Bezwaarschrift tegen Besluit tot toelating van het bestrijdingsmiddel LIBERTY onder nr. 8906N.

Bezwaarschrift tegen Besluit tot toelating van het bestrijdingsmiddel LIBERTY onder nr. 8906N.

STICHTING T.S.S.
TEGEN SCHADELIJKE STOFFEN IN HET LICHAAM

Amsterdam, 9 september 2003.

Het College voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen.
Postbus 217,
6700 AB WAGENINGEN

Mijne Heren,

Betr. Bezwaarschrift tegen Besluit tot toelating van het bestrijdingsmiddel LIBERTY onder nr. 8906N, d.w.z. verlenging tot 1 juli 2005; datum Besluit 1 augustus 2003.

De Raad van State heeft op 10 augustus 2003 geoordeeld, dat de Bestrijdingsmiddelenwet van 1962 in een bepaald geval gaat boven de Wet Openbaarheid Bestuur.

In art. 22 van de Bestrijdingsmiddelenwet staat, dat geheimhouding niet geldt voor stoffen van een bestrijdingsmiddel die schadelijk zijn voor de mens, of voor dieren of planten, m.a.w. belangen van de Volksgezondheid gaan boven de commerciële belangen dat is ook in lijn met Richtlijn 2001/18 EG.

Mensen die met bestrijdingsmiddelen werken hebben het recht om te weten aan welke stoffen zij blootstaan. Deze lijn doortrekkende: publiek heeft ook het recht om te weten aan welke stoffen zij blootstaan als hij op straat loopt: of in parken (openbaar groen), op grasland, op de grensstrook tussen wegen en paden, fabrieksterreinen, bestratingen, bij weg- en plantsoenbeplantingen – vele plaatsen waar publiek komt.

Te meer, daar van overheidswege het publiek in b.v. parken niet beschermd wordt tegen voor hen schadelijke stoffen.

Liberty werd voorlopig (tot zomer 2005) op juridische gronden toegelaten voor toepassing in o.a. mais, andere gewassen, grasland, weg- en plantsoenbeplanting, onder vangrails, rondom verkeersborden, op permanent onbeteelde terreinen. Heel relevant: in de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven verleden jaar werd niettemin gemeld, dat de samenstelling van Liberty dat toen aan de orde was NIET gebruikt werd in openbaar groen. Wat is die nieuwe samenstelling Liberty – onder dezelfde naam?

Betr. grasland: hier mag vee NIET WEIDEN gedurende zeven dagen na toepassing van Liberty. (samenstelling?) Moeten landbouwers dat niet weten? Gezien de toepassing o.a. in parken wordt de mens dus losgelaten op terreinen waar vee niet mag komen.

(de mens eet geen gras, maar loopt wel rond in de drift van het herbicide. Konijnen kun je niet tegenhouden, In dit opzicht is vlees bij de poelier gekocht NIET VEILIG.

Is de gezondheid van de mens ONDERGESHIKT aan die van vee? Een vraag voor onze Minister van LNV.

Lacune – zie art. 3.1-10 Bmw.

Het is duidelijk, dat parken gedurende een bepaalde tijd na bespuiting met pesticiden GESLOTEN MOETEN BLIJVEN.

Het is ook duidelijk, dat iedereen het recht heeft te weten wat de gevaren zijn van bespuiten met pesticiden. De burgers zijn nu niet bepaald onmondig, en zij behoren WEL te weten waaraan zij blootgesteld werden, resp, blootgesteld ZULLEN WORDEN.

Dan kan de dermatoloog juist handelen wanneer een patient bij hem komt met klachten over b.v. dermatitis. Nu is het zo, dat de dermatoloog moet zeggen, dat hij geen expertise heeft met betrekking tot dermatitis tengevolge van DRIFT van pesticiden. De meeste patienten kunnen hem ook niet veel meedelen. DIT IS EEN ONHOUDBARE TOESTAND, speciaal- uit het oogpunt van de VOLKSGEZONDHEID.

