Notaoverleg biotechnologie 21 en 28 januari 2002

== Titel ==

Notaoverleg biotechnologie 21 en 28 januari 2002, reactie van Lily Eijsten.

== Omschrijving ==

Reactie van L. Eijsten  op gevoerde debatten in de 2e kamer over Notaoverleg biotechnologie. Datum 18-02-2002

== Auteur(s) ==

* Eijsten, Lily

== Volledige tekst ==

Nota’s overleg BIOTECHNOLOGIE met Ministeries en leden Tweede kamer op 21.1.02 en 28.1.02.

De bijwoning van het debat op 28.1.02 en de kennisname van de verslagen van de debatten op 21.1.02 nopen mij te reageren op de diverse uitlatingen van de beleidsmakers.

Het spijt mij te moeten constateren, dat niet iedereen op de hoogte is van belangrijke feiten, hetgeen ik een kwalijke zaak vind, want de consument zou toch moeten kunnen vertrouwen op de beleidsmakers, die met zijn allen de Overheid uitmaken, en die het anker moeten vormen voor het z.g. consumentenvertrouwen.

Zo meldde Mevr. Swildens dat de tijdelijke Commissie Terlouw, ingesteld door de Kamer, bedoeld was om de behandeling van nota’s betreffende VOORLICHTING en UITLOKKING VAN EEN PUBLIEKSDEBAT in goede banen te leiden.

Wat moet IK verstaan onder de “bezielende leiding” van Mevr. Terpstra, als ik lees, wat Renate Dorrestein in de NRC van 10 januari jl. zegt, dat het JUIST DE BEDOELING WAS stemmen van de organisaties met principiële bezwaren wat BUITEN SPEL te zetten? Is dat democratisch? Hiermee zijn de percentages van voor-en tegenstanders meteen VERVALST!

De opmerking, dat de pers hier veel aandacht aan het onderwerp besteedde kan wel kloppen, maar alleen aandacht voor de geluiden van de voorstanders!

Verder komt het bij mij over als bestond er een schadelijke GEDRAGSCODE voor de media. Wel wordt geschreven over het schaap Dolly en knock-out biggetjes. Het lijkt wel komkommertijd.

Niets wordt geschreven over b.v. antivries in het milieu en eczeemgevallen tengevolge van b.v. drift van herbiciden. In de formulering van Finale en Liberty b.v. zit 10% [[propaandiol]] – een antivries – hetwelk eczeem veroorzaakt. Dit antivries zit ook in veel cosmetica.

Ik ben me zeer goed bewust, dat we in een tijd van “Umwertung aller Werte” leven en dat we een eenmaal in gang gezet proces moeilijk kunnen omkeren, aangezien de aanwezig kennis zeer beperkt is, en we de gevolgen niet kunnen overzien vooralsnog. De tovenaarsleerlingen kunnen de processen niet terugdraaien.

Daarom is het interessant en belangrijk alle discussies en de huidige kennis over zo’n 40 jaren nog eens terug te zien. Vooral die beweringen van “verwaarloosbaar” als het op schadelijke effecten aankomt. Dat zei men zo’n 40 jaren geleden ook van asbest!

Gevraagd aan de Heer Noome van Advanta of hij wist wat de samenstelling van het herbicide is waartegen hij zijn planten resistent maakt antwoordde hij negatief.

En heeft U wel eens bezwaarschriften tegen proeven door de firma Mogen International met aardappelen voor productie voor Trehalose (een zoete zoetstof) met toepassing van cyanamide (groeimiddel, ontbladeringsmiddel, verouderingsmiddel) en de pleitnota van de firma en het commentaar van de Raad van State gelezen? Eerst doen.

Het is inderdaad moeilijk te laveren als de overheid duidelijk en betrouwbaar moet blijven. Ik benijd de beleidsmakers echt niet, als die stand moeten houden in de storm van de uitdagingen van genomics, en de zweep van de economie, en de consequenties daarvan door de beleidsmakers niet te zijn overzien. Niemand trouwens. Maar: voorlichting is een farce en goede voorlichting heb ik nog nergens gezien. Kan iemand mij die eventueel toezenden?

Het is daarom belangrijk om zelf de internationale literatuur te bestuderen. Aan kennis ontbreekt het duidelijk -na lezing van de stukken – en toch moet de politiek de eindverantwoordelijkheid dragen. Maar wie of welke instantie is dat in de praktijk. Een staatsverzekering? Of zoiets als verzekering tegen aardbevingen? (langs de Rijn, Limburg, Nd.Brabant).

Als er gesproken wordt over de Cogem en de verantwoordelijkheid van de adviseurs, krijg ik een vreemde smaak in de mond, De Cogem heeft tot 2 x toe n.a.v. de proeven met de Avebe-aardappelen A priori en A propos deze veilig verklaard, ondanks de aanwezigheid van Amikacine, waardoor nog 16 andere antibiotica onwerkzaam zouden worden. Daarover reppen Cogem en Avebe met geen woord. Logisch, dat ik de nieuwe aardappel met wantrouwen tegemoet zien! Diezelfde Avebe handelt buiten de boeren om, net zoals nu Cebeco 40.000 boeren buiten spel heeft gezet, om geen lastige discussies met de z.g. deelhebbers in de B.V. te hebben. Stommelingen.

Over voorlichting gesproken. Kent U de gedragscode wetenschappelijke onderbouwing Gezondheidseffecten ten behoeve van Gezondheidsclaims voor eet- en drinkwaren 1998? (Voedingscentrum). Ik moet aannemen, dat alle beleidsmedewerkers deze gedragscode kennen – en daarom snap ik niet, dat er geen storm van protest opsteekt, (Ik heb van deze gedragscode een uittreksel gemaakt van 3 bladzijden).

Gelukkig is het Voorzorgsbeginsel aanvaard, en het is onbegrijpelijk, dat er lieden zijn, die dit Voorzorgsbeginsel de nek willen omdraaien. (Zoals de Heer Simon Roozendaal van de H.A.N. onlangs in Elsevier!). Die hadden de hongerwinter nooit overleefd!

Heeft U er ooit bij stilgestaan, dat simpele etikettering niet zoveel zoden aan de dijk zet? Op het etiket moet niet alleen staan, dat er GGO’s inzitten, maar ook welke, b.v. residuen van antivries (propaandiol)!

Als misschien straks in Nederland vergunning wordt verleend om deze Liberty zonder beschermingskappen toe te passen op GM-mais (toekomstmuziek) (Liberty is toegelaten tot 1.7.02 op juridische gronden), dan kan doordat de maisplant resistent is tegen glufosinaat ammonium “technical” er op het onkruid Liberty gespoten worden, Ook moeten wij vooral letten op geïmporteerde grondstoffen. Er worden natuurlijk vastgestelde normen in acht genomen.

Een probleem zit ook in de detectie-methoden. Als b.v. Fujii aangeeft in haar rapport dat ernstige neurotoxische effecten optreden bij jonge zoogdieren bij zeer lage dosering van GLA (zij ging tot 1 mg/kg gewicht, dan vindt zij ook, dat de effecten bij 1 mg/kg en 5 mg/kg niet bijzonder verschillen.

De conclusie is dan, dat waarschijnlijk bij 1/2 mg/kg of nog minder bijna dezelfde effecten gevonden zullen worden als bij 5 mg/kg. Hiernaar moet onderzoek worden gedaan, in plaats van de bevindingen van Fujii onder tafel te schuiven. Als consument denk ik dan: men kan wel door precisie-instrumenten naar de maan gaan, dan moet men ook betere detectie-methoden kunnen maken – als men maar wil. Maar ja, als men zo’n 80% van de publieksgelden voor chemisch onderzoek laat beheren door het bedrijfsleven (om het niet in een bodemloze put te laten verdwijnen) zoals het standpunt is van de Ned. Chemische Industrie, dan komt de vrijheid van de universiteiten behoorlijk in de knel, en blijven de witte plekken in het onderzoek bestaan. Consequentie: wat zijn dan nog “onafhankelijke deskundigen?”

Er is een Amerikaan, die reeds stukken maan-grond verkoopt voor een mooie prijs. Waar moeten straks de boeren, die hun bedrijf moeten beeindigen en verkopen, en graag naar de maan zouden willen gaan, dan nog naar toe? Zelfs de maan is bezet. Dus: vasthouden wat je hebt!

De Heer Feenstra stipt “wezenlijke gelijkwaardigheid in het voorbijgaan aan – gaat niet inhoudelijk in op dit gladde ijs, maar vindt dat wij er beter van moeten worden, en vraagt zich dan ook af waar die “gouden bergen” dan wel blijven. Nou, de Solaris-groep waartoe Monsanto behoort kwam met zestien redenen waarom er geen gouden bergen zouden kunnen komen! En als je goed leest, dan kunnen veel oorzaken liggen bij de boeren, die “hun” zaden gebruiken. Een heel grote winst-waarschuwing! Maar dit is natuurlijk ook bij de beleidsmakers bekend! Netto verbetering zit er dus niet in. Men kan grotere aerealen inzetten, maar per oppervlakteeenheid kan er niet meer energie uitgehaald worden dan er ingebracht wordt.
De lange-termijn-effecten worden voorlopig niet positief beoordeeld. Daarvoor moeten we over 30 à 40 jaren terugkomen.

Om de mening te vragen van de niet-geïnformeerde meerderheid is de grootste flauwekul, vooral als de tegenstanders al bij voorbaat buiten spel werden gezet. Maar dat wisten die brave burgers niet!

De Neer Feenstra stipt even aan, dat de belangrijkste voorwaarde is vertrouwen in het bedrijfsleven, wetenschap en overheid. Helaas zijn we niet in Utopia. Ik heb reeds eerder genoemd de gedragscode van de Gezondheidseffecten Gezondheidsclaims (Voedingscentrum) 1998.

