== Aantekening ==
Aantekening met betrekking belang verplichte etikettering voor voedselveiligheid.
Uit archief TSS (datum: ongedateerd, vermoedelijk rondom 1998))
== Auteur(s) ==
* Eijsten, Lily
* Meulen van der, J (Han)
== Volledige tekst ==
Een Indianenverhaal, ”’Voedselveiligheid”’
Belang etiketteringsplicht voor:
Voedsel, dat uit GGO’s (genetisch gemanipuleerde organismen) bestaat, GGO’s bevat, delen daarvan bevat, of analyseerbare resten.
Wat is het belang van etikettering voor de consument, waarom moet hij letten op het cruciale zinnetje, resp. woorden:
“met moderne biotechnologie”
dat aangeeft, dat er iets bijzonders aan de hand is.
”’Antwoord”’:
Hoewel de producenten “beweren” dat het product veilig is en zij risico-analyses aan de overheid hebben overlegd, lopen de consumenten toch altijd risico’s. Denk hierbij aan het Softenonschandaal, aan het DES-schandaal, want het zijn NIEUWE, ONBEPROEFDE ZAKEN, niet traditioneel, die GGO’s.
Wat zijn nu die risico’s, welke volgens de producenten verwaarloosbaar zijn. We gaan nu achtereenvolgens een aantal risico’s na. De consument moet ZELF beslissen of hij die risico’s wil lopen. De producent, begerig op niet te verwaarlozen winst, zegt: “Doe maar, niks aan de hand”. De overheid, aan handen en voeten gebonden, accepteert de mededelingen van de producenten (blindelings?) maar geeft de consument de keuze, zonder dat de consument de schadelijke effecten op de gezondheid kent (o.a. hersenbeschadiging), en berooft zo de consument van het recht op latere schadeclaims!
TEN EERSTE kan het product nog DNA-resten bevatten, coderend voor de genetische modificatie. Wanneer het product gepasteuriseerd is, hoeven we daarvoor niet bang te zijn (verhit boven 65 graden)
Ook wanneer het DNA codeert voor onschuldige stofwisselingsomzettingen is er misschien niets aan de hand.
Minder onschuldig is de volgende mogelijkheid dat door HORIZONTALE GENENTRANSFER, van b.v. resistentie tegen een antibioticum, of van transposon of een intron het milieu wordt verpest, of wij als consument kanker krijgen.
Het argument, dat het nieuwe DNA-stukje verdrinkt in de miljarden stukjes traditioneel DNA waarmee we geen moeite hebben, gaat niet op, omdat we millioenen jaren de tijd hebben gehad, om met het traditionele te leren leven, en dat het leren leven met nieuw DNA wel eens een dure les kan zijn.
Dat wij met het traditionele DNA GEEN moeite hebben, is overigens een onbewezen veronderstelling: het onderzoek is te jong en er worden in snel tempo nieuwe inzichten verworven.
Het zou b.v. best eens kunnen zijn, dat een deel van de kankers zijn bron vindt in Horizontal Transfer van vreemd DNA, maar toon zoiets maar eens aan, of liever: toon de onmogelijkheid daarvan eens aan – zover zijn we nog niet.
Dat er Horizontale genen-transfer naar het menselijke genoom is, WORDT OVERIGENS WEL AANGETOOND in experimenten (vaccinatie met een deel van een virus, het hepatitis B-virus).
Het argument, dat DNA snel en kwantitatief degradeert blijkt aantoonbaar wetenschappelijk onhoudbaar! (Doerfler).
Aanwezig nieuw DNA kan met DNA fingerprinting worden aangetoond, zoals bekend (Southern Blot Analysis). Lukt dit niet, dan is voor het product geen etiket nodig.
TEN TWEEDE kan het geetiketteerd product een enzym of een ander eiwit bevatten geproduceerd door het gemodificeerde DNA. Dit is aantoonbaar met enzym-technologie of immuum technologie.
Nu hebben we traditioneel te maken met een plethora (grote hoeveelheid) van enzymen en eiwitten.
Niettegenstaande een beweerde snelle inactivatie kennen we traditioneel bijv.
* 1. de effecten van lectines (enzymen welke verteringssappen inactiveren);
* 2. allergene effecten van bijv. koemelk, soja, pinda-eiwitten, paranoten;
*3. tenminste één geval van allergeniciteit bij GMM is aangetoond (in soja ingebouwd een gen om de eiwitkwaliteit te verbeteren; het gen was afkomstig uit de paranoot).
Dat de producenten proeven hebben gedaan is duidelijk. Maar wat te denken van de risico’s voor bepaalde groepen, zoals bay’s, mensen met een ontstoken darm, ziekte van Crohn, enz? De tijd zal nog wel wat boven water brengen.
