Bezwaar tegen aardappelproefvelden DGM/SAS onder nr. IM 07-006 en IM 07-007

AANTEKENEN

 

BEZWAARSCHRIFT

Ook per e-mail verzonden aan BGGO@rivm.nl

Lelystad, 27 oktober 2007.

Minister J. M. Cramer

p/a Bureau GGO

Postbus 1

3720 BA Bilthoven

Geachte mevrouw Cramer,

Betreft; bedenkingen en bezwaar tegen voorgenomen proefvelden in Nederland t.w.:

IM 07-006

Procedure IM
Dossiernummer IM 07-006
Taakveld Landbouw
Rechtspersoon BASF Plant Science
Titel Application for the release into the environment of potatoes with altered starch composition according to the Genetically Modified Organisms Decree
Uitgangsorganisme aardappel
Genen en functies · korrelgebonden zetmeelsynthetase (antisense + RNAi), verlaagd amylosegehalte

· AHAS, acetolhydroxyacid synthase, herbicidetolerantie

Klasse indeling 1
Locaties binnen Gemeenten Borger-Odoorn; Lingewaard
Datum Vergunning
Datum Einde Vergunning
Status Ontwerpbeschikking

 

Op 06-07-2007 zijn van BASF Plant Science te Ludwigshafen twee vergunningaanvragen op grond van het Besluit genetisch gemodificeerde organismen Wet milieugevaarlijke stoffen (hierna: Besluit ggo) ontvangen voor introductie in het milieu van genetisch gemodificeerde organismen. De aanvragen zijn ingeschreven bij DGM/SAS onder nr. IM 07-006 en IM 07-007 .

De aanvraag betreft in het kort:

•  IM 07-006: kleinschalige werkzaamheden met genetisch gemodificeerde aardappelplanten met een verlaagd amylosegehalte en een herbicidentolerantie;

•  IM 07-007: kleinschalige veldwerkzaamheden met genetisch gemodificeerde aardappelplanten met een verhoogde resistentie tegen de aardappelziekte Phytophthora infestans en een herbicidentolerantie

De werkzaamheden zijn voorgenomen plaats te vinden in de gemeenten:

•  Borger-Odoorn in de omgeving van Valthermond;

•  Lingewaard in de omgeving van Flieren.

(Tekst uit de Kennisgeving van de Beschikking.)

Wij willen niet dat deze gentech aardappels, elk ander gentech gewas*, -fruit, -boom, gentech bloem, dito zaden of andere afleidingen daarvan, gentech insecten of gentech dieren (klonen), geïmporteerd, op de markt gebracht, bij planten, bloemen en (fruit)bomen gecultiveerd (aangeplant), gefokt (dieren, vissen), gehouden (insecten, bijen) of verhandeld zullen worden in Nederland. Nederland moet gentechvrij blijven, zodat de bodem gespaard blijft van gentech micro-organismen, -virussen, -bacteriën e.d., en het milieu gespaard blijft van ongewilde vermengingen of uitkruisingen via de lucht, bodem (schimmels BV), insecten of (grond)water of anderszins van biologisch -, traditioneel – en gentech zaad en pollen, afleidingen daarvan of andere onvoorziene gebeurtenissen. De biologische – en traditionele landbouw kunnen dan blijven voortbestaan. En dat de veestapel, de insectenwereld, micro-organismen e.d. en wij niet bloot zullen komen te staan aan onverwachte consequenties voor de gezondheid die inherent zijn aan het planten (bodemverontreiniging), verhandelen, consumeren (gezondheid!), loslaten in het milieu van gentech gewassen, -fruit, – bomen, -bloemen, .-producten, -micro-organismen e.d., gentech dieren, -vissen en dito insecten e.d., nu en in de toekomst.

Herbicide-resistente gewassen zijn alleen maar een andere manier van onkruid-management. Ten opzichte van alternatieven is een productievermeerdering een luchtkasteel. De alternatieven zijn misschien duurder in geld of mankracht maar dat is niet in het geding. De gewas opbrengst is in het geding.