Heer Feenstra, hoe weet U, dat er in de literatuur geen aanwijzingen staan die de zorgen rechtvaardigen? Welke literatuur leest U – persoonlijk? Ik kan U zeggen: de misleidingen zijn niet van de lucht, maar U merkt ze niet op. Degenen, die ze wel zien worden buiten spel gezet! Aardigheidje: van een opgave van ca. 150 referenties was NIETS in Nederland verkrijgbaar. De documenten gingen over stoffen in de formulering van herbiciden en pesticiden, welke schadelijker zijn voor de gezondheid dan de z.g. werkzame stof. Nu heb ik zelf zo tussen de 100 en 150 documenten, dus maak ik mij hier niet meer zo druk over. Maar tekenend is het wel. Weerspiegelt de stand van de wetenschap die hier bekend is bij de beleidsmakers.

Overigens, U schrijft over de zorgen onder het publiek. Behoort U zelf niet onder dat publiek? Heeft U zichzelf er persoonlijk van overtuigd, dat bedoelde literatuur niet bestaat? Of herhaalt U simpel datgene wat men U vertelt?

Het is ernstig, dat U dat zomaar voetstoots aanneemt van de Commissie Terlouw, die een spreekbuis is van eenzijdige communicatie, al beweren ze van niet! U, Heer Feenstra, bent ook gemanipuleerd en U hebt het niet gemerkt! Het kabinet staat ervoor het publiek niet te misleiden, maar houdt zich steeds aan een rapport uit 1991 (het z.g. kanamycine-rapport) en de Raad van State eveneens.

Wat verstaat U echter onder gentech-voedsel? Toch niet de “genen” in het voedsel. De titel Eten en Genen is misleidend. Zou moeten zijn: “Eten van genproducten”. Kannibalen werden ziek van mensenvlees! Allemaal genproducten aan het eind van de voedselketen!

Wie of welke organisatie heeft U ingefluisterd, dat er geen wetenschappelijke publicaties zijn over de veiligheid van GM-producten (of onveiligheid)? De GM-producten moeten eerst op het land geproduceerd worden. En daar begint al de ellende.

Met de pesticiden, en dientengevolge de geacetyleerde herbiciden/pest. in de plant. Voorbeeldje: in Finale/Liberty zit o.a. antivries (propaandiol) 10% en alkylethersulfaat 30%. die zorgen voor dermatitis en cardiovasculaire effecten (volgens valabele documenten). Wat doet de rest?

De EPA verklaart niet in te staan voor de gezondheid van publiek en kinderen in o.a. openbaar groen, omdat ze de samenstelling van de pesticiden niet kennen.
Plezierige wandeling.

Die residuen zitten nog niet in voedsel, maar dat komt vervolgens. Ondertussen wordt het publiek ziek (eerst sensibilisatie en bij later contact met (o.a.antivries/ propaandiol): eczeem.

U weet ongetwijfeld, dat er de laatste jaren een explosie is van eczeem. Zie het artikel in het AD van 15 juni jl.: een interview met Dr.A.Oranje van het Dijkzigt Ziekenhuis Dat antivries zit overigens in vele cosmetica (b.v.Zovirax).

Waarom komt dit niet grootscheeps aan het licht? De commerciële testen deugen niet. Een commerciële test is afgekeurd wegens een te laag percentage propaandiol, met de drager vaseline i.p.v. water: Dit was een test voor propaandiol, maar gezien in Finale/Liberty 10% propaandiol zit, is de test ook belangrijk voor de herbiciden.

Op mij persoonlijk werd tot 3x toe een test toegepast met een gemiddeld 100 x tot 200 x te laag percentage propaandiol. En dan nog als drager vaseline!

Derhalve moet ik dus concluderen, dat dit wereldwijd zo gebeurt, anders was er wel in de medische literatuur iets over verschenen! Nu moet IK aan de bel trekken, met valabele rapporten in de hand: dat wel. Mijn zorgen zijn gerechtvaardigd. Een eventueel etiket behoort aan te geven dat met o.a. antivries gewerkt werd!!!

Nogmaals met betrekking tot die lange-termijn-effecten is het nuttig zich te verdiepen in het Asbest-probleem.
40 jaren geleden al actueel en nu na 2 generaties gevolgen. Het is zaak de kritiek van heden op de herbiciden zuinig te bewaren!

De Heer Poppe noemt de Ned.Voedsel Autoriteit en wederom wil ik het vorengenoemde gedragscode memoreren, hetwelk bij U allen bekend behoort te zijn. Ga U schamen!

Mevr. Halsema stipuleert duidelijk, dat er geen kennis aanwezig is met het oog op de lange-lermijn-risico’s. Begrijpelijk. Als er geen kennis is, houdt alles op. Misschien betere literatuurvoorziening voor de consument. Iets voor de Heer Udo?

De Heer Stellingwerf meldt dat je in de media “niks” vindt. Eerst goede informatie, dan kiezen. Als dat nog kan.

Garantie voor voedselveiligheid is uitgehold, is afhankelijk van belanghebbenden: eczeem ten gevolge van drift of gen-product in de plant (door spray (van glyfosaat, Bt, GLA); kan aanklikken tot oedeem, en bij beschadiging tot Ulcus Cruris – en gedonder met antibiotica. En dan heb je nog milieuproblemen: schade aan vogels, vissen, kleine zoogdieren.
Er zijn zoveel goedwillende mensen, maar ze zijn nergens toe bij machte – geen kennis.

Hr. v.d. Vlis: als er geen kennis is, is er ook geen vooruitgang! Zo simpel is dat. Alleen gezwets. Positieve grondhouding: als je plat ligt moet je maar overeind gaan staan.

De Heer Feenstra ziet het goed. In de bezwaarschriften aan VROM en de beroepschriften aan de Raad van State vindt U de vinger, die gelegd werd op lange-termijn-effecten en tekortkomingen in de risico-analyses, en de verzoeken tot niet-toelaten van een bepaald procedé.

Een aardigheidje is ook b.v. dat als je in een bezwaarschrift iets niet beschreven hebt je in het latere beroepschrift bij de R.v.St. daar niet meer mee kan aankomen, ondanks nieuwe interessante desbetreffende literatuur. Omdat de R.v.St, dan geen gelegenheid meer heeft die nieuwe argumenten door deskundigen te laten onderzoeken!

Tijdig zicht op effecten op de lange termijn vereisen een zevende zintuig. (Zesde zintuig is de “smaak van allergenen!”) De Raad van State is ook geen jo-jo.

Overigens, nieuwe gezichtspunten – bekend geworden nà de aanvrage – behoren door de aanvrager gemeld te worden.
Is het daarom, dat wij in de commentaren van VROM, R.v.St., en pleitnota’s steeds vermeld vinden, dat er sinds 1991 geen nieuwe feiten bekend zijn geworden in de literatuur?

Conclusie: men leest de alomtegenwoordige literatuur niet. Ik vind niet dat alles wat instituten beweren, maar voetstoots kan worden aangenomen. En verwijs weer naar die Avebe-aardappels.

Er behoort een risico-analyse gemaakt te worden voordat de planten in het veld komen – dus nà de kasperiode. Hier wil men steeds onderuit komen.

Over die mondiale schandvlek: het wereldvoedselvraagstuk. Ik hoorde, dat Europa meer geld voor de derde wereld beschikbaar stelt dan de VS. Is dat juist? Dus wie doet het meeste aan de oplossing van het wereldvoedselvraagstuk?.

De Heer Feenstra spreekt over producenten. Hij bedoelt toch zeker wel “producenten van het uitgangsmateriaal” en niet de boeren, al wordt het zo de laatste tijd voorgesteld. De consumenten met hun gereserveerde houding noem ik ongeïnteresseerde, niet geïnformeerde meerderheid, die absoluut niets weten van risico’s. Weten de aanwezigen dat wel? De mondige consument wordt doelbewust buiten spel gezet.

Mevr. Ross stelt het overdragen van kennis door het bedrijfsleven aan scholieren aan de kaak. Ziet de Heer Feenstra het gebeuren, dat de industrie in debat gaat met kritisch publiek, dat juist buiten spel werd gezet?
De Heer Feenstra moet een kritischer grondhouding aannemen zoals de Hr. Dittrich bedoelt.

Ik wil bij gelegenheid wel met misleidingen komen door de industrie. Die complimenten van de Hr. Feenstra voor de Commissie Terlouw: wat is daarmee bedoeld? De rest zwijgt.

De Heer Udo trekt ook mooi van leer. Ongeveer alles zal ingrijpend veranderen. Inderdaad: er is een explosie van eczeemgevallen.

In Nederland moeten biotech-toepassingen verantwoord en veilig plaatsvinden. Natuurlijk. Proeven met GMO’s moeten zeer zorgvuldig geschieden. Het algemeen aanvaarde Voorzorgprincipe is een groot goed en moet bijzonder in de gaten gehouden worden, vooral gezien de ontwikkelingen in een mondiaal kader.

De wereld is groot, arealen met GGO-gewassen kunnen gemakkelijk uitgebreid worden. In Nederland is dat anders. Wij lopen niet graag de zee in. Ik heb jaren geleden eens gehoord dat in de V.S. van boeren land opgekocht werd en betaald met certificaten. Hoe dat zat moet ik nog eens uitzoeken. Hier is dat anders. Landbouwgebieden onder Water? Natuurgebieden weer landbouwgrond?

Die grote arealen met GMO’s in de V.S. geven zorg. Alsmaar maisgluten overhouden. De meest waardeloze rest van mais, die men hier wil afzetten. Is het daarom, dat Cebeco – mengvoederbedrijven – brood ziet in vlees, d.w.z. afzet voor maisgluten in veevoeder?

Mevr. Ross ziet het goed. Overigens dat woord “toetsen” hindert mij. Dat is slechts het invullen van een vragenlijst. Zoals de vrijwillige diervoeder-test. Daar kan je alle kanten mee uit. Veel geïmporteerde zaden worden in het exportland niet getest. Het is toch maar veevoeder (Canada).

En dat bedrijven grote investeringen doen voor octrooien op hun naam en eventueel subsidie ontvangen? Mooi. Daardoor wordt de waarde van die bedrijven aanzienlijk groter en aantrekkelijk voor overname. En dat gebeurt dan ook. Wegvloeien van kapitaal.