Om gezondheidsredenen (tengevolge van sensibilisering door Finale SL14) en voor het gevaar van besmetting met o.a. de formuleringen van Finale SL14 en Liberty SL18 kan ik niet meer in openbaar groen verblijven. Hier speelt. weer een ” mystificatie” Dus om weer die schadelijke gevolgen van Liberty/Finale te ontwijken, kan ik dus nog steeds niet in openbaar groen verblijven, net zo min als hier en daar op straat.

Voor mijn veiligheid en die van anderen (groepsbelang) wil ik absoluut weten wat de samenstelling is van Liberty SL18 en Finale SL14, die nu in het openbaar groen en op straat gebruikt kunnen gaan worden – sinds de Gemeente AMSTERDAM het Milieu-beleidsplan heeft ingetrokken.

Dit Milieu-beleidsplan werd geadviseerd door ALTERRA. Hoewel in het algemeen de provincies welwillend staan over deze milieu-beleidsplannen, ligt ” Amsterdam/Mevr. May” dwars. Dit houdt in, dat de Amsterdammers blootgesteld gaan worden aan de schadelijke effecten van pesticiden, welke dat ook zijn (Liberty kan toegepast worden tesamen met een bodemherbicide zoals glyfosaat). Dit heeft niets te maken met verbouw van mais bulten de steden, maar is EEN GEVAAR VOOR DE STEDELINGEN.

HET IS DUS VAN HET GROOTSTE BELANG VAN IEDEREEN te weten wat we op en IN ONS LICHAAM krijgen, en de daarbij behorende schadelijke effecten.

Hier ligt een verantwoordelijkheid van het CTB – Bmw werd ondertekend door 3 MINISTERS.

Niet alleen de werkers met bestrijdingsmiddelen zijn dus betrokken bij de toepassing van bestrijdingsmiddelen. HET PUBLIEK IS NIET ALLEEN EVENEENS BETROKKEN BIJ DIE TOEPASSING MAAR OOK NOG IN GROTERE MATE DAN DE WERKERS – MET LICENTIE – MET DIE STOFFEN. Die werkers dragen beschermende kleding.

HET ARGELOZE PUBLIEK KRIJGT DE VOLLE LAAG – van de drift, en wordt de rest van zijn leven ziek gemaakt. Aan dit punt voor de volksgezondheid werd door de Minister geen aandacht gegeven. Lacune – zie art. 2:7 Bmw.

De wet beoogt uiteraard geen openbare discussie over methoden op basis van onbevoegd onderzoek en advies.

Burgers moeten meedenken, kennis en ervaring aanleveren. In 2008 moeten inzicht en gezondheidsaspecten gerelateerd aan milieu duidelijk in beeld zijn gebracht,en meegewogen worden bij o.a. ruimtelijke beslissingen. Nu al aan gaan beginnen! Hieraan moet iedereen meedenken. Hier ligt de verantwoordelijkheid van de burgers – allen – en niet slechts bij de chemische industrie en de werkers met pesticiden.

LOKALE OVERHEDEN MOETEN ZICH INSPANNEN BEPAALDE RISICOGROEPEN TE BESCHERMEN TEGEN GEZONDHEIDSRISICO’S. DIT IS VAN GROTER BELANG DAN DE BELANGEN VAN DE COMMERCIE.

Door toenemend inzicht is de burger bewuster van de effecten van bepaalde activiteiten op gezondheid en veiligheid, en vraagt derhalve een beter en veiliger milieu: IEDERS ROL EN VERANTWOORDELIJKHEID (ook van het CTB) IS EEN VEREISTE. Hiermee is in tegenspraak de mening van onze Minister van die voorstander is van MINDER INSPRAAK van de burger!!