  De genetische modificatie

De modificatie is uitgevoerd door middel van Agrobacterium tumefaciens transformatie, waarbij gebruik is gemaakt van de vector pAP2 of pAP4. Beide vectoren bevatten het uit aardappel afkomstige kgz cDNA. In de vector pAP2 is het kgz gen in antisense oriëntatie ingebracht en in de vector pAP4 als een inverted repeat structuur (RNAi450 kgz). Beide vectoren bevatten eveneens het ahas gen afkomstig uit Arabidopsis thaliana. Dit gen codeert voor het enzym acetohydroxyacid synthase (herbicidentolerantie). Voorts is op de vectorbackbone het aadA gen (selectiegen) gelegen.

Blz 2

In 2004 heeft de EFSA een opinie uitgegeven over de toepassing van antibioticum resistentiegenen in gg-gewassen (4). De EFSA heeft niet slechts geoordeeld over het gebruik van deze genen in gewassen voor veldproeven, maar ook voor teelt. Hierbij heeft zij ook de veevoederveiligheid en de voedselveiligheid in beschouwing genomen.
De EFSA neemt de stelling in dat genen die coderen voor resistentie tegen antibiotica welke gebruikt worden bij medische of veterinaire behandeling, speciale aandacht verdienen in de milieurisicoanalyse. Op basis van het belang van het antibioticum als therapie en het effect dat de resistentiegenen zullen hebben op het milieu en de gezondheid van mens en dier, heeft de EFSA antibioticumresistentiegenen ingedeeld in drie groepen:
In groep 1 bevinden zich resistentiegenen die reeds wijdverspreid zijn onder bodem- en darmbacteriën en die tevens resistentie veroorzaken tegen antibiotica welke van geen of weinig belang zijn als geneesmiddel. Een voorbeeld is het nptll gen.
Tot groep 2 behoren resistentiegenen die wijdverspreid zijn in micro-organismen in het milieu en die resistentie veroorzaken tegen antibiotica welke gebruikt worden als therapeuticum in bepaalde gebieden van de geneeskunde. Tot groep 2 behoort onder andere het aadA gen.
Als laatste bestaat groep 3 uit antibioticumresistentiegenen die resistentie geven tegen antibiotica welke van zeer groot belang zijn in de geneeskunde. Onder deze groep vallen de genen nptlll, aadA  en tetA.

De EFSA is van mening dat 1) de frequentie van genoverdracht van gg-planten naar bacteriën zeer laag is voor de drie genoemde groepen en dat 2) het is aangetoond – dan wel zeer waarschijnlijk is – dat een aanzienlijke ‘Pool’ van resistentiegenen reeds aanwezig is in bacteriën in het milieu (4). Onder het milieu wordt in dit geval verstaan:
bodem, planten, water, humane en dierlijke darm. Voor resistentiegenen in groep 1 concludeert zij dat er geen beperkingen zijn ten aanzien van het gebruik in gg-gewassen. Over genen in groep 2 is de EFSA van mening dat deze aanwezig mogen zijn in gg planten die gebruikt worden in veldproeven. Daarentegen stelt de EFSA dat het gebruik van genen uit groep 3 in gg-planten niet toegestaan kunnen worden voor veldproeven of teelt vanwege het huidige klinische belang van de antibiotica waartegen ze resistentie veroorzaken .

Uit de brief Van de Cogem aan het Min van VROM, 3 juli 2007

Waarom wil de Cogem het beter weten dan de EFSA? We zijn het deze keer eens met de EFSA.

De aanvrager zal alvorens de genetisch gemodificeerde aardappelplanten in het veld gezet worden gegevens aanleveren waaruit blijkt dat het aadA gen en andere op de vectorbackbone gelegen sequenties niet aanwezig zijn in de genetisch gemodificeerde aardappelplanten.

(ontwerpbeschikking) blz 8

Dat hopen we dan maar! Hoe wordt dat gecontroleerd? Kunnen wij dat inzien?