Als de Heer Udo een open oog heeft voor de risico’s en gevaren, hoe kan hij zich dan positief willen opstellen t.o. van de niet meer tegen te houden technologie? De Cogem knapt het wel op. Echter met die Avebe-aardappel zaten ze goed fout. Gelukkig hadden wij nog het RIVM-rapport dd. 12.8.99, dat meldde dat Amikacine een laatste redmiddel zou zijn in ziekenhuizen echt geen “flauwe kul” is.

Namelijk: Amikacine wordt in de kliniek gebruikt wanneer een bacterie resistent is tegen gentamicine, en bij TBC. Het wordt zo min mogelijk gebruikt, omdat Amikacine ook toxische eigenschappen bezit.
Een initiële therapie met amikacine kan worden ingesteld bij ernstige infecties, waarbij nog geen veroorzakend micro-organisme is geïsoleerd of waarbij de gevoeligheidsresultaten nog niet bekend zijn.” We wachten de “lopende aanvraag” voor de nieuwe Avebe-aardappel maar af.

De heer Udo wil graag de indruk geven, dat hij alle binnen- en buitenlandse literatuur heeft bestudeerd. Hij weet dus, dat er een grote kennis-afstand is tussen wetenschap en publiek, en wil dat zo houden, en de keuze van de toepassingen afstemmen op de maatschappelijke wensen en behoeften. Brood en Spelen.

Gelukkig, dat de maatschappelijke organisaties en “individuen” steeds weer de kans krijgen een eigen standpunt in te nemen. Daarna worden ze weer buiten spel gezet! De Commissie Terlouw heeft er wel voor gezorgd, dat de voorstanders nu hun koppen boven het maaiveld hebben uitgestoken. Chapeau voor Terlouw!

Natuurlijk zijn er fantastische toepassingen in de biotechnologie. Dat weten we allemaal wel. Maar waarom moeten in de voedselsector zoveel gezondheidsSCHADELIJKE stoffen in PESTICIDEN toegepast worden, die geheim zijn voor het publiek – vooralsnog – in opdracht van de producenten van het UITGANGSMATERIAAL? (Fabrieksgeheim!).

Ernstig is, dat de COMMERCIELE TEST VOOR ECZEEM – d.w.z. op het antivries Propaandiol (intussen afgekeurd) als onderdeel van bestrijdingsmiddelen – waarschijnlijk wereldwijd – de kwalijke gevolgen van dit antivries versluiert.
Derhalve vindt men in de literatuur (behalve enkele) geen ziektegevallen tengevolge van herbicide-gebruik genoemd!
En helemaal niet, als men de buitenlandse literatuur buiten de deur houdt.

Kan de Heer Udo mij uitleggen wat veilig “genoeg” inhoudt? In de belevingswereld van de consument? Vertrouwen??? Hoog nut. (voor wie?), hoog risico (voor wie?).
Als de Heer Udo begint, dat door transparantie en volstrekte openheid van zaken het consumentenvertrouwen teruggewonnen kan worden, dan word ik kotsmisselijk. Sorry voor deze uitdrukking, en verwijs wederom naar de Gedragscode wetenschappelijke onderbouwing Gezondheidseffecten ten behoeve van Gezondheidsclaims voor eet- en drinkwaren 1998 (Voedingscentrum). Een vrijwillige code.

 

Een paar “aardigheidjes uit deze Gedragscode:
* “Het dossier bevat in elk geval een volledige weergave van alle niet openbare wetenschappelijke onderzoeken, waarop de Aanvrager zich beroept..” (dus NIET—valabele literatuur!) en
“4.12 Indien de Aanvrager de beoordeling door het panel niet juist acht, kan hij het Voedingscentrum binnen drie weken na ontvangst van het Beoordelings-formulier verzoeken een nieuw panel samen te stellen”…

Zo’n panel bestaat uit drie – door zichzelf uitgeroepen -“onafhankelijke deskundigen”.!!!!

Het zou dus kunnen zijn, dat die deskundigen half werk hebben geleverd. Maar…. wie betaalt de schade – eventueel – door een goedgekeurd product? Die panelleden? Die hebben zichzelf als deskundig geprofileerd. Vrijwillig. De Heer Udo is voor die gedragscode “gevallen”.
Graag hoor ik het commentaar van de Heer Udo, dan kan dat in de krant.

Mededeling voor de Heer Poppe: Bekijkt U het octrooi maar eens van Mogen voor hun Trehalose-aardappel (die produceert een zeer zoete zoetstof met toepassing van Cyanamide. Het is wel een interessant product! (Ons bezwaarschrift n.a.v. dossier 99/09).

Geen gevaar te duchten van het eten van GM Soja of GM Mais? Wel als je eerst gesensibiliseerd (gevoelig gemaakt, ofwel ziek gemaakt) bent door b.v. drift van herbiciden toegepast tijdens de teelt.

Een belangrijk punt van de Heer Udo is het feit, dat de wettelijke termijn voor behandeling van milieu-vergunningen niet altijd in acht genomen kan worden, en dat dit het kabinetsbeleid niet stimuleert. Jammer voor de Heer Udo: een “fast shuffle” is niet bevorderlijk voor de veiligheid.
Die “fast shuffle” zit ook de Raad van State dwars, waar zij zegt, dat bepaalde uit de literatuur gehaalde feiten die aanvankelijk in een bezwaarschrift naar voren gebracht werden, niet meer kunnen meetellen. Voor goed begrip: tussen bezwaarschrift en behandeling van het beroepschrift door de Raast van State kunnen een paar jaren zitten! Ontwikkelingen staan niet stil.
Vervolgens gaat de Heer Udo over tot relevante informatie voor de consument bij etikettering: Wat noemt hij relevant? Ik noem relevant, de vermelding dat antivries of alkylether in de plant terecht is gekomen. Dan kan de consument in de literatuur wel uitvissen wat dat betekent (nogmaals: eczeem en cardiovasculaire effecten). De consument moet opgevoed worden, niet dom gehouden. In de praktijk is veel mogelijk: we kunnen ook naar de maan.

In een botsing tussen de Heer Udo en de Heer Stellingwerf komt naar voren, dat etikettering slechts schijnzekerheid biedt. Dus: adequate etikettering, en werken aan nauwkeurige analyse, d.w.z. – nogmaals -zeer kleine hoeveelheden Glufosinaat ammonium/GLA kunnen bijna net zulks neurotoxische resultaten geven als grotere hoeveelheden. Zie, Fujii.

De geïnteresseerde consument heeft behoefte aan uitgebreide informatie. De politiek hoeft niet voor God te spelen en om uit te maken wat goed “genoeg” voor ons is.
Over landbouwkundige voordelen? Monsanto (Solarisgroep) komt met 16 redenen waarom we niet op voordelen behoeven te rekenen!

Lily Eijsten

Een consument

P.S. Herhalingen vinden zijn oorzaak in de tekst van het verslag.


== Zie ook ==

== Externe links ==

* [http://www.minlnv.nl/portal/page?_pageid=116,1640333&_dad=portal&_schema=PORTAL&p_news_item_id=18713 Schriftelijke reactie Notaoverleg biotechnologie 21 januari 2002]


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten

PLEITNOTA inzake de vergunning met niet-bloeiende GM GLA-resistente SUIKERBIETEN.

PLEITNOTA voor de zitting op dinsdag 19 juni 2001 inzake de vergunning met niet-bloeiende GM GLA-resistente SUIKERBIETEN van de fa. v.d. Have/Advanta Seeds B.V.,Dossier BGGO 99/05, Uw nr. 200002946/2/M1.

Deze pleitnota heeft veel overeenkomst met die van 23-10-00, maar heeft essentiële wijzigingen die voortkomen uit de beschikbare gegevens betreffende de samenstelling van de herbicide, en is een voorbeeld van niet-transparantie van de eigenschappen van het bestrijdingsmiddel.

Op de beide laakbare feiten, genoemd in ons beroepschrift en bezwaarschrift werd nog steeds niet gereageerd door VROM (en COGEM). Ik schreef u dit op 27 mei jl. “Geen reactie” betekent stilzwijgend erkennen van de genoemde feiten.

Er is hier absoluut geen sprake van “Good Laboratory Practice”, hetgeen de betrouwbaarheid van de verstrekte gegevens zeer ernstig devalueert.

Ik noem ze nog even kort:

1. Geen onderzoek gedaan naar de andere substraten van PAT (bewering, dat er één substraat is van Glufosinaat ammonium.) Zou waarschijnlijk te kostbaar zijn.

2. Foutieve test van eczeem door drift van GLA, na sensibilisatie door GLA: hydrofiele stof getest met hydrofobe drager, zodat de formulering niet in de huid kon doordringen. Zeer laakbaar.

Ik schreef hierover nog op 27-5-01 – geen reactie – stilzwijgend erkennen – vergunning intrekken.

Nog even: vergunning tot gebruik van Liberty, een herbicide met dezelfde componenten als Finale SL 14, aanvankelijk niet verleend, werd toch op juridische gronden, na veel gehakketak, tot midden 2003 wèl verleend door het CTB.

Werkzame stof in die herbiciden is Glufosinaat-ammonium. De formulering – handelsproduct – bevat diverse hulpstoffen, waarvan er een, t.w. AES (alkylether sulfaat) eveneens “werkzaam” is, en verplicht vermeld wordt.

AES geeft cardiovasculaire effecten (vaatvernauwing resp. vaatverwijdering afhankelijk van de dosis). Die juridische gronden laten de schadelijkheid van het middel onverlet.

In vele rapporten werd aangetoond, dat de formulering van het bestrijdingsmiddel (met Andreaskruis) schadelijker is dan de werkzame stof. Hetzelfde fenomeen doet zich overigens ook voor bij Roundup en Bacillus thuringiensis, waar EPA in zijn documentatie duidelijk over is. EPA staat NIET in voor de veiligheid van kinderen en volwassenen, die aan genoemde herbiciden blootgesteld worden in gebieden waar de stoffen gebruikt worden voor non-food-use (spoorwegbermen, parken, enz.) echter dezelfde stof wordt ook gebruikt op akkers voor de voedselproductie.