Aan de orde in deze brief is het bestrijdingsmiddel op basis van glufosinaat-ammonium/GLA. In ons lichaam krijgen we niet alleen de werkzame stof GLA. maar ook de “inerts” van de formulering, zoals propaandiol (propyleenglycol), AES (alkylethersulfaat), formaldehyde (als vervuiling bij de productie van propaandiol, en aanwezig in glyfosaat).

Het is bekend, dat het herbicide in de herbicide-resistente mais – resistent voor Liberty – in de plant wordt geacetyleerd en in het darmkanaal van het vee weer teruggevormd wordt in het originele herbicide, hetwelk vervolgens via de poriën in de darm terecht komt in het bloed en vlees en klieren (melk). Opmerking: verschillende landbouwhuisdieren hebben poriën van verschillende grootte…(dikke darm).

Propaandiol komt dus in het lichaam (van de mens) via voedsel, en eveneens via cosmetica en farmaceutische producten en ook via de DRIFT van pesticiden – met sensibilisatie als gevolg.

Later – door de metabolic pathway – komt de ellende van dermatitis bij herhaald contact met de stoffen uit het herbicide (propaandiol).

ERNSTIG IS, DAT DE TESTS OM DERMATITIS DOOR HERBICIDEN OP TE SPOREN – IN CASU DOOR PROPAANDIOL – WERELDWIJD – ZWAAR MISLEIDEND ZIJN, HETGEEN IK FRAUDULEUS ZOU WILLEN NOEMEN.

Door de dermatoloog wordt een toneelstuk opgevoerd of liever “een rad voor ogen gedraaid” (persoonlijke ervaring) bij het uitvoeren van de commerciële test,

nl. met – een te laag gehalte propaandiol –

als vehicle (drager) VASELINE,

waardoor nooit bewezen kan worden dat dermatitis ontstaat tengevolge van het herbicide en ik klaag dan ook dermatologen aan, die een dergelijke zwaar misleidende test toepassen. Zij weten dondersgoed dat een dergelijke test – misschien wel “veilig” is.- maar niets bewijst.

Een test, die wel dermatitis aantoont tengevolge van propaandiol, is

10 – 20% propaandiol 0P WATER

ermee rekening houdende, dat

Finale S114 voor ca. 10% bestaat uit propaandiol.

De op mij toegepaste commerciële test was: 0.1 – 0.3 -1 – en 3% Finale SL 14 op VASELINE, om dermatitis am te tonen tengevolge van “drift” van dat herbicide.

Art. 3:1-b-c-d: Hier gaat het om testmethoden, die onze Minister heeft vastgesteld of goedgekeurd, resp. die krachtens deze wet aanvaardbaar zijn.

Hier moet ik helaas constateren, dat de Minister van VWS de commerciële test (dus op basis van VASELINE) die door dermatologen wordt toegepast – aanvaardbaar vindt. Ik vind dat zeer laakbaar, helaas.

Art. 3:1-b Bmw: “Een bestrijdingsmiddel wordt slechts toegelaten indien de aard en de hoeveelheid van de werkzame stof en zo nodig de in toxicologisch en ecotoxicologisch opzicht belangrijke onzuiverheden en hulpstoffen en omzettingsproducten kunnen worden bepaald overeenkomstig de bij communautaire maatregel vastgestelde methoden of voor zover deze methoden door onze betrokken Minister zijn vastgesteld of worden goedgekeurd”.

N.a. hiervan en mede n.a.v. de volgende artikelen van Bmw

3:1-c
3:1-d
3:2-a
3:2-b
3:3-a-b-c

merk ik het volgende op. Tijdens het spuiten met het bestrijdingsmiddel ontstaat DRIFT. Ondanks vele pogingen is drift niet te voorkomen. Drift blijft lang hangen, mede afhankelijk van de meteorologische omstandigheden en kan afstanden bereiken van 1200 mtr. tot 3000 mtr. – volgens de stand van wetenschappelijke technische kennis.