Mogelijk schadelijke effecten van een verlaagd amylosegehalte en evaluatie van de mogelijke gevolgen van deze effecten, indien ze optreden.

Er wordt overwogen dat ten gevolge van het ingebrachte kgz antisense of RNAi construct mogelijk directe en indirecte effecten kunnen optreden op het milieu: op planten, mens en dier, op insecten en micro-organismen. Ontwerpbeschikking blz 9

Nog meer mogelijke schadelijke effecten, dus niet doen!

Invloed op bodemmicroflora door verandering van macrocomponenten is eveneens een mogelijkheid. De verandering van de zetmeelsamenstelling in de aardappelknollen kan mogelijk leiden tot effecten op de bodemecologie, met name de bodemmicroflora, met als mogelijk gevolg een verstoring in de nutriëntkringloop in de bodem. (ontwerpbeschikking) blz 9

Men geeft zelf toe dat er invloed kan zijn op de bodemmicroflora! Nog een reden om af te zien van deze proef!

Verlaagd amyloseghalte: dit doet men om het zetmeel te verlagen. Vraag is
omdat aardappelen uit kunnen kruisen of dit in relevante gewassen komt. Je zou gewoon zetmeel kunnen verwerken en er zelfs bio-ethonal van kunnen maken. Waarom moet deze gmo? Herbicide en schimmel tolerantie: Schimmels ontwikkelen zich zo snel dat er bijna niet tegen te werken is met biotech. Beter is traditioneel veredelen met een grote groep schimmelziekte resistente genen ipv van 1 of 2 wat ze met biotech doen. Mens, bodem, natuur: Resistentie van aardappel-je kan je dan ook afvragen of hoe die genen zich in de bodemcultuur gedragen. Doden ze goede schimmels?
Natuur: aardappel kruist uit dus je zult ze in andere relevante gewassen
vinden.

Brief description of any measures taken by the notifier for the control of risks including isolation designed to limit dispersal, for example for monitoring and post-harvest monitoring proposals.
An isolation distance of 20 m to other potato varieties will be observed.

Blz 4, PART 2 (COUNCIL DECISION 2002/813/EC) SNIF

Slechts twintig meter! VB Schimmels kunnen zich enige kilometers verspreiden!

Wij willen niet, dat deze aardappels op proefvelden worden geplant. We vinden het een schandaal dat hier toestemming voor gegeven is.

Vriendelijke groet,

Miep Bos, ook namens Wieteke van Dort, Stichting Ekopark (machtiging en statuten reeds in uw bezit) en De Groep Bos.

8226 LC Lelystad

miep@gentechvrij.nl

www.gentechvrij.nl

CC per e-mail cie. vrom @tweedekamer.nl Leden en plaatsvervangende leden van de Vaste Kamer Commissie LNV, per e-mail cie. lnv @tweedekamer.nl Leden en plaatsvervangende leden van de Vaste Kamer Commissie VROM, te Den Haag.

PvdD info@partijvoordedieren.nl ,SP onderzoek@sp.nl , Christenunie wetenschappelijk instituut wi@christenunie.nl PvdA D.Samson D.Samsom@tweedekamer.nl

Groen Links Europese Unie interneteuropa@groenlinks.nl

Kathalijne Buitenweg kathalijnemaria.buitenweg@europarl.europa.eu

Jan Mulder jan.mulder@europarl.europa.eu

Diverse media

Bijlagen; 1

Sarkozy wil stop transgene teelten.

http://www.agd.nl/Algemeen/Artikel/Sarkozy-wil-stop-transgene-teelten.ht

Kanttekeningen bij de Uitspraken door de Raad van State d.d. 2-8-1999 inzake vergunning voor veldproeven met aardappelen, suikerbieten en koolplanten waarin diverse genen

Hier onze kanttekeningen bij de uitspraken door de Raad van State dd. 2-8-1999.