Voor Bacillus thuringiensis wordt door EPA – aug. ’98 – zo geformuleerd:

“several raports under FIFRA have been made for various Bac. Th. products, claiming allergic reactions. However, the Agency determined these reactions were NOT due to Bac. Th. itself (blijven derhalve nog een aantal hulpstoffen over).

Ongetwijfeld kan het CTB verder uitsluitsel geven, maar niet aan het publiek/consument/slachtoffer. Over die allergische reacties wil ik U desgewenst wel een en ander zenden.

De verleende vergunning voor het herbicide Liberty staat op de tocht, zoals gezegd: tijdelijk toegelaten tot midden 2003.

Proeven met herbiciden op basis van GLA hebben niet veel zin. Wat betreft het beoogde toekomstige gebruik: het product – de suikerbiet – is afhankelijk van het bestrijdingsmiddel, doch de introductie in het milieu is niet veilig voor de menselijke gezondheid.

Wij hebben indertijd in ons bezwaarschrift aangegeven, dat de vergunningverlening niet kan worden gebaseerd op adviezen van oudere datum, die ook nog betroffen lof, mais, koolzaad en biet met GLA – andere gewassen. Het gen-construct komt terecht in het gnoom. Waar moeten wij hierbij aan denken? En wat is de uitwerking daarvan? Onomkeerbaar. Duidelijk: case by case.

De reactie was, dat de COGEM advies uitbracht conform het gevoelen van meerderheid. Dat is een hellend vlak. Er was dus geen helderheid.

Moeten we voor de voedselveiligheid afhankelijk zijn van gevoelens van de meerderheid. Dan vind ik dat er op dit punt toch gebrek is aan kennis, ook bij de COGEM-leden. Zo kwam Jeanne d’Arc op de brandstapel!

Ik wil wel even memoreren, dat het meeste wat ter tafel wordt gebracht betrekking heeft op landbouwkundige vraagstukken. Effecten op de gezondheid van de mens wordt wel, maar minder belicht.

De consument kijkt naar de voedselveiligheid, en die begint NIET bij de slager! De grootste “gemene” deler is het voedselproduct voor mens en dier in de voedselketen, en als onderdeel daarvan de toegepaste herbiciden.

Wat een heel leger van wetenschappers bezighoudt: belofte van minder werk voor de boeren, minder gebruik van herbiciden, meer winst voor de industrie. Allemaal prachtig. Maar bij o.a. dat mindere herbicide-gebruik zet ik een paar vraagtekens. Je zou het kunnen vergelijken met het drinken van een glas bier of een glas jenever: minder drinken! Geen rekening wordt gehouden met het moleculair gewicht van de werkzame stoffen in vergelijkbare middelen.

Het is van de gekke, dat de consument voor detective moet spelen om de milieuschadelijke effecten boven water te halen. Zoals de Heer Blok/VVD volgens de NRC van 8 juni jl. zei: Wij hebben wel een gevoel maar geen helderheid: en toch maatschappelijk ondernemen?

Dus door kennisgebrek kun je niet goed maatschappelijk ondernemen. Dit kennisgebrek mag toch niet de maatschappelijke opvattingen be-invloeden?

Waarom hoort publiek via de media NIETS over de milieuschadelijke effecten, ook niet in de vraagstellingen in de debatten over de voedselONVEILIGHEID?

De minister heeft een aanzienlijke mate van beoordelingsvrijheid, die wordt beperkt door de eis om steeds de landbouwkundige doelstelling van de bestrijdingsmiddelenwet te verwezelijken (d.w.z. de deugdelijkheid van het product herbicide en de milieubescherming.)

Geen ruimte om bij de benutting van die vrijheid andere belangen in aanmerking te nemen, d.w.z. de gezondheidsbescherming van de mens. Die herbiciden mogen prima werken (ze “doden”) doch ze zijn niet in het belang van de consument. De EPA schrijft het zo in het Federal Register dd. febr. 1997 inzake Glufosinaat ammonium op blz. 5335:…”there is dermal absorption of GLA…. has no qualitative data on dermal absorption for the formulation…… Without these data the Agency cannot determine the aggregate risk from exposure to children and adults, nor determine the aggregate risk to the public exposed by these non-food uses of this pesticide” (o.a. in parken enz.) Voor uw informatie ik heb een proces aangespannen voor aanvulling van de tekst in de Bestrijdingsmiddelenwet met de gevaarlijke stoffen en hulpstoffen in de formulering, die niet bekend mogen worden gemaakt!

Het probleem is niet de toxiciteit maar de blootstelling. De biet is afhankelijk van de toepassing van de werkzame stoffen (GLA en AES) en hulpstoffen in het herbicide. Door de onderzoekingen moet de consument zeker zijn dat het middel geen schadelijke nevenwerkingen zal laten ontstaan. GLA maakt 18,5 resp. 20% uit van de formulering en AES 30% – volgens mijn gegevens. Nogmaals: de hulpstoffen in de formulering zijn schadelijker dan de werkzame stof GLA.

Uit de U gezonden “Summary” van Hoechst kunt U duidelijk zien aan de hand van de rood en groen aangegeven regels, dat GLA “technical” en de formulering (handelsproduct) door elkaar worden genoemd, hetgeen de lezer gemakkelijk op een dwaalspoor zou kunnen zetten ten aanzien van de giftigheid. Iskandarova, Uzbekistan, stelt dat Basta (te vergelijken met Liberty) tot klasse I toxisch behoort. (I is de hoogste klasse). AgrEvo weigert de precieze samenstelling prijs te geven aan de burger, en dat is niet in het belang van de volksgezondheid. De consument behoort vergiftigingssymptomen in zijn eigen lijf te kunnen herkennen, en niet afhankelijk te zijn van tijdsgebrek van artsen om de samenstellingsgegevens op te vragen bij het RIVM/Centrum voor vergiftigingen. Men moet altijd vlug kunnen handelen.

En van deze herbicide is de suikerbiet afhankelijk.

Gaarne reacties aan:
L. Eijsten.


Zie ook:  Bezwaarschrift tegen aanvraag markttoelating van genetisch gemodificeerde mais, zodat de planten resistent zij voor glyfosaat


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.

Commentaar op artikel in NRC “Supermarkt dringt landbouw veiligheid op” vervolg

Onderstaande brief is ter publicatie aangeboden aan het N.R.C.

Amsterdam, 16 april 2001.

NRC
T.a.v. de Heer Volkert Jensma,
Hoofdredacteur,
Postbus 8987,
3009 TH Rotterdam.

CONSUMENTENVERTROUWEN

Geachte Heer Jensma,

Op 6 april jl. schreef ik u n.a.v. het artikel “Supermarkt dringt Landbouw veiligheid op”, doch helaas mocht ik geen reactie ontvangen.

Het rapport van LNV – Expertisecentrum – dat verleden week het licht zag geeft mij aanleiding om deze aanvulling op mijn brief te schrijven.

Die deskundigen/experts die dat rapport schreven, wie zijn dat? Dat rapport geeft aan, dat de wettelijk voorgeschreven doses bestrijdingsmiddelen worden overschreden. Geen herbiciden, geen overschrijding, dat is logisch. Maar zouden de experts niet bedoelen: de normen voor residuen van bestrijdingsmiddelen, genoemd in de bestrijdingsmiddelenwet?

Uit het rapport moet blijken, dat de voedselveiligheid van producten uit de gangbare sector gegarandeerd is. door wie? Bla, bla! Welke verzekeringsmaatschappij? Overheid?

Er zijn normen vastgesteld voor residuen in voedsel, b.v. voor glufosinaatresiduen in aardappelen 0.5 mg/kg (ppm); voor glyfosaatresiduen in wilde paddestoelen 50 ppm, in sojabonen 20 ppm, in schapennieren, in runder- en geitennieren 2 ppm, in varkensnieren 0.5 ppm, enz.

De laatste update van de EPA, USA, geeft aan o.a. voor glyfosaat: grain 20 ppm, suikerbietenpulp 25 ppm, koolzaad meal 15 ppm, koolzaad seed 10 ppm, enz, alles zonder AMPA.

En voor glyfosaatresiduen in nieren van cattle, goats, hogs, horses, sheep: 4.0 ppm en voor lever van deze dieren, 0.5 ppm. Lever en nieren van pluimvee mogen 0.5 ppm glyfosaatresiduen bevatten.

Dit alles uitgerekend op basis van wat hetgeen een “normaal” persoon gedurende zijn leven eet. Je mag niet buiten de boot vallen! Hele kleine babies, die per kg/gewicht boven het normale moeten eten komen er slecht af.

Echter………. bij de normen is uitgegaan van de werkzame stof, dus glufonisaat technical en glyfosaat technical, en niet van de toegevoegde stoffen, samen vormende de formulering. Hierover bezit ik een groot aantal documenten. In de USA geeft de EPA dus normen, die ook voor ons belangrijk zijn met het oog op ge-importeerde producten, b.v. diervoer.

Zoals ik U reeds schreef zijn de stoffen die in de formulering zitten schadelijker dan de werkzame stof. Dit geldt niet alleen voor Finale, Liberty of Basta, op basis van glufosinaat ammonium, maar ook voor Roundup met de werkzame stof glyfosaat. De werkzame stoffen worden veelal toegepast in laboratoriumproeven. De schadelijkheid voor o.a. huidirritaties, oogirritaties, inademing, enz. wordt aangegeven in klassen: I, II, III en IV, waarbij klasse I het meest toxisch is. Hierover wil nog wel eens misverstand bestaan, maar de EPA-gegevens zijn hierover duidelijk.

Zo bevat BASTA – en waarschijnlijk ook dus Liberty – 30% AES (alkylether sulfaat), dat cardiovasculaire effecten geeft.

Het is de bedoeling dat het CTB (College Toelating Bestrijdingsmiddelen) van alle toevoegingen analyses maakt, alvorens goedkeuring te geven!