Dit is onaanvaardbaar zonder bescherming van het publiek. De AANNAME dat drift slechts de afstand van 1 meter aflegt, is dus foutief. Deze foutieve aanname is al reden tot niet toelating van het herbicide.

Art. 5:2-al en -b Bmw: Zoals hiervoren genoemd. Hierbij komt de veiligheidstermijn waarbinnen b.v. publiek in openbaar groen weggehouden moet worden in zicht, m.a.w. sluiting van parken etc. Minstens moet bij de ingang duidelijk aangegeven worden dat men rechtsomkeert dient te maken wegens toepassing van herbiciden, anders stelt met zich aan gevaar bloot. Dit gevaar is doodgewoon vermijdbaar: niet met herbiciden werken, oorzaak opheffen.

Art. 5a:lg Bmw: De Minister kan voorschriften geven omtrent het rekeninghouden met de V00RDELEN van het gebruik van herbiciden. Is dit de Minister van LNV of VWS? Logischerwijs behoort de Minister ook op de nadelen te wijzen als de Minister tenminste met beide benen op de grond staat. De Minister van VWS is aangewezen om op de GEZONDHEIDSSCHADELIJKE effecten te wijzen. En is dus kennelijk in gebreke gebleven. Lacune.

Art, 7:lb Bmw: Gezien de door de Minister geaccepteerde commerciële test (zie hierboven) die de sensibilisering door een van de stoffen uit de formulering, t.w. propaandiol.(en ook formaldehyde) uiteraard niet kan aantonen, en welke test zwaar misleidend is, wil ik het College in overweging geven de toelating van het onderhavige bestrijdingsmiddel in te trekken in het belang van de volksgezondheid.

Op misleiding mogen geen besluiten worden genomen.

Art. 13:2f: Over “testmethoden”: door de misleidende test wereldwijd, kan het bewijs van het ontstaan van dermatitis t.g.v. propaandiol niet geleverd worden. Op die manier worden ook BEROEPSZIEKTEN in verband met bestrijdingsmiddelen niet gemeld – of komen niet boven water! Dit is een ONRECHTMATIGE DAAD, genaamd BEDROG.

Over tot bezorgdheid aanleiding gevende stof zegt Art. 1:j: Iedere stof, met uitzondering van de werkzame stof (!) die als intrinsieke eigenschap heeft, dat zij een schadelijk effect heeft op mensen, dieren, milieu, en die in een biocide in voldoende concentratie aanwezig is of ontstaat om een dergelijk effect te veroorzaken. Een herbicide heeft een “licence to kill”.

Ongetwijfeld bent U bekend met MCS (Multiple Chemical Sensitivities), waarover in 1992 een workshop in de USA werd gehouden, waar 18 vooraanstaande wetenschappers een verslag van 160 pagina’s volschreven; In het kort: wanneer men eenmaal in het lichaam een schadelijke stof heeft opgenomen, dan is voor een volgende stof slechts een minimale hoeveelheid nodig om voortschrijdende schade aan andere organen te veroorzaken.

Nogmaals: de formulering van pesticiden is schadelijker voor de gezondheid tengevolge van stoffen die aan de werkzame stof toegevoegd worden. Dit is algemeen bekend.

Hierover zijn honderden valabele documenten en ik ben bezig hierover een lijst met uittreksels te maken van de documenten in mijn bezit – een hele klus. Herbiciden schaden de hoedanigheid van voedingsmiddelen. Propaandiol in voeding is POTENTIEEL SCHADELIJK (Prof.Dr, de Wolff, toxicoloog) en ontoelaatbaar. Volgens het Duitse Lebensmittelgesetz is propaandiol “strengstens verboten” in voeding.

Nog even: Chemici smeren zich regelmatig in met vaseline
om zich te wapenen tegen ongelukjes (met hydrofiele stoffen zoals zoutzuur, zwavelzuur).

Het is dus onjuist om vaseline als verdunning te gebruiken voor een hydrofiele stof.