Betreft de Uitspraken door de Raad van State d.d. 2-8-1999 inzake door ons bestreden vergunningen aan v.d. Have, Kapelle, voor veldproeven met aardappelen, waarin diverse genen, waaronder antibioticum-resistentie-merkergen, met suikerbieten met antibioticia-resistentie(merker)genen, herbicide resistentie-genen en virusresistentie-genen en aan Bejo Zaden voor koolplanten met een antibioticum-resistentie-merker-gen, en een genconstruct voor insecten-resistentie (gna)

In deze uitspraken wordt vastgesteld, dat de Minister “een zekere beoordelingsvrijheid toekomt, die haar begrenzing onder meer vindt in hetgeen uit de meest recente algemeen aanvaarde milieutechnische inzichten voortvloeit”.

De VROM heeft hierdoor de vrijheid om risico’s te beoordelen volgens de nieuwste inzichten. Wij merken hierbij op, dat in haar analyse in de Beschikking van Kanamycine-resistentie-merker-gen uitsluitend wordt gerefereerd aan een rapport, dat in haar opdracht in 1991 werd geschreven.

Wij menen te mogen opmerken, dat er nog steeds geen consensus is over de algemeen aanvaarde milieutechnische inzichten.

De transparantie voor de consument wordt geweld aangedaan.
De vragen van de vragenlijst bij de aanvrage voor de vergunning kunnen wel juist zijn beantwoord, maar een goede risico-analyse is niet te maken. Zij moet betrekking hebben op reeds bestaande planten in de kas. In werkelijkheid zijn de vragen beantwoord n.a.v. plannen en niet van planten.
Een feitelijke risico-analyse van planten die klaar zijn voor het veld werd niet gedaan (omdat deze planten nog niet aanwezig waren).

En een risico-beoordeling is nu juist dat waar de consument op zit te wachten: een mededeling betreffende de risico’s.
Als in het kas-stadium bekend is, dat er altijd risico’s zijn, groot of klein, dan blijven die risico’s ook in de verdere ontwikkeling bestaan.

Het is dan voor de overheid duidelijker waar de verantwoordelijkheid ligt ingeval van latere schadeclaims.

Nu is het zo, dat de Minister – via veiligheidsverklaringen door de COGEM – volledig aansprakelijk is voor eventuele nare gevolgen- die te voorzien waren.

Het is net zoals in het verkeer: als je door rood stoplicht rijdt – ook al heb je goed uitgekeken, dat “er niets aankomt”- dan toch krijg je als burger een boete opgelegd. De Minister nu kennelijk niet, want die heeft een zekere beoordelingsvrijheid – goed of slecht, en geeft eventueel subsidie.

Heeft de burger die beoordelingsvrijheid in het verkeer ook?

Het vorenstaande kan een prima argument voor AVEBE zijn om een schadeclaim bij de overheid neer te leggen.

Helaas konden wij de Raad van State niet overtuigen.

Voor risico-overwegingen verwijzen wij graag naar het proefschrift van drs. Ad van Dommelen: “Hazard Identification of agricultural biotechnology” 1999.

J. van der Meulen, L. Eijsten


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.

Antibioticum resistentie, aantekening bij

== Aantekening ==

Aantekening bij antibioticum resistentie

== Auteur(s) ==

* Eijsten, Lily
* Meulen van der, J (Han)

== Aantekening bij Antibioticum resistentie (volledige tekst) ==

Als er in een plant (een GGO) een antibioticum-resistentie-gen is ingebracht, dan maakt die plant (in het geval dat dat gen in die plant tot expressie komt) een GEN-PRODUCT, dat in de orde-grootte van procenten van het gewicht van de plant kan voorkomen. (Het gen zelf weegt bijna niks).

Dit gen-product NEUTRALISEERT een groot aantal antibiotica.

Het toevoegen van antibiotica aan voer om snellere groei te bereiken wordt dan zinloos als dit gen-product wordt vervoederd. Ook de dierenarts staat machteloos wanneer dit gen-product reeds in het voer zit. Met lulkoek, als zou het gen-product door vertering onwerkzaam worden, moet je je niet ophouden.