Maar wat lees ik in de Bestrijdingsmiddelenwet – Voorschriften EG (E-1.1) op blad 144 en 143: (deel 2)

“In de regel volstaat het deze proeven uit te voeren met het hoofdtype van de formulering waarvoor toelating wordt gevraagd.”

Wat zeggen de experts nu? Of er zijn niet voldoende analyses gedaan of de overheid trekt zich van de schadelijkheid niets aan.

Alles ten nadele van de consument – zijn wij allemaal!!

De betreffende documenten kunt u te allen tijde bij mij inzien. Met vriendelijke groeten,

L. Eijsten

Adres:

L. Eijsten


Zie ook:
Commentaar op artikel in NRC “Supermarkt dringt landbouw veiligheid op”

Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.

 

Bezwaarschrift tegen aanvraag markttoelating van genetisch gemodificeerde mais, zodat de planten resistent zij voor glyfosaat

De aanvraag betreft zowel de import van de bovenbeschreven maïs, inclusief de verwerking tot afgeleide producten. De aanvraag werd ingediend door MONSANTO EUROPE S.A., Brussel, België, onder nummer C/GB/97/M3/2.


Amsterdam, 19 januari 2000

AANGETEKEND

Aan de ministervan VROM,
Directie Stoffen, Veiligheid, Straling. Afdeling Stoffen ipc 655,
Directoraat Generaal Milieubheer,
t.a.v. drs C.Y. Bootsma,
Postbus 30945
2500 GX DEN HAAG

Mijne Heren,

Betreft aanvraag om binnen de Europese Unie op de markt te mogen brengen genetisch gemodificeerde maïs, zodat de planten resistent zijn voor glyfosaat. De aanvraag betreft zowel de import van de bovenbeschreven maïs, inclusief de verwerking tot afgeleide producten. De aanvraag werd ingediend door MONSANTO EUROPE S.A., Brussel, België, onder nummer C/GB/97/M3/2.

Deze tweede marktaanvrage in Europa voor maïs GA21, is ZONDER de vraag voor toelating van de TEELT in Europa.

Blijkbaar vreest MONSANTO – of heeft Monsanto redenen om te vrezen – dat de vragen en eisen, die bij teelttoelating aan de orde zijn, funest zullen zijn voor een fiat.

Monsanto wil de mogelijkheid van teelt in Amerika en export van het geteelde veiligstellen. Zonder dat willen de boeren in Amerika zijn zaad niet kopen!!!

We moeten deze achtergrond niet uit het oog verliezen. Sinds 1997 heeft deze maïs GA21 een non-regulated status!

In ons commentaar op de andere marktaanvrage (C/ES/98/01) kwam reeds naar voren, dat wij de aanlevering van gegevens door Monsanto maar erg “sloppy work” vonden. In VERSTERKTE MATE geldt dit hier.

De Engelse Competent Authority heeft weliswaar een positief advies gegeven, maar ACRE kritiseert de wetenschappelijke onderbouwing van Monsanto als ONDER DE MAAT, en eerst na verbeterde, gecorrigeerde gegevens komt het positieve advies. De originele Engelse Opinion voegen we bij. (ACRE Advice 3 febr. 1999).

MARKTTOELATING

De volgende eigenaardige gang van zaken komt naar voren: Voor de Genetische Modificatie wordt een mutant-gen van uitgerekend maïs gebruikt. Waarom wordt dit gen nou niet traditioneel ingekruist? Dit is een groot vraagteken.

Dit mutant-gen is gelokaliseerd op een chromosoom en de andere genen op dit chromosoom zijn dus niet onafhankelijk van dit mutant-gen vererfbaar en beschikbaar voor hybride maïs.

Door de genetische modificatie komt het mutant-gen op een andere plaats in het maïs-genoom terecht en beschikt de maïs zowel over het wild-type-gen als het mutant-gen.

De lokaties van zowel het wild-type-gen als van de insertie (inserties?) blijven echter duister.

Dit is een omissie, zwaar wegend bij de toelating van teelt. Denk hierbij b.v. aan uitkruising naar andere maïs.

Een ander punt is, dat de GA21-maïs zowel het wild-type-gen als het mutant gen bevat. Het gebruik van glyfosaat zal leiden tot het vastleggen van het glyfosaat in de maïs in de vorm van een addukt met het wild-type-gen-produkt.

Op deze wijze komt glyfosaat in de voedselketen en op ons bordje.

Glyfosaat is een omstreden herbicide, waarvan de toxiciteit onvoldoende is getest.

Hot items zijn b.v.:

  • de aantasting van de spermakwaliteit;
  • het niet-bekend-zijn van een NO EFFECT LEVEL hiervan;
  • halfwaarde-tijden en transport van glyfosaat in diverse bodems, grondwater en rivieren – onze Maas! – enz.

Weten we nog iets van de toxiciteit van glyfosaat, van de toetsing van toxiciteit van dit glyfosaat-addukt ontbreekt ieder spoor, terwijl wel een poging is gedaan om het mutant-gen-produkt te toetsen op toxiciteit.

Wij menen, dat bij dit Fröbel-werkje van Monsanto te veel onbeantwoorde vragen zijn, en dat de betrouwbaarheid van de aangeleverde info te onvoldoende is om tot een toelating te komen bij C/GB/97/M3/2 zowel als bij C/ES/98/01.

De opmerkingen, die wij bij deze Spaanse aanvrage maakten gelden ook voor de Engelse en omgekeerd.

Hoogachtend,

J. van der Meulen, L. Eijsten.


Zie ook: commentaar op de eerste aanvraag van Monsanto voor marktoelating van genetisch gemodificeerde mais. 


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.

 

Veevoer-Maismeel-Maisgluten

== Omschrijving ==

Aantekeningen van Lily Eijsten en Han van der Meulen over Glufosinaat en Glyphosaat in veevoer, maïsmeel en maïsgluten. Dit naar aanleiding van een artikel in Agri Holland

== Auteur(s) ==
* Eijsten, Lily
* Meulen van der, J (Han)

== Volledige tekst ==

AMSTERDAM, 17 november 1999

=== Veevoer — maismeel — Maïsgluten ===
# Glufosinaat in VS niet in deze teelt gebruikt

# Glyphosaat in VS onlangs gebruikt.
De grote hap maïs is BT-mais puur, Glyphosaat puur en gestapeld BT + Glyphosaat is qua volume ondergeschikt.

# De kans, dat de 5 monsters een onbespoten verleden hebben, is zeer groot.
Er bestaat dus een gerede kans, dat alle 5 monsters uit ongemodificeerde maïs bestaan. Dit is NIET nagegaan! Maar dat WEL te analyseren!

# Met soja ligt dat anders.

# Normen voor mais eerder 2,5mg/kg glufosinaat en soja 20 mg/kg glyphosaat

# In de plant is glyphosaat STABIEL. GEEN HALFWAARDEN!!

=== Maïsgluten en maïsmeel ===

* Het grootste deel van de Bt—mais is puur gemodificeerd voor BT-toxine – zonder glyphosaat- of glufosinaat- resistentie.
* In de onderzoeksperiode was pak weg 25% maïs-areaal gemodificeerd.
* Er bestaat dus een gerede kans, dat alle 5 monsters uit ongemodificeerde mais bestaan. Dit is niet nagegaan! Maar dat is WEL te analyseren!

Als er 25% kans is op een GM monster, dan is er 23% kans, dat ALLE 5 monsters ongemodificeerd zijn!

Het verhaaltje van Agri Holland stelt dus NIETS voor!

Het bovenstaande heeft betrekking op een Agri Holland Nieuws: wat ik onlangs in handen kreeg. De gegevens komen van het Productschap Diervoeder 1.4.99 ONBETROUWBAAR. Met zulke kletskoek verdienen ze hun geld.


== Uitzoeken ==

Doorslag slecht leesbaar, origineel opzoeken, plus artikel Agri Holland

== Zie ook ==


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.

 

Commentaar op aanvraag van Monsanto om binnen de EU GGO’s (mais) op de markt te mogen brengen

Betreft: Dossier C/ES/98/01: Aanvraag om binnen de EU Genetisch gemodificeerde organismen op de markt te mogen brengen, t.w. GG Maisplanten, waarin is ingebracht het epsps-gen, dat bij expressie in de planten resistentie verleent tegen herbiciden met glyfosaat als actief bestanddeel. Het betreft zowel de import als de teelt van deze mais. incl. de verwerking tot afgeleide producten.
De aanvraag is ingediend door Monsanto Europe S.A. Brussel.


Amsterdam, 10 augustus 1999.

Aan de Minister van VROM, Directie Stoffen, Veiligheid, Straling Afdeling Stoffen, ipc 655,
Directoraat Generaal Milieubeheer,
t.a.v. mr. drs. P.J. van der Meer,
Postbus 30945,
2500 GX DEN HAAG

Mijne Heren,

Betreft:
Dossier C/ES/98/01: Aanvraag om binnen de EU Genetisch gemodificeerde organismen op de markt te mogen brengen, t.w. GG Maisplanten, waarin is ingebracht het epsps-gen, dat bij expressie in de planten resistentie verleent tegen herbiciden met glyfosaat als actief bestanddeel. Het betreft zowel de import als de teelt van deze mais. incl. de verwerking tot afgeleide producten.
De aanvraag is ingediend door Monsanto Europe S.A. Brussel.

Wij geven hierbij commentaar bij bovengenoemde marktaanvrage.

Allereerst is deze mais – GA 21 – een voorbeeld van een GGO zonder een antibioticum-resistentie-gen. Het kan dus wel zonder, een heugelijk feit. Ook het bloemkoolmozaïekvirus ontbreekt. Dat is ook een zorgenkind minder.

Nieuwe eiwitten (genproducten) zijn er, maar in minieme hoeveelheden, en van een aard, welke onschuldig lijkt te zijn. Toch is er een boosdoener.

De mais is nu een vehikel voor residuen van glyfosaat in de voedselketen. Het dossier bulkt van lofredenen op het gebruik van dit herbicide. ECHTER glyfosaat is niet zo onschuldig.