De WATERKWALITEIT staat ondanks verbeteringen nog steeds onder druk, voldoet op veel meetpunten niet aan de minimum eisen.

Grondwater is soms zo sterk vervuild met o.a. bestrijdingsmiddelen, dat winningsputten moeten worden afgesloten. In het voorjaar moet regelmatig inname van oppervlaktewater worden gestaakt wegens onkruidbestrijdingsmiddelen. Er moet steeds meer gezuiverd worden. (Alterra)

Toxiciteit van onbekende stoffen is een zeer groot ernstig probleem. Eenmaal vrijgekomen uit de micro-organismen zijn ze praktisch niet meer te verwijderen (en blijven ook na het koken van water intact).

Gevaar van waterbloei wordt stelselmatig onderschat met catastrofale gevolgen. Helaas zijn er absoluut onvoldoende middelen geinstalleerd om de waterbereiding te kunnen beheersen.

Primair is de fosfaatbelasting tengevolge van de landbouw zeker belangrijk, maar door de elkaar versterkende werking van de diverse herbicide-bestanddelen leggen dus de grazers/vissen het eerst het loodje. Daarnaast zijn de tests tot op heden te smal om de verstorende werking in het eco-systeem in beeld te brengen.

Het Nationaal Milieu Beleidsplan richt zich o.a. op bestrijdingsmiddelen op provinciaal niveau, Het Provinciaal Wegenbeheer adviseert onkruidbeheer ZONDER BESRTIJDINGSMIDDELEN. Ook gebruik van bestrijdingsmiddelen op bedrijfsterreinen is een punt van zorg, Bij te hoge risico’s en ter voorkoming van calamiteiten moeten maatregelen genomen worden.

Art. 13c:1 Bmw: Vraag, wordt aan dit voorschrift – periodiek gezondheidskundig onderzoek van werkers met pesticiden – strikt de hand gehouden? Hierover hebben wij indertijd aan de Minister van VWS geschreven.

NATIONALE EN EUROPESE BESLUITVORM. Betreft de vier bestrijdingsmiddelen.

Op 9 augustus 2000 heeft het College het laatst GLA besproken en een aantal zaken bepaald, die in de verlengingstermijn dienden te geschieden, resp. aanvullende vragen dienden beantwoord te worden. Als ik het goed begrijp werden door de producent aanvullende gegevens verstrekt, benevens beoordeling op de aspecten toxicologie en het milieu en aanpassing van de risicobeoordeling van de Volksgezondheid, de toepassers en het milieu (onder dit laatste zal ik maar verstaan: de burgers/publiek!)

Voor de formulering AA onkruid-weg spray dient een acute inhalatiestudie te worden geleverd en de mate van absorptie na dermale blootstelling en de mate van orale blootstelling, enz. En 5 studies over residuen in volggewassen dienen te worden geleverd n.a.v. 5 studies van Hoechst. Zomede overdrachtsstudies rund en kip met alleen GLA ten behoeve van een eenduidige vaststelling van een MLR voor dierlijke produkten.

En verder een aantal gegevens over de werking van de werkzame stof glufosinaat ammonium. (Betr. Kreeftachtigen, vogels, vissen, zuivering afvalwater).
Vraag: waarom werden geen GEGEVENS GEVRAAGD MET BETREKKING TOT HET TOTALE PRODUKT, DE FORMULERING MET ALLE “INERTS” Zoals propaandiol en AES en formaldehyde, en zuivering afvalwater. U hoe zit het met XYLENE?

Waarom werden er geen duidelijke vragen gesteld met betrekking tot gezondheidsschade met betrekking tot de totale formulering, waarmee uiteindelijk gewerkt wordt in de “landbouwpraktijk”. in tegenstelling tot werkzaamheden in laboratoria met GLA technical. Met die formulering komen wij allen in aanraking.