Er worden in principe twee antibiotica-resistentiegenen gebruikt:

* A.  Kanamycine-resistentie.
Deze komt vrijwel altijd tot expressie. De antibiotica van het aminoglycoside-type, zoals kanamycine, neomycine, gentamycine, worden geneutraliseerd. In de veehouderij wordt jaarlijks 30.000 kg kanamycine gebruikt.

* B.  Ampicilline-resistentie.
Ampicilline-resistentie komt niet altijd tot expressie. Antibiotica, zoals gewone penicilline, welke betalactem-ring bezitten, worden geïnactiveerd (=geneutraliseerd).
De veearts staat bij ziekte nu niet geheel machteloos. Hij kan het medicijn van zijn keuze (penicilline) toch toedienen, maar dan tesamen met een INACTIVAT0R van de resistentie, een betalactamase-inhibitor.

Maar dit is toch wel een lachwekkende situatie.

Duidelijk: Het is absurd om antibioticum-resistentie in het veevoer toe te laten.

Het gebruik van antibiotica in veevoer leidt ertoe, dat er in het milieu steeds minder antibiotica-gevoelige bacteriën voorkomen. De kans dat je bij een besmetting te maken krijgt met een voor antibiotica-ONgevoelige bacterie wordt steeds groter. En de kans dat je een besmetting kunt genezen met een antibioticum wordt steeds kleiner.

* P.S. De Zweedse wet verbiedt het toevoegen van antibiotica aan het voer!
* P.S. Alle stammen van de tuberkel-bacil zijn ongevoelig voor alle antiblotica!

L.Eijsten en J. van der Meulen

== Zie ook ==


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.

Literatuur aantekeningen, uit archief TSS, Eijsten

== Titel ==

Geen, aantekeningen mbt wetenschappelijke artikelen. Rond 1998

== Omschrijving ==

== Auteur(s) ==

* Eijsten, Lily

== Volledige tekst ==

=== W59 – Kirsten Schlüter – 1995 ===

The gradual, stepwise alteration of artificial, positive control conditions to idealized natural conditions, however, allowed the characterization of factors that affected gene transfer, and revealed a gradual decrease of the gene transferfrequency from 6.3 x 10<sup>-2</sup> under optimal control conditions to a calculated 2.0 x 10<sup>-17</sup> under idealized natural conditions.

It is possible that this is the first and only case of HGT from a plant to a microorganism observed by a direct EXPERIMENTAL approach.

The influence of various parameters, such as marker gene concentration, amount to genomic DNA, and DNA structure on HGT can be analyzed. Most importantly, this approach allowed us to obtain a realistic extimate of the expected HGT frequently under field conditions.

Tot slot zegt ze:
These date as well as the calculations done at Calgene, which are vased solely on information present in literature, demonstrate that the likelihood of a HGT event occuring under non -selective conditions in the field is so low as to be essentially irrelevant to any realistic risk assessments invoicing transgenis plants.
(Zeno in de kantlijn)

=== W97a – Ciba Seeds ===

..these scientists said there is almost no chance of the ampicillin resistance being transferred to animals or humans, in part because the Stomach of any animal that eats the corn would destroy the gene’s nucleic …ds before it could be absorbed. The scientists contend that even if the gene survived, the chances of it being absorbed and expressed by bacteria in the stomach are insignificant because the gene and the target bacteria would not have the precise configurations necessary for such a process. Finally they argue that the transfer would not be dangerous even if it did take place.

Juist in deze destructieve omgeving kunnen bacteriën het losgeweekte gen oncorporeren. DOERFLER

HOFFMAN: In de maag gebeurt niets. Tast eiwit aan. DNA wordt pas in 12-vingerige darm afgebroken door een DNase uit de alvleesklier.