Zo verscheen op 7 augustus jl. in the Lancet een artikel, waaruit blijkt, dat tuinders en anderen, welke in contact zijn geweest met bestrijdingsmiddelen, een verminderde spermakwaliteit bezitten.

Lang werd aangenomen, dat de kwaliteitsvermindering niet van invloed zou zijn op het voortplantingsresultaat. Nu blijkt echter uit genoemd artikel in the Lancet dat met dit sperma moeilijker reageerbuisbevruchtingen zijn te realiseren. Om nu maar even een zeer recent artikel te noemen. We hebben nog meer: glyfosaat is één van de bestrijdingsmiddelen welke de sperma-kwaliteit aantast. Andere zijn b.v. de insecticiden Dimetoaat en Carbofuran en de fumigant Dichloorbroompropaan.

Caroline Cox, Northwest Coalition for Alternatives to Pesticides (NCAP) verzamelde een aantal Round-UP problemen:

“Glyphosate can be persistent, can drift, is acutely toxic to humans, has shown a wide spectrum of chronic toxicity in laboratory tests, is hazardous to eurthworms, reduces nitrogen fixation, Roundup contains toxic trade secret ingredients, kills beneficial insects, inhibits mycorrhizal fungi, can increase the spread or severity of plant diseases”. (Een uitvoeriger beschrijving willen wij U desgewenst toezenden).

Onwillekeurig komt de claim van Monsanto, dat moderne biotechnologie een oplossing gaat bieden voor het voedsel voor de bevolking in de volgende eeuw in onze gedachten:
Monsanto bedoelt toch wel, dat er meer voedsel zal zijn, en niet dat er met zijn glyfosaat minder mensen zullen zijn! Dat is een rare gedachtenassociatie bij dit Lancet-artikel.

Er zijn nog twee punten in het dossier, die een kanttekening verdienen.

Ten eerste:
De plaats van de insertie in het genoom is niet aangegeven (hoewel er in de vragenlijst naar is gevraagd). D.w.z. het is “onbekend” op welke van de 10 maischromosomen de insertie ligt.

Voor het op de markt brengen van nieuwe hybriden en inbredlines met deze genetische modificatie is dit toch wel een belangrijk en noodzakelijk gegeven.

Ten tweede:
Men claimt Sustantial Equivalence. De aard en het aantal stoffen waarvoor men dit claimt is echter voor uitbreiding vatbaar.

Aan fingerprinting, d.w.z. dat de ouderlijn van GA21 dezelfde fingerprint heeft als de GMO is men niet toegekomen.

Bij deze grove manier van vergelijken zal een kannibaal wel eens de Substantial Equivalence van een varkenslapje met een ribstuk van een missionaris kunnen gaan claimen. Ze ruiken echt anders (wierook versus varkensmest).

Van de mineralen werden alleen Ca en P vergeleken;

  • geen enkele vitamine;
  • geen sterolen;
  • geen antinutriënten, zoals trypsine-inhibitoren:
  • geen enkel enzym:
  • wel een vetzuurprofiel, maar geen veresteringsprofiel.

Voor het aminozuurprofiel zouden er voor serine en tyrosine significante verschillen zijn, welke echter als onbelangrijk ter zijde zijn geschoven.. Merkwaardig is echter, dat in de tabellen met cijfers dat verschil niet is af te lezen.

Al met al een dubieuze exercitie in het dossier.
We hebben als CONSUMENT geen behoefte aan mais met glyfosaat -residu.

Gezien alle lacunes en gezondheidsschaden MAG DEZE MAIS NIET OP DE MARKT KOMEN.

Hoogachtend,

J. van der Meulen, L. Eijsten.


N.B.:
Op 24 augustus jl. ontvingen wij bericht van VROM dat van ons commentaar kennis was genomen en zal worden meegenomen bij de beoordeling van het verzoek om het in de kennisgeving beschreven product op de markt te mogen brengen.


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.

Reactie op Vraagtekens bij genetisch gemanipuleerde gewassen

== Ingezonden brief ==

Reactie op “Vraagtekens bij genetisch gemanipuleerde gewassen”
Datum 16-05-1999

== Omschrijving ==

Brief aan de Redactie van het blad Oogst naar aanleiding van het artikel “Vraagtekens bij genetisch gemanipuleerde gewassen” in het blad Oogst van 30 april 1999.

== Auteur(s) ==

* Eijsten, Lily
* Meulen van der, J (Han)

== Volledige tekst ==

AMSTERDAM, 16 mei 1999

Aan: Redactie OOGST, T.a.v. de Heer Edwin Timmer, Postbus 29745, 2502 LS DEN HAAG,

Geachte Heer Timmer,

 

Hieronder volgt een stuk, geschreven naar aanleiding van de interviews in Oogst van 30 april jl., waarover ik U onlangs belde:

”'”Wij kunnen ons niet permitteren om met “flauwe kul” te komen””’

Macht. Macht is een begrip, dat door de eeuwen heen door een deel van de gemeenschap uitgeoefend wordt en waardoor een ander deel van dezelfde gemeenschap beheerst wordt, bewust of onbewust.

Kennis is een mijlpaal op weg naar macht. Met meer kennis kan je overwicht hebben en kan je de ander manipuleren. Dit zien we voortdurend om ons heen, en daarover behoef ik niet uit te weiden. Heb je niet voldoende kennis, merk je toch intuïtief dat je gemanipuleerd wordt, en ga je proberen uit te zoeken waar je op een verkeerde wissel bent gezet, en vooral: waarom. Dan ontdek je een lawine van MISLEIDINGEN.

Misleidingen vind je b.v. in de mooie verkooppraatjes van stofzuigerverkopers en vinden hun vervolg in verkooppraatjes van grote concerns met wereldwijde economische belangen. Belangen van wie? Van de aandeelhouders? Uiteindelijk zijn wij allemaal aandeelhouders, al realiseert men zich dat niet zo gauw. Je hebben allemaal deel in pensioenfondsen, verzekeringen enz.

Maar zodra je merkt, dat er pertinente leugens verkocht worden, spring je in het geweer. vooral als je merkt, dat duidelijke bewezen feiten 180 grd verdraaid worden! Voorbeelden te over.

Deze ontboezemingen overvielen mij bij het lezen van Uw artikel “Vraagtekens bij genetisch gemanipuleerde gewassen”.

Fouten worden allerwegen gemaakt. Maar als het voedsel betreft voor de wereldbevolking, dan is dat andere koek – ik bedoel nu niet veekoeken voor onze veestapel die dingen bevatten, die we (straks) op ons bord krijgen, en waarover het produktschap Diervoeding geen uitsluitsel wil geven!

Ik lees, dat votig jaar 58 vergunningen werden afgegeven -kennelijk overgenomen uit-het rapport door de Heer P. Schenkelaars namens Greenpeace. Dat aantal is wat overdreven. Die vergunningen werden afgegeven gedurende 1993 t/m 1998 (1 in 1999).

De Heer Saat – een aardige man overigens – zegt gelukkig niet dat biotechnologie veilig is; dat kan ook niet, want ongeveer alle wetenschappers zeggen, dat er meer onderzoek moet komen. Nou, dan vind ik dat novel food NIET veilig. Om dat dan grootschalig aan de consument aan te bieden is gewoon misdadig, vind ik als consument. Vooral omdat de doorsnee consument geen inzicht heeft in de gevolgen op de lange termijn, waar diverse valabele onderzoeksrapporten op wijzen.

Als een gen in een plant wordt ingebracht, is het aannemelijk dat een bedoelde eigenschap zich manifesteert. Maar wat het gen-”’construct”’ verder veroorzaakt in de plant is duister. Ziekteverwekkers, die resistent kunnen worden tegen het antibioticum Amikacine en 8 andere antibiotica wanneer zij in de gelegenheid zijn dit gen nptIII op te pikken – hier doelen wij op de aardappelen A priori en A propos van Avebe.

De Heer Koninkx haalt uit zijn computer twee onderzoekspublikaties, en vindt dit natuurlijk verontrustend. Topje van een ijsberg. Hoeveel verontrustender zou het zijn om te zien hoeveel publicaties te voorschijn zouden komen na een professioneel literatuuronderzoek! Welke databases heeft de computer gebruikt?

Alle zogenaamde literatuuronderzoeken zijn niet allemaal goed. Als voorbeeld noemen wij het literatuuronderzoek door M.M. Mees, et al. aan de Universiteit Leiden over de spermakwaliteit, met steun van het RIVM, aan welk onderzoek ernstige gebreken kleven, zoals keuze van de databasis, keuze van de zoekstrategie. Het is absurd, dat deze informele oefening onder de vleugels van het RIVM opgekrikt kon worden tot iets wereldschokkends, en uitgebreid in de pers vermeld werd. En niemand reageert! Weet het publiek veel. Sommige mensen kunnen allerlei onbewezen feiten spuien, omdat het publiek het toch niet snapt. Wij vinden dat misdadige manipulatie.

Volgens de Heer Saat vindt het onderzoek voor voedselveiligheid pas plaats bij een commerciële aanvraag. Dit is toch verschrikkelijk. Waarom kan daar niet eerder aan gewerkt worden. Eerst jaaaaaren (soms 20 jaren) ergens aan werken, en dan pas kijken naar de voedselveiligheid. Zoiets vinden wij onbegrijpelijk.
Een voorbeeld daarvan zien we nu bij die Avebe-aardappelen. Nu krijgt de fabrikant de kous op de kop, terwijl hij al jaren wist, dat het ingebrachte nptIII-gen voor een antibioticum Amikacin en 8 andere antibiotica voor problemen zou gaan zorgen. Eigen schuld, dikke bult. Cogem had beter moeten weten. Hoe betrouwbaar zijn adviezen?

Volgens Cogem zal ook Van der Have de veiligheid moeten garanderen. Nou? Natuurlijk is een GGO-gewas anders dan een traditioneel gewas. De veredelaar verandert de boel toch doelbewust?