Ik vind die beperking tot vragen over slechts GLA absoluut schadelijk, onverteerbaar. Juist die “inerts” zijn de grotere boosdoeners voor de gezondheid van de bevolking. Zie de honderden valabele documenten. (blz.40 van het Besluit).

Ik teken hierbij dan ook groot bezwaar aan bij de gebrekkige samenstelling van de gestelde vragen, waarop de producent met halve waarheden komen kan HIER WORDT DE BEVOLKING EEN RAD VOOR OGEN GEDRAAID ten koste van de volksgezondheid waarbij het CTB in de kaartspeelt van de producent.

Hoe kan het CTB die gebrekkige vraagstelling VERKLAREN? Het middel op basis van GLA werkzaam voor het doel waarvoor het is bestemd: commerciële belangen en – nogmaals – niet in het belang van de volksgezondheid;

Als ik de zaken niet zou kunnen onderbouwen kan ik niet reageren en mijn belangen niet behartigen,, d.w.z. het is noodzakelijk voor IEDEREEN de samenstelling van de bestrijdingsmiddelen te weten.

Zo noem ik nu de Bti-formulering van VECTOBAC. De inerts in dit middel putten de zuurstof in het water uit. De formulering van TEKNAR -ook een Bti-formulering was acuut giftig voor forelletjes, waarschijnlijk wegens XYLENE als een “inert” in het middel.

Kan het CTB mij mededelen lat de samenstelling van TEKNAR en VECTOBAC is, en zitten daarin ook de inerts welke eveneens in Liberty/Finale voorkomen? En of Methyl Paraben en potassium phosphate ook in Liberty/Finale voorkomen? Deze stoffen werden indertijd geregistreerd als actieve stoffen in pesticiden door de EPA.

Over Glufosinaat ammonium schreef Prof. Frank Comheire, Gent mij een tijdje geleden n.a.v. het artikel van, WATANABE Japan over Apoptose bij muizenembryo’s in vitro:

“De gebruikte methodologie (TUNEL) samen met electronenmicroscopie wordt momenteel aangezien als referentietechniek.

De gerapporteerde waarnemingen ter hoogte van het centraal nerveus systeem zijn van het grootste belang. Dit herinnert mij aan een publicatie omtrent het effect van PCBs op de intellectuele ontwikkeling van kinderen die werden gezoogd door moeders die waren blootgesteld aan, een hoge concentratie PCBs. Deze studie heeft aangetoond dat wanneer de “prenatal exposure to polychlorinated bifenyls” hoger ,ligt dan 1 microgram per gram vetweefsel, de ‘reading mastery/word comprehension’ van de kinderen significant is afgenomen. Men neemt aan dat een prenatale blootstelling van de foetus aan ‘neurotoxische effecten van PCBs hiervoor verantwoordelijk zijn.

Het is niet denkbeeldig, dat een gelijkwaardig effect zich zou voordoen bij prenatale blootstelling van de foetus aan kritische concentraties van ammonium glufosinaat.

Dit is iets om mee te nemen!

Blz. 41 Besluit: Geen meetgegevens zijn beschikbaar voor het voorkomen van, GLA in het grondwater. Zijn er wel gegevens beschikbaar voor het voorkomen van de stoffen in de formulering, de z.g. “inerts”, zoals propaandiol, formaldehyde, AES, xylene (indien deze laatste stof mogelijk ook aanwezig is)? Er wordt niet eens over gesproken om hiernaar te zullen kijken!! LACUNE

Blz. 35 Besluit: Geen adsorptiegegevens beschikbaar voor metaboliet NAG, en derhalve is er geen gevaar/risico voor uitspoeling. Zijn er wel gegevens beschikbaar voor de werking van de overige stoffen in de formulering, zoals propaandiol, AES, formaldehyde (en xylene?). Conclusie dus gebaseerd op onbekende zaken. Natte-vinger-werk; Met bewijzen komen.