Lulkoek: want DNA overleeft de maag; eerst in de 12-vingerige darm in stukjes geknipt, niet verteerd.
dikke darm: bacterieculturen, neemt de stukjes op. Bacteriën worden competent, of vrij DNA.
*1. gen zelf is DNA – verteert niet in maag
*2. gen-product is eiwit, gaat in maag kapot.
*3. aryl phosphinothricine wordt in de darm gedeacetyleerd tot glufosinaat amm.-phos.thr.)
Als bacteriën onvoldoende voedsel opnemen worden ze competent. Dan kan je ze laten vermeerderen – worden ze incompetent. Oogsten, kunnen dan in die periode vreemde bacteriën opnemen of DNA of genen. Dan dus horizontale overdracht

FERMENTEREN IS GEVAARLIJK.

=== W130 – Robert Koch-Institut – 1996 ===

Die Expression des pat-GEN in den gentechnisch veränderten Pflanzen wird durch den Promotor un die Terminatorregion der 35S-RNA des Clauflower Mosaic Virus (CaMV) gesteuert. Das PAT-Protein wird in allen untersuchten Pflaanzenteilen gebildet. Nicht nachweisbar in den Pollen.

Bei den vorliegenden Zulassungen konnte jedoch nicht berücksichtigt werden, dass mit dem pat-Gen ausgestattete Rapspflanzen den Wirkstoff GLA zu dem Metaboliten N-Acetyl-L-Phosphinothricin umwandeln.

GLA besteht aus D,L-Phosphinothricin, vom dem nur L-Phosphinothricin herbizid wirkt.

Bei der Bewertung dieses neuen Metaboliten wurden die Angaben des Antragstellers beachtet, insbesondere,
* – Dass von N-Acetyl-L-Phosphinothricin eine wesentlich geringere Toxizität zu erwarten is, als von D,L-Phosphinothricin, dass N-Acetyl-L-Phosphinothricin in den GLA-toleranten Pflanzen nicht oder nur sehr langram abgebaut werden kann,
* – dass N-Acetyl-L-Phosphinothricin durch Mikroorganismen im Darm von Warmblütern wieder zu dem Herbizidwirkstoff L-Phosphinothricin zurückverwandelt werden kann.

Anwendung von GLA …. kann somit in Metaboliten resultieren, die in ihrer physiologischen Wirkung L-Phosphinothricin
entsprechen, aber zu höheren Rückstandsmengen führen könnten als bei der bisherigen Anwendung GLA-haltiger Herbizide im Rapsanbau.

Norm voor residu te hoog. Vastgesteld voordat Japanners op niveau v. huidige NOEL een maximum effect vonden.

Slot:

Einige der vom Anmelder eingereichten Informationen werden von der zuständigen Behörde als informativ, jedoch nicht relevant fUr ihre Entscheidung angesehen. Sie wurden akzeptiert und sind insofern Bestandteil der Anmeldung, jedoch wurde aus eine kritische Prüfung dieser Teile, die möglicherweise Korrekturen erforderlich gemacht hätte, VERZICHTET, Dies betrifft unter anderem die folgenden Anhäbge:

Anhang: 3C.Volkmar, etc.: Supplementaru ecologigal monitoring of a transgenic, [[Basta]]-resistant winter oilseed crop cultivated at Friemar… during the season 1994/95;

Ashang 12: R. Schneider…. Fate of introduced DNA in gut: Degradation of ph.acetyl transferas gene from transgenic rape HCN 92…in stomach fluids from pig, chicken, and cow.

=== W142 – W. Doerfler – 1994 ===

De onbewezen aanname, dat DNA verteerd wordt, wordt weerlegd.


Diese Resultate sind bisher in 50 unabhängig voneinander durchgeührten Fütterungsversuchen unter verschiedenen experimentellen Bedingunen …. reproduziert werden.


Wir folgern aus diesen Resultaten, dass selbst ungeschützte M13-DNA in erheblicher Menge das nukleolytische Potential des Gastrointestinaltraktes zu überstehen vermag, and dass wenige Prozent der app1izierten DNA in Form hoch-rekombinationsfähiger Fragmente von bis zu fiber 20 Prozent Lärnge des Phagen-Genoms, also durchaus von Gengrösse, im Kot der
gefütterten Tiere nachgewiesen werden können.