Maar als het straks onverhoopt zover komt, dat er tengevolge van b.v. herbicide-gebruik (b.v.Glufosinaat ammonium bij herbicide-resistente gewassen grootschalig b.v. neurotoxische gevolgen zijn (Apoptosis – Watanabe) dan zal er tegen die tijd wel een wet liggen, dat de slachtoffers geen schadevergoeding krijgen (zoals in de VS bij slachtoffers van Agent Orange), want de consumenten hebben VRIJE KEUZEMOGELIJKHEID gehad!!!

De Heer Bergmans kan het ook mooi zeggen – moet hij voor de kosten opdraaien als oude mensen in het ziekenhuis liggen met b.v. TBC of lage longontsteking, en overlijden omdat zij geen redding kunnen krijgen van de werking van Amikacin tesamen met een ander antibioticum (synergisme). Zijn opmerking “flauwekul” is goedkoop, misplaatst en niet wetenschappelijk. Wat is de basis van zijn opmerking? Het is begrijpelijk, dat hij van zich af slaat, want Cogem heeft meerdere malen verklaard dat aardappelen met nptIII-gen veilig zijn.

Wij kunnen ons niet permitteren met “flauwe kul” te komen. Als onze bezwaren zijn door gevalideerde onderzoeksrapporten onderbouwd.

Dat zinnetje: “Zolang we er niet zeker van zijn of iets veilig is, moet de consument kunnen kiezen. Want wie is verantwoordelijk als straks een explosie volgt van allergieën?” is een gotspe. De consument moet juist beschermd worden en wordt nu voor de leeuwen gegooid. De Heer Saat vindt die vraag “ongepast”. Wij vinden zijn opmerking ONZINDEZIJK.

Men praat over afweging tussen voordelen en risico’s van een gewas. Dat is een landbouwkundige kwestie. De gezondheid van de mens wordt zelfs maar niet aangeroerd. Net b.v. als in de Milieumeetlat – omdat men niet over gegevens beschikt – en net zoals de HAN in haar rapport aangeboden aan de Heer Doornbos van het LTO vermeldt, dat Arbeidstoxicologie expliciet buiten beschouwing is gelaten.

Ach, wat moet die domme consument: De boer en tuinder mogen uiteindelijk zelf kiezen. Zelfs de Heer Doornbos van LTO wordt misleid. De boer kan ook niet kiezen. Veevoeder wordt hem ook zo aangeleverd, zonder analyse. Consument let op Uw zaak! De consument moet zich wapenen tegen nare gevolgen (DES, Agent Orange, Asbest en nu ook “betonrot” in 150.000 huizen! Oorzaak: sneller drogen, sneller afleveren sneller afbrokkelen. Hier staat ook zo’n 20 à 30 jaar voor).

Tot slot nog even de Heer Bergmans citeren: Absolute veiligheid is niet te bewijzen. Er zijn echter vele bewijzen van ONVEILIGHEID, en
de mogelijkheden om mensenlevens te redden (door Amikacin) mag je niet aantasten. Dat is een onrechtmatige daad!

 

L.Eijsten en J. van der Meulen


Zie ook


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.

 

Hoe is verhoging norm voor glyphosaat tot stand gekomen?

== Aantekening uit Archief TSS  ==

Datum: 23-06-1998

== Auteur(s) ==
* Eijsten, Lily
* Meulen van der, J (Han)

== Volledige tekst ==
”’Hoe is de verhoging van de norm voor glyphosaat tot stand gekomen?”’

Naar aanleiding van vragen van Kamerlid VOS aan de Minister en het antwoord van de Minister.

Uitgegaan wordt van een gerapporteerde No Observable Effect Level (NOEL) van 10 mg glyphosaat per kg rat.

Dit wordt vertaald in een Acceptable Daily Intake (ADI) van 0.1 mg glyphosaat per kg voor mensen (factor 100).

Deze factor 100 als veiligheidsreserve ontstaat doordat
* A – de mens een ander metabolisme heeft en veel trager, met een kleinere turnover als de rat. Dit is mogelijk een factor 5 verschil in toxiciteit;

* B – bepaalde groepen mensen, zoals kinderen, ouden van dagen en mensen met erfelijke (stofwisselings-) ziekten misschien extra gevoelig zijn;

* C – de gerapporteerde NOEL misschien niet realistisch is en de in de toekomst toch effecten zullen vinden bij nieuwe proefopzetter, waarbij we ook naar andere dingen kijken, zoals spermakwaliteit en sex-ratio.

Een mens van 70 kg mag dus niet blootgesteld kunnen worden aan een consumptie uit alle bronnen tezamen van meer dan 7 mg glyphosaat per dag.

Een mens, welke dus 3 maaltijden per dag gebruikt en bij iedere maaltijd 100 gram sojaboon of een produkt, dat uit 100 gram soja is gemaakt, eet blijft daar nog net onder wanneer de soja 20 mg glyphosaat per kg sojaboon bevatte. Derhalve een maaltijd van 100 gram sojaboon mag 2 mg glyphosaat bevatten; bij drie maaltijden wordt dit 300 gram sojaboon met 6 mg glyphosaat.

Men meent, dat een consumptie van meer dan 300 gram soja per dag niet zal voorkomen. Bij de promotie van soja ruim 20 jaar geleden nuttigde ik een diner bestaande uit alleen soja: voorafje, soep, hoofdmaaltijd en ijs toe.

Het is volgens Monsanto mogelijk ”’wanneer de voorschriften worden gevolgd bij “goed agrarisch gebruik”'” (Min. van Aartsen) resp. “good agricultural practice” (Monsanto) om sojabonen te leveren met maximaal 20 mg glyphosaat per kg sojaboon bij gebruik van glyphosaat-resistente-soja en een of meerdere glyphosaat-bespuitingen.

”’En nu de crux”’

Op verzoek van Monsanto heeft de Environmental Protection Agency (EPA) in de USA nu als norm voor sojabonen 20 mg glyphosaat per kg sojaboon vastgesteld, nadat het voornemen om dat te doen was gepubliceerd en het publiek 60 dagen de tijd kreeg om commentaar te geven.

-blz 2-

Voordat er glyphosaat-resistente soja bestond was deze norm 0.2 kg glyphosaat per kg sojaboon, namelijk de detectie-grens, en was de metaboliet ”’AMPA daarbij inbegrepen”’. Nu is deze norm 20 mg zuiver glyphosaat per kg sojaboon ”’zonder AMPA”’. Die AMPA ZIT ECHTER OOK IN DE SOJABOON OP JE BORD.

Eigen onderzoek doet de EPA niet; zij reageert alleen op ”’rapporten en verzoeken van de industrie en commentaar uit het publiek”’.

Het is walgelijk, dat Nederland dit klakkeloos als goede wetenschap en prima onderbouwde argumenten accepteert en overneemt. In het antwoord van de Minister aan Kamerlid VOS wordt deze beschamende gang van zaken duidelijk verdoezeld.

De indruk wordt gewekt, dat onafhankelijk onderzoek in Nederland heeft plaatsgevonden. En aan de merites van de cijfers wordt voorbijgegaan.

”’NOTA”’ – Er bestaat een onderzoek met konijnen (Yousef et al.), waarbij een dagdosis van 50 mg glyphosaat per kg konijn de spermakwaliteit verminderde, t.w.

* a)
** kleiner ejaculaat-volume
** minder spermatozoën per ml.
** percentage bewegelijke spermatozoën kleiner
** percentage morphologische afwijkingen groter
** metabole reserves der spermatozoën kleiner
** kleinere bewegelijkheid der nog tot beweging in staat zijnde spermatozoën
* b)
** de spiegels van geslachtshormonen veranderde (het Luteïniserend hormoon).

Bij een dosis van 500 mg glyphosaat per kg konijn wordt nagenoeg hetzelfde gezien, alleen de tijd, die de konijnen nodig hadden om weer normaal sperma te produceren was langer (langer dan 6 weken tegen eerst minder dan 6 weken).

De vraag is nu, wat gebeurt er bij toediening van 5 mg glyphosaat/kg konijn, en bij 0.5 mg glyphosaat/kg konijn.

Het is logisch om bij 5 mg glyphosaat/kg konijn nog een effect te mogen verwachten.

”’DAT BETEKENT, DAT DE NOEL EN DE ADI OMLAAG GAAT, EN DAT DE NORM VAN 20 mg GLYPHOSAAT PER KG SOJABOON TE HOOG IS!!!”’

Bij de NOEL van 10 mg glyphosaat rat ”’werd niet gekeken naar spermakwaliteit”’. Dit ontsnapte aan de beoordeling! Er werd gekeken naar schade aan nieren.

Opmerking 1: Voor andere delen van de sojaplant gelden andere normen.
Opmerking 2: Die konijnen van Yousef droegen geen nauwe broeken, rookten niet en dronken geen alcohol!

-blz 3 –

RESIDU = Onveranderde uitgangsstof PLUS relevant geachte metabolieten
De metaboliet AMPA werd vroeger in het residu meeberekend.
* 111 gram AMPA werd berekend als 169 gram glyphosaat-residu (moleculair gewicht).(Ruw genomen anderhalf maal, het eigen gewicht)

Een norm van 20 mg glyphosaatresidu kon dus met 13,11 mg AMPA reeds worden bereikt:
* 13,11 mg AMPA + 0 mg Glyphosaat = 20 mg Residu
* 6,55 mg AMPA + 10 mg Glyphosaat = 20 mg Residu
* 0 mg AMPA + 20 mg Glyphosaat = 20 mg Residu

”’Nu”’ is
* 13,11 mg AMPA + 0 mg Glyphosaat = Residu beneden Detectie-grens.
* 6,55 mg AMPA + 10 mg Glyphosaat = 10 mg Residu
* 0 mg AMPA + 20 mg Glyphosaat = 20 mg Residu

Het weglaten van AMPA betekent dus, dat er veel meer glyphosaat op ons bordje te verwachten is, glyphosaat, dat vroeger door de mazen van de norm werd tegengehouden. In feite is dit een geruisloze verhoging van de norm geweest.
Veel eerlijker zou het zijn geweest om bij het weglaten van AMPA de normgetallen te verhogen met een bedrag dat vroeger gemiddeld door AMPA werd vertegenwoordigd.