Blz. 15 Irreversibiliteit van de effecten in de 40-dags-inhalatie studie bij de rats. Duidelijk gesteld: irreversibel. MCS zegt het iets genuanceerder: bij effecten van de stoffen: afstand nemen van deze stoffen, weggaan, resp. die stoffen elimineren; dan herstellen die effecten zich. Doch bij terugkeer naar de vorige toestand begint de ellende weer opnieuw.

Blz 14 Besluit:”Intoxication occured exclusively with the formulated product. NO SPECIFIC ANTIDOTE IS KNOWN.”

Mijn conclusie: zwaar onverantwoordelijk bezig!

Als ik gelegenheid heb, zal ik in mijn literatuur zoeken naar die antidotes. Zijn er wel (in ieder geval voor glyfosaatvergiftiging in Japan). Liberty en Finale zijn “schadelijk” (via mond, inademing, huid). Irriterend is “wishful thinking”. Eigen ervaring. Ze hebben wel degelijk sensibiliserende eigenschappen. Waar zijn de gegevens hierover. Op huidsensibilisatie kun je wachten, b.v. na de tweede besmetting een jaar later! Lacune

Richtlijn 2001/18EG zegt het zo: Art.9:2-C: Methodiek C2:1 Bepaling van kenmerken die schadelijke effecten kunnen hebben. Alle met de genetische modificatie verband houdende kenmerken van het GGO die schadelijke effecten op de gezondheid van de mens of op het milieu kunnen veroorzaken, moeten worden bepaald. (herbicideresistentie-genen in mais en verder in de voedselketen). Men noemt: ziekten bij de mens, dieren en planten, interacties met andere organismen, wijzigingen in het beheer met inbegrip van landbouwpraktijken;’ en C.2:2: omvang van de gevolgen C:2:4 potentieel schadelijke effecten (van propaandiol in voeding!)

enzovoort

Pag. 44 Besluit: veldstudie moet uitgevoerd worden voor aanvullende informatie over Finale SL14, en dat daarbij met de hoogste doses getest moet worden? Misleidend- Wat is de bovengrens v d. hoogste dosering? Altijd raak! Het is beter te testen met de kleinste dosering (Fujii: 2 mg) die nog effect geeft; Het is zaak eerst studie te maken van verfijndere meettechnieken om de ondergrens te kunnen bepalen!

Bij tests met megadoses legt de regenworm waarschijnlijk hel loodje als een “sitting duck”, of hij heeft de tegenwoordigheid van geest om wel te vluchten, net zoals vissen niet stil zitten te wachten tot zij doodgaan van giftige stoffen in het water.

Overigens: de formulering is toch bekend, en ook de giftige werking daarvan, b.v. van formaldehyde, propaandiol, .AES, xylene ….

Die wormen, vissen, monarchvlinders etc. kunnen natuurlijk wel gedesoriënteerd raken door de “technische vooruitgang” van de mens; zoals walvissen die zich massaal op het strand werpen:

Blz. 11 Besluit: Toxicologically significant compounds: Metaboliet!!!

DE GEHELE FORMULERING IS TOXICOLOGICALLY SIGNIFICANT

Skin sensitization: (test method and result). Hier wordt genoemd de toegepaste Buehler test en Maximization test. Ik stel er prijs op van U het protocol van de toegepaste tests te ontvangen ” Die Buehler test is “less sensitive” “Scientific justification / beredenering should given when the Buchler test is used (volgens A. Wallace Hayes 3rd edition) en het Official Journal of the EU Legislation 1.383A geeft aan over het suitable vehicle: choice of the vehicle should be justified (beredeneerd).

Na deze bloemlezing van de vele onvolledigheden en misleidingen in het onderhavige Besluit, zal het U duidelijk zijn, dat ik vele bezwaren heb tegen bedoeld Besluit.

Met de meeste hoogachting,

STICHTING T.S.S. L. Eijsten
xxxxxxxxxx
xxxxxx Amsterdam
tel. xxxxxxxxxx


Commentaar op bovenstaande stuk stel ik zeer op prijs.