Het vervoederde kan zelfs in kleine fragmenten de bloedbaan van dieren binnendringen.

Eenmaal binnengedrongen, RECOMBINEERT het zelfs (omdat het fragmenten zijn!) en komen zo zelfs aantoonbaar tot expressie.

=== W143 – Watanabe – dec. 1996, 1997. ===

These observations demonstrate that Glufosinate specifically induced APOPTOSIS in het neuroepithelium of embryos.

APOPTOSIS = geprogrammeerde celdood.

Bij de door Hoechst opgegeven NOEL van 10 microgram per ml. (Watanabe-cijfer) werden bij muis embryos welke zich in vitro ontwikkelden in (ratte-)serum geconstateerd, dat de hersencellen uitgebreid apoptosis vertoonden.

Zelfmoord door afscheiding van stoffen, welke de cel inwendig vernietigen; deze zelfmoord wordt gereguleerd door een zelfmoord-gen, dat kennelijk door GFL, wordt aangeklikt.

=== W145 – T. Hoffmann – 1994 ===

EXPERIMENTEEL gevonden:

..Transfer events from higher transgenis plants via the soil to different soil microorganisms.

Dus horizontale overdracht van plant naar schimmel, van dood bodemmateriaal naar schimmel.

=== W146 – Dr Mae-Wan Ho -1996 ===

”’Genetische Modificatie”’ zal geen grotere opbrengst geven om de wereldbevolking te voeden. NIET VOOR DE CONSUMENT

zal de bestaande biodiversiteit waarvan we wezenlijk afhankelijk zijn i.v.m. het optreden van nieuwe plagen en ziekten ondergraven.
(Goede formuleringen om over te nemen).

Schitterende verhalen over horizontale gen-overdracht.

=== W148 – Hwather L. Davis – 1993 orig.===

DNA-based immunization etc.

Dit betekent, dat het vrij DNA ingespoten bij de mens ”’In het menselijke genoom wordt geïncorporeerd”’ en daarna zelfs tot expressie komt, getuige de anti-lichamen tegen het tot expressie gekomen eiwit.

=== W149 – Rainer Schubbert, etc. – 1994 original article ===

Parafrase van de titel.

Hoewel algemeen verondersteld wordt dat DNA snel, efficient en quantitatief wordt gedegradeerd, geïnactiveerd, verteerd tot eenvoudige laagmoleculaire verbindingen, zoals suikers, purine en piridine-basen en fosforzuur, blijkt dit beeld onjuist.

DNA kan alleen door een DNase uit de pancreas worden aangepakt en zelfs VRIJ (dwz. niet verpakt in de te verteren voedseldelen) DNA:
* passeert de darm deels in grote brokken tot 20% van de oorspronkelijke genoom-lengte;
* deze brokken kunnen ook in de bloedbaan worden gevonden.

”’Aangetoond”’ voor een bepaald DNA-stuk Phage M13 met behulp van moderne analyse- technieken.

Elders wordt aangetoond, dat zoogdiercellen competent zijn om deze brokken uit de bloedbaan op te nemen in het genoom (Horizontale gentransfer).
(een bespreking van de medische consequenties door Doerfler elders:)

In het verleden wist men natuurlijk dondersgoed, dat in muizekeutels en in mensenstront DNA zit, zelfs heel veel, maar ”Dit werd toegeschreven aan de inhoud van de levende bacteriën”, waaruit deze stront voor de helft bestaat! Nu kunnen we DNA-stukjes herkennen, we zijn bezig het menselijk genoom in kaart te brengen (100 miljard baseparen!) en nu kunnen we ook een stukje DNA dat via de mond naar binnen komt, in de keutel HERKENNEN. Vandaar dit toch wel baanbrekend artikel!

=== W150 – D. Heitmann.. – 1993 orig.onderzoek ===

Bewijst dat horizontale gentransfer van bacterie naar zoogdier ook zonder promotor mogelijk is!

Dus wijzelf staan ook bloot aan het verkrijgen van de resistentie-genen uit de bacteriën.