De Europese Unie stelt: vreemde stoffen mogen niet in drinkwater voorkomen, schadelijk of niet. In de U.S. is dit anders: indien in drinkwater vreemde stoffen voorkomen, dan worden er – indien giftig – normen voor gesteld, aan de hand van de A.D.I. (accepted daily intake).

 

== Zie ook ==


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.

 

Maisgluten, vragen bij gedogen van GMO maisgluten

== Aantekening ==

Titel: Vragen bij gedogen van GMO maisgluten

Datum: 1998-03-11, Archief TSS

== Auteur(s) ==

  • Eijsten, Lily
  • Meulen van der, J (Han)

= Volledige tekst ==

AMSTERDAM, 11 maart 1998

=== Vragen bij het gedogen van GMO maisgluten.===

In het Agrarisch Dagblad en Trouw van 15 januari jl. verschenen hierover (over het gedogen door NZO van maisgluten voorlopig voor 1 jaar) twee berichten.
Uit deze berichten blijkt, dat het gaat om DRIE soorten maisgluten van de inmiddels zeven soorten mais, welke in de VS van APHIS de ”’non-regulated”’ status hebben verworven, en ALLE ZEVEN in een bulk maiscommodity terechtkomen voor export.

De drie soorten hebben in Amerika inmiddels ook een fiat gekregen om als veevoer te dienen, op grond van ”’dossiers, door de ontwikkelaars van deze rassen aan de overheid overlegd”’.

Dezelfde dossiers zijn ook in Nederland bij het RIKILT in Wageningen terechtgekomen, en het Ministerie van Zandbouw bevestigde desgevraagd, dat zij geen reden zag om aan de veiligheid te twijfelen. Het rapport van Rikilt moet echter nog verschijnen.

Eigen en onafhankelijk onderzoek en voederproeven zijn er echter niet bij.

=== Vraag 1 ===

Vraag 1: Moeten we hier nu spreken van “het verkopen van de huid van de beer voordat deze is geschoten”, of van het “stellen van een fait accompli”?

Nu is in Europe slechts één GMO-mais, die Novartis-mais, toegelaten, maar b.v. Oostenrijk wil zich hieraan niet conformeren. Over twee andere GMO-maissoorten wordt in Brussel gedelibereerd. (Mais van Northrup King en mais van Pioneer-Hibred).

De toelating betreft het GMO zelf en delen daarvan, ”’waarbij het niet ter zake doet of het GMO leeft of dood is”’, zoals abusievelijk in de berichten wordt gesuggereerd “het gaat om dood materiaal”.

Een van de meest succesvolle GMO-mais in Amerika is de maishybride van Agrevo.

=== Vraag 2 ===

Vraag 2: Om welke maissoorten gaat het nu eigenlijk. Welke zijn de genetische modificaties bij die verschillende maizen eigenlijk?

Wij noemen er een paar:
* “ampicilline”-resistentie-gen, dat een betalactamase produceert, dat een groot aantal penicillinen inactiveert;
* “kanamycine”-resistentie-gen, dat een phosphotransferase produceert, dat een groot aantal aminoglycoside antibiotica inactiveert;
* een gen voor de oxydatie van Glyfosaat;
* een gen, dat Bacterieel ESPS voor eiwit-synthese introduceert, dat ongevoelig is voor glyfosaat;
* een gen, dat een acetyltransferase produceert, dat Glufosinaat inactiveert;
* een gen, dat een endotoxin produceert, waarvan sommige insecten sterven;
* enz. enz.

Zijn er misschien zelfs risico’s door het mengen van de produkten?

Hebben we werkelijk voldoende inzicht om al die risico’s te beoordelen?

Gaan we geen precedent scheppen voor volgende mais?

In de berichten wordt gesproken over maisgluten, waarbij de stellige indruk gevestigd wordt, dat het gluten betreft van bepaalde ongemengde maisgluten in Amerika verwerkt.

=== Vraag 3 ===

Vraag 3: Het gemengd aanvoeren van GMO—mais met traditionele mais is dat echt noodzakelijk voor de kostenbeheersing? Of is het een manier om de GMO—mais door onze strot te drukken zoals bij het mesten van ganzen voor paté de foie gras.

=== Vraag 4 ===

Vraag 4,: Waarom zitten er in de informatie, welke verstrekt wordt zoveel onzekerheden, welke tot gissingen en misverstanden leiden?


== Zie ook ==


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.

Maisgluten

Omschrijving ==

Artikel, aantekeningen met betrekking Maisgluten.

== Auteur(s) ==

  • Eijsten, Lily
  • Meulen van der, J (Han)

== Volledige tekst Maisgluten ==

AMSTERDAM, 1.1.98

Maisgluten is een afvalprodukt bij de industriële verwerking van mais, waarvoor emplooi wordt gezocht. In principe hoort het bij het vuilnis.

SCHEMA
Mais wordt gesplitst in maiskiem en korrel. Uit de kiem wordt olie ”’geperst”’; het restant van de persing is veevoer, perskoek (hoogwaardig).

De korrel wordt ”’vermalen”’, de ”’temperatuur”’ kan hierbij matig oplopen. Dr zetmeelkorrels worden ”’mechanisch”’ gescheiden van de eiwit-bestanddelen (de gluten) en leveren maizena.

De SUGGESTIE van zeer hoge temperatuur en totale degradatie is ONZIN; laten we niet vergeten, dat we ”’zetmeel”’ gaan isoleren, dat reeds bij een geringe temperatuursverhoging VERSTIJFELT.

Het zetmeelstof wordt in een wervelende luchtstroom centrifugaal van de gluten gescheiden. Zo’n machine heet in het Duits: WINDSICHTER.

Het eiwit-bestanddeel – de gluten – is afval. Gluten is een LAAGWAARDIG eiwit. De aminozuursamenstelling is verre van optimaal. Uitsluitend voederen met gluten kan GEBREKSZIEKTEN geven (zoals trage groei).

* maiszaad
** maiskorrel
*** maizenna
*** gulten
** maiskiem
*** maisolie (kode persing)
*** maiskoek
**** maïssolie 2e kwaliteit
**** veekoek

”’De eiwitten in de gluten zijn allergeen”’

De gluten bestaan niet alleen uit zuiver eiwit, maar bevatten ook vrijgelegde resten van DNA (Deoxyribo NucleicAcid) gedeeltelijk intact, gedeeltelijk overgegaan van een dubbele spiraal in twee enkele spiralen, en in ”’deze vrije vorm buitengewoon geschikt voor Horizontale gen Transfer”’ naar competente bacterien (Natural Transformation).

Bij Novartis maisgluten dus:

* Ampicilline resistentie gen (bacteriëel)
* Een endotoxin producerend gen voor de bestrijding van bepaalde vlinders (bacteriëel)
* Een herbicide resistentie gen voor glufosinaat-ammonium (syntetisch)

Bacteriën bevatten DNAases, enzymen, welke DNA verteren. Vraag: Hoe komt het nou, dat de bacterie zijn eigen DNA niet opvreet? Antwoord: De bacterie DNAase kan het eigen DNA herkennen en doet er niets mee.
Vreemd DNA dat de bacterie op zijn weg ontmoet kan ook herkend worden als bacterieel en misschien bruikbaar, en dit wordt dan misschien in het eigen genoom geïncorporeerd.

Uit het feit, dat Ampicilline-resistentie algemeen als achtergrond in de bacterie-populatie aanwezig is mogen we NIET concluderen, dat een eventuele horizontale gen-overdracht op de getalsverhoudingen NIET van invloed is.

”’Juist”’ doordat die achtergrond bestaat, zal er hurry-up gentransfer plaatsvinden, en zal de getalsverhouding wel degelijk beinvloed worden. De bacteriën herkennen hun “eigen” DNA.

Wanneer – nu aan het VEEVOER Ampicilline NAAST de gluten wordt toegevoegd, dan heb je de poppen helemaal aan het dansen door het SELECTIE-MECHANISME.
Naast de genen, DNA-resten in de gluten, bevatten de gluten nog de door de genen geproduceerde eiwitten.

In de NOVARTIS-mais-gluten dus TWEE, t.w.
* 1e, het endotoxin tegen vlinders
* 2e. het acetyltransferase tegen glufosinaat-ammonium (+/- 0,1 % van de gluten-massa).
Het Betalactamase van het Ampicilline-resistentie-gen is ”’afwezig”’. (Betalactamase is het gen-produkt van het Amp.-res.-gen).

Bovendien bevat de gluten eventueel de residuen van toegepaste bestrijdingsmiddelen.

Bij Novartis-gluten mogen we dus een verhoogd gehalte glufosinaat-ammonium-residu verwachten. (Wanneer GLA werd toegepast – hetgeen hèlemaal niet zeker is).

Bij andere gluten dan “Novartis” zijn er natuurlijk andere problemen.
De belangrijkste zijn:
* – Andere residuen, b.v. nu glyphosaat, en dan wel degelijk glyphosaat in grote massa bij glyphosaatresistente mais;
* – Andere antibiotica-resistentie-genen, zoals Kanamycine-resistentie, welke geen Betalactamases zijn tegen penicillinen, zoals Ampicilline, maar phosphotransferasen tegen Aminoglycosiden;
* – Wel degelijk antibiotica-resistentie-gen-”’product”’ aanwezig; dan wordt toegevoegd antibioticum geinactiveerd-, naast de selectie bij horizontaal gen-transfer, en wordt de duur betaalde toevoeging van antibiotica aan veevoer ”’totaal weggegooid geld”’.

Wees voorzichtig met Amerikaans gluten – je weet niet wat je koopt.

Koop ook geen afval wat een ander kwijt wil.

Eis GLUTENVRIJ VEEVOER.
(Net zoals atopic patiënten in de supermarkt dingen kopen met het etiket “glutenvrij”).

Betaal NIET VOOR GLUTEN, maar eis een ”’Glutenverwijderingspremie”’.

 

== Zie ook ==


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.