Op onze index pagina vindt u links naar de andere door ons ingediende bezwaarschriften.


Zie ook de pagina van Miep Bos over genetisch gemanipuleerd voedsel

Brief aan Minister Veerman, betreft: Regulering 2001/18 EU. Over onvoorziene Effecten GGO´s

Amsterdam, 31 maart 2003.

Aan de Minister van Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij,
dr. C.P. Veerman,
Postbus 20401,
2500 EK Den Haag.

Geachte Heer Veerman,

Betreft: regulering 2001/18 EU

Voor mij ligt Uw brief dd. 10-09-02 gericht aan de Voorzitter van de Tweede Kamer, ref. IZ/IC/2002.1638 Onderwerp Landbouw- en Visserijraad 23/24 sept. Brussel.

a. Hoewel enigszins aan de late kant ben ik zo vrij hiermede toch te reageren op punt 7 van die brief inzake GM-voedingsmiddelen en veevoer, en wel op: “De verplichte monitoring na marktintroductie door de vergunninghouder van onvoorziene effecten van GGO’s op de gezondheid van mens en milieu wordt nu uitgebreid met GG-levensmiddelen en GG-diervoeders”,

en ik vraag u hoe kan men spreken van onvoorziene effecten” van GGO’s. GGO’s worden zodanig gemodificeerd, dat zij resistent zijn tegen pesticiden. De ellende van de te gebruiken pesticiden is dat de formulering daarvan geheimgehouden wordt in opdracht van de industrie.

Sommige “inerts” zijn bekend, zoals het antivries propaandiol/10% (hetwelk dermatitis veroorzaakt), alkylethersulfaat/AES/30% (met cardiovasculaire effecten; vaatvernauwing, resp. vaatverwijdering, afhankelijk van de doses) en ethyleenglycol, (minder dan 1%)……

De effecten van deze “inerts” worden niet aan de grote klok gehangen, maar ze zijn er wel, zodanig, dat een dermatoloog mij schreef, dat hij geen expertise had (kan hebben) van de werking van het herbicide Finale SL14 (resp. Basta, Liberty) met betrekking tot de explosie van eczeem. Dermatologen moeten dus hun patiënten naar huis sturen met de mededeling: “Wij kunnen u niet zeggen wat de oorzaak van uw eczeem is”!

Bovendien zijn de commerciële tests, om eczeem te ontdekken, FOUTIEF – WERELDWIJD. Door vaseline toe te passen kan propaandiol niet door de huid dringen en kan de “metabolic pathway” niet plaatsvinden, en kan men geen effecten constateren. daar komt bij, dat propaandiol verontreinigd kan zijn met Formaldehyde – dit kan per batch verschillen en raadt men aan elke batch te controleren!

Het is eveneens bekend, dat na toepassing van herbiciden deze herbiciden door de daarvoor resistente plant worden opgenomen, en vervolgens in het darmstelsel van vee weer worden teruggevormd en terecht komen in het bloed, weefsel en klieren (melk) en in de voedselketen schadelijke effecten opleveren.

Zo werd in het Duitse Lebensmittelgesetz b.v. Propaandiol (een inert uit Finale, Basta, Liberty) grundsätzlich verboten (Ullmann 1980). In de volgende editie van Ullmann (1993) werd dit niet herroepen.

In een artikel van de Heer H.P.J.M. Noteborn in “A Review of Results” inzake het EC-sponsored Research of Safety of Genetically Modified Organisms” getiteld

“New methodologies for assessing the potential of UNINTENDED EFFECTS in genetically modified crops”

schrijft hij:

It is recognised that no adequate and effective animal models to identify and trace the sources of potential unintended effects are currently available”..pag. 128.

Dit boekje heb ik twee dagen geleden vanuit Brussel ontvangen en is dus recent. Al die mooie grote woorden in regulering 2001/18 staan dus op losse