=== W151 – M.G. Lorenz en W.Wackernagel – 1994 (W359?) ===

Betekenis van dit rapport:
Hoewel “Natural Transformation” al 35 jaar bekend is werd vòòr Lorenz verondersteld dat één van de voorwaarden voor deze Naturel Transf. was, dat de recipiënt zowel als de donor “competent” waren, d.w.z. in een speciale bereidheidstoestand verkeerden om dit huzarenstukje te volvoeren. Wackernagel toont nu 3 dingen aan:
*1. In de natuur komt “naakt”, “vrij” DNA voor, ontstaan door lytische (verterings-, degeneratie-) processen;

*2. Naakt DNA verrot in de bodem niet, maar persisteert als het zich aan b.v. kleimineraal hecht;
*3. Een competente recipiënt is in staat om dit vrije DNA klei-kristallen af te grazen.

Een bacterie heeft dus in principe de beschikking over de TOTALE GENENPOOL van alle levende wezens (mensen, dynosauriers, mastodonten, maisplanten, alles).

Dus, door antibioticum-resistentie-genen bij planten uitgebreid toe te passen, ga je het milieu voor eeuwen vervuilen, met de mogelijkheid voor bacteriën om deze resistentie op te
pikken.

=== W132 – NAP – Kanamycine rapport – 191 ===

Hieronder volgt slechts een voorbeeld van “stapeling” Parafrase van redenering op blz xxx)

* het verwerven van nieuwe resistentie heeft alleen significante gevolgen als er seclectiedruk is;
* In Nederland wordt (handelsstatistiek) A kg [kanamycine] per jaar verkocht; de selectiedruk moet hier vandaan komen.
* Deze kanamycine komt uiteindelijk terecht in B kg mest van de veestapel; de gehele veestapel levert B kg.
* uitgereden op het land en verspreid over het totale grondoppervlak beschikbaar, daarvoor komt deze B kg terecht in de bovenste 5 cm grond;
* We kunnen dan berekenen dat de concentratie kanamycine in die grond C is;
* Een concentratie C heeft bij experimenten in lab nog juist geen geen meetbare invloed op een bepaalde soort niet-resistente organismen (nog net wel op een andere)
* DUS: het loopt wel los met het gevaar van extra verworven resistentie (Stelling).

Deze OPEENSTAPELING van feiten, premissen en gedachtespinsels IS ZWAK.

Er zijn namelijk stiekem, een paar valse premissen onuitgesproken binnengeslopen (net zoals bij de paradox van Zeno. De valse premisse bij Zeno was, dat de redenering zich in een oneindig continuum kon afspelen (het gebruik van “nooit”) maar de redenering is beperkt tot een eindige tijd en het moment van “inhalen” valt erbuiten).

* Dat het berekeningsresultaat voor totale exacte menging ongunstiger voor de stelling zou uitvallen als onvolkomen menging met hoge concentratie naast zeer lage.
* Dat de werkelijk relevante plaats van de selectiedruk de in cultuur gebrachte bovengrond van Nederland is -andere plaatsen zouden onbelangrijk zijn (b.v. darmen van dieren, opslag-plaatsen van gier);
* Dat de keuze van 5 cm bovengrond een ongunstiger resultaat oplevert dan andere keuzes, zoals bij 1 mm;
* Dat de keuze van 5 cm realistisch is.
* Dat de berekening voor de hele veestapel en het totaal uitgereden oppervlakte ongunstiger uitvalt als voor de betrokken veestapel en het daarbij behorende oppervlak.

In de tijd van Zeno wist men nog niet, dat het optellen van oneindig VEEL dingen soms toch maar een eindig resultaat heeft.
Men meende dat als je er maar bij blijft optellen xxxxx(redactie: volgende regel is weggevallen)

Dit rapport kan niet serieus worden genomen in zijn CONCLUSIES, omdat de conclusie een gevolg is van een opeenstapeling van argumenten, waarbij valse premissen binnen kunnen sluipen.

L. Eijsten.

== Zie ook ==


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.