Het is mogelijk, dat de enzymen en eiwitten bij het productieproces zijn geinactiveerd, bijv. door een warmtebehandeling of door een PH-verandering van het product b.v. vergisting (inkuilen) of door een rijping (zuurkool), worst, kaas, bier, wijn). Maar misschien kan zo ook allergeniciteit worden geintroduceerd.
Het belang van het etiket ligt in het feit, dat met behulp van het etiket allergisch geworden mensen met voedselallergie hun allergie kunnen traceren!
TEN DERDE kan, wanneer de genetische modificatie een resistentie betrof, het product en de metaboliet van de stof waartegen resistentie was ingebracht en/of die stof zelf bevatten (residu).
Er zijn natuurlijk grenzen aan het analytisch vermogen van de techniek; er zijn ook grenzen gesteld aan de bij analyse nog toelaatbaar geachte hoeveelheden, de NORMERING.
Maar: mag de consument erop vertrouwen, dat alle “foute” parijen geanalyseerd zijn? Dat de normering echt voor eeuwig en altijd correct was (denk aan Softenon en DES), EN DAT ER ECHT NOOIT IETS OVER HET HOOFD IS GEZIEN?
Heel in het bijzonder hebben we bij de twee herbicide-resistente gewassen:
* glufosinaat-resistente mais van Novartis (Ciba Geigy)
* glyfosaat-resistente soja van Monsanto
Welke zijn toegelaten en nu geëtiketterd worden, te maken met de volgende NARE ZAKEN (NACHTMERRIES):
* 1. De glufosinaat-resistentie mais kan grote hoeveelheden van een adduct van glufosinaat, het acetylfosfinotricine, bevatten. Uit dit adduct komt in onze darm (en in die van andere zoogdieren (rat, geit) en vogels (kip) weer glufosinaat vrij. Glufosinaat bewerkstelligt bij embryo’s neurale celdood (apoptosis) en bij zeer jong zoogdieren hersenbeschadiging door verandering van de glutamine-receptoren!
Deze onlangs gevonden effecten zijn nog niet verwerkt in de normering en de toelating van het herbicide!
Eerder gevonden teratogene effecten in deze richting worden namelijk toegeschreven aan de algemene giftigheid van de glufosinaat op het moederdier!
Ons insziens moet voor consumptie van deze mais uit Amerika (Novartis) door zwangere vrouwen en baby’s gewaarschuwd worden. Zo ook voor de volgproducten in de voedselketen zoals b.v. melk, vlees, van vee, dat met deze mais gevoederd wordt.
(Bovengenoemde effecten zijn – nog – niet in een normering volgens de bestrijdingsmiddelenwet verwerkt).
* 2 Ook in de glyfosaat-resistente soja zit het residu glyfosaat als adduct, een eiwit adduct. De normering is 20 mg per kg import-sojaboon. In het darmkanaal komt ook hier het herbicide weer vrij.
Hier kunnen we te maken krijgen met een andere HORROR-story
Glyfosaat blijkt de interne hormoonbalans te verstoren, zodanig dat de spermagenese in het gedrang komt.
Daarnaast is het zodanig cytotoxisch, dat onafhankelijk van de spermagenese het sperma zelf wordt aangetast.
Resultaat: geringere aantallen spermatozoën, misvormde spermatozoën, minder beweeglijke spermatozoën.
Verder zijn de volgende zaken bekend:
** 1. Loonspuiters en andere toepassers (boeren, tuinders) van herbiciden lijden vaak aan de onmogelijkheid een kind te verwekken, en gaan naar de dokter;
** 2. Vrouwen van fruittelers (waar glyfosaat uitgebreid wordt toegepast) hebben — statistisch — duidelijk moeite met zwanger worden.
** 3. De invloed van glyfosaat op menselijk sperma is vitro is bewezen.
Lust U nog soja-peultjes?
U moet dit indianenverhaal zien tegen de achtergrond van de niet-verboden verkoop – althans in ons land – van alcohol (alweer met accijns) en het gedogen van drugs LEVE DE KEUZEVRIJHEID!!
Als consument moet je de conclusie trekken, dat het loont om de etiketten te lezen, en BEWUST TE KIEZEN.
Literatuur:
* Tomoko, Fujii, Tokyo, 1996
* Toshiaki Watanabe, Ygmagatu, 1997
* M.I, Yousef et al., Alexandrië, en Oslo, 1996
* H. Strohmer, Wenen, 1993
* J, de Cock et al, Wageningen 1994
== Zie ook ==
Archief TSS: Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.