niet aantoonbaar. Bij Novartis II is het crylA(b)-gen gespecificeerd als synthetic,”truncated”. Monsanto zegt “the crylA(b)-gene encoding the crylA(b) protein product”.

* Over de Bloemkoolmozaiek-virus promotor aanwezig in alle drie maizen, welke door de mogelijkheid van het ontstaan van recombinant-plantevirus-plagen een REEELE TIJDBOM IS om OOGSTEN WERELDWIJD TE VERNIETIGEN, wordt nergens ingegaan.

Er zijn in het verleden voorbeelden van dergelijke calamiteiten. Ik noem de aardappel-misoogst in Ierland in de vorige eeuw, welke in combinatie met geldgierigheid van de Engelse landheren – welke de graanoogst gewoon zoals altijd naar Engeland afvoerden, leidde tot een bijna-ondergang van het Ierse volk.

Ook nu en hier hebben we te maken met geldgier (van multinationals) en een totaal negeren van de wensen en belangen van de consument – zie het boycotten van de etiketteringswens. Ook nu moet de consument gedwongen de novel foods slikken (zoals de Ieren de aardappels) en verrijken de multinationals zich buitensporig op kosten van de consument en agrariër (zoals de Engelse landheren zich de graanoogst toe eigenden. En terzijde: Niet voor niets is het juist in Ierland dat het Monsanto niet lukte om praktijkproeven met suikerbieten uit te voeren omdat activisten deze vernielden.

* Er is vrij veel werk gedaan om de onschuldigheid van het Bt endotoxin voor zoogdieren en vogels aannemelijk te maken. Alle proeven zijn gedaan met het geïsoleerde toxine.

Over effecten op het bodemleven is vrijwel niets bekend, hoewel het endotoxin al jaren met de spuitbus wordt verspoten. Nu, terwijl dit endotoxin geïncorporeerd zit ook in de ondergrondse plantedelen van GMO’s, is er nog steeds ”’geen aandacht”’ voor eventuele effecten op de bodemecologie (Pissebedden, Oorwurmen, Duizendpoten, wormen, enz.). Dit in schrille tegenstelling tot herbiciden, waarvoor die aandacht wel bestaat.

* Monsanto vraagt – evenals AgrEvo – toelating van teelt, verwerking en import van de mais en mais–produkten en van alle hybriden en zuivere lijnen hieruit verkregen. (AgrEvo claimt “used as any other mais”, zonder specificatie)

* De substantial equivalence wordt geclaimd voor korrel en snijmail beide:
** fatty acid profiles (Novartis: fatty- acid composition)
** amino acid composition (Novartis: amino acid profile)
** crude fibre
** ash
** phytate
** moisture<BR> Wat het subtiele verschil is tussen “profile” en “composition” is ons niet duidelijk. (Juridisch foefje?).

In deze lijst ontbreekt “starch content”, hetwelk ook bij AgrEvo ontbreekt.

”’Samenvatting”’
* ”’Toelating”’
** Novartis II, C/GB/96/M4/1 — Import van hybride en importproductkten en verwerking, GEEN TEELT in EU
** AgrEvo, C/F/95/12/07 — Use as any other maize.
** Monsanto C/F/95/12/02 — Teelt, import en verwerking van de mais in al zijn conventionele progeny.

*”’ Antibioticum-gem ”’
** Novartis II — Verwijderd
** AgrEvo — Fragment aanwezig
** Monsanto — Niet aantoonbaar

* ”’Bloemkoolmozaiek virus promotor”’
** Overal aanwezig

* ”’Herbicide tolerantie”’
** Novartis II — ”’glufosinaat”’
** AgrEvo — ”’glufosinaat”’
** Monsanto — Niet aantoonbaar

* ”’BtK endotoxine”’
** Novartis II — aanwezig
** AgrEvo — afwezig
** Monsanto — aanwzig

 

Glufosinaat-tolerantie van Novartis II-mais en AgrEvo-mais is een aandachtpunt voor veevoer,

=== Ten Vierde Raapzaad van AgrEvo -(Canola Spring swede-rape – Brassica napus) C/UK/95/75/1 ===

Samenvatting:
* 2 gluflsinaat-toleratie-genen
* 1 neomycine-resistentie-gen npt II
* Bloemkoolmozaiek-virus promotor
* Alleen import van zaad.
* ”’Geen Teelt”’ beoordeeld.
* Import ten behoeve van verwerking.
* De import van verwerkingsprodukten komt niet ter sprake!!

==== Substantial equivalence ====
Substantial equivalence wordt geclaimd voor de volgende substanties:
* Tocopherols (Vit.E)
* Sterols
* Glucosinolates
* Erucic acid content
* Oil content
* Fatty acid composition
* Protein
* Alninoacids

 

==== Antibioticum-resistentie-gen ====
Het is bij dit raapzaad dat de Scientific Committee toegeeft, dat horizontale gen-overdracht meer voorkomt “than hitherto recognized”. Ik verwijs verder hiervoor naar mijn eerdere opmerkingen bij mais.

Een grote tekortkoming bij de Scientific Committee lijkt me, dat niet wordt gerealiseerd dat het nptII-gen een hele klasse van antibiotica – de aminoglycosiden – uitschakelt, waarvan kanamycine en neomycine slechts vertegenwoordigers zijn.
(De “Commissie” voert namelijk aan – overigens ten onrechte – dat kanamycine maar sporadisch toepassing vindt).

Bij de maïs van Novartis I en II ging het om een andere klasse van antibiotica, de antibiotica met een B-lactamring (penicillinen). Het resistentie-gen produceert een lactamase.

Novartis presteerde het om bij de toelating van de Maximizer-mais (welke in tegenstelling tot de Novartis II mais een ampicilline-resistentie-gen bevat!) te argumenteren dat ampicilline nog steeds medisch kan worden toegepast op ampicilline-resistente bacteriën door tevens een lactamaseremmer toe te passen. Van zoiets wordt ik eerst echt goed ziek.

Gelukkig is Novártis van deze dwaalwegen teruggekeerd met de presentatie van deze nieuwe mais, waar het gen is verwijderd

==== Herbicide residuen ====
In dit dossier komt het gebruik van het herbicide als oogsthulpmiddel ter sprake. Door het doodspuiten van raapzaad vlak voor de oogst verdroogt de plant. Bij het oogsten springen de zaaddozen niet open en vindt er geen zaadverlies plaats bij het transport. In Canada staat hiervoor een residu–tolerantie van 3 mg/kg.Er zijn verder proeven gedaan met dezelfde resultaten als bij mais (zie eerder).

Dezelfde bedenkingen als bij mais geuit bij de proeven moeten worden gemaakt.

 

L Eijsten en J. van der Meulen


Zie ook:

Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.

 

Bezwaarschrift tegen aanvraag markttoelating van genetisch gemodificeerde mais, Northrup_King

== Bezwaarschrift ==

== Auteur(s) ==

  • Eijsten, Lily
  • Meulen van der, J (Han)

== Volledige tekst van het bezwaarschrift ==

AMSTERDAM. 4 februari 1997

AANGETEKEND :

Aan de Minister van V.R.O.M., Directie Stoffen, Veiligheid, Straling, Afd.Stoffen, ipc 655, Directoraat Generaal Milieubeheer, T.a.v. Mr Drs P.J. van der Meer.
Postbus 30945, 2500 GX DEN HAAG.

Mijne Heren,

Betreft: dossier C/GB/96/M4-01., inzake aanvraag toestemming binnen EU genetisch .gemodificeerde  zaden van maisplanten op de markt te mogen brengen, t.w. resistent tegen GLA en tegen plaaginsecten.

De aanvraag werd ingediend door Northrup King Company Golden Valley, USA.

De mais uit de aanvrage lijkt heel veel op de mais van Novartis|Ciba  Geigy, waarover in het afgelopen jaar zoveel te doen is geweest.
Het knelpunt lag daar, menen wij, bij het ampicilline resistentie-gen. Bij deze aanvrage gaat het om een insectenwerende (Europese maisboorder) eigenschap en glufosinaat ammonium-resistentie.

Door de GLA-resistentie zullen zich STRAKS wanneer vergunning in de USA wordt verleend voor een bespuiting met GLA, in de mais grotere hoeveelheden residu (het herbicide en zijn metabolieten) ophopen. Voor de onderhavige mais geldt dit vooralsnog niet.

Wij nemen aan, dat bedoelde vergunning in de USA wel zal worden verleend. Dan zullen er problemen ontstaan, want deze residuen komen bij gebruik als veevoer terecht in melk en eieren en melkfabrieken zullen deze vreemde stof (ongeacht de werking) niet tolereren. Melkfabrieken willen handelen in melk, zonder vreemde stoffen. Dit betekent, dat er uitgebreid moet worden geëtiketteerd en geanaliseerd.

De op dit moment voor invoer aangeboden mais is niet met GLA volvelds bespoten en bevat dus geen of minimale hoeveelheid residu; echter zodra de volveldse bespuiting in Amerika zal zijn toegelaten, zullen we met de aanwezigheid van metabolieten rekening moeten houden.

Bij de huidige verlening moet dan geëist worden, dat de HOEVEELHEID RESIDU GENORMEERD WORDT.
Dat het product gemengd wordt aangevoerd lijkt ons bovendien ONJUIST EN ONAANVAARDBAAR. DE KWALITEIT VAN HET MENGSEL IS DE KWALITEIT VAN HET SLECHTSTE DEEL.

De werking van de residuen straks is overigens niet zo onschuldig. Jonge zoogdieren lopen blijvende hersenbeschadiging op bij ZEER KLEINE doseringen.

Bij het gebruik van deze mais als veevoer hebben we daarnaast te maken met de aanwezigheid van het gen-product. Juist in mais – in tegenstelling tot raapzaad en soja – vormt het Pat-gen rijkelijke hoeveelheden enzym (0,01% van de totale eiwitproductie). DE ONSCHULDIGHEID HIERVAN STAAT NIET VAST. Het geïsoleerde enzym wordt in de maag wel snel afgebroken, maar wat gebeurt er bij maagzuur-tekort bij zieken? Maar kan in brokjes ongekookt voedsel wel persisteren en in darm een aanslag doen op de glutaminenvoorraad door het te acetyleren. Lijders aan de ziekte van CROHN ZOuden dus niet op GMO-maiskolven mogen knabbelen!

Hoogachtend,

L Eijsten en J.van der Meulen.

== Zie ook ==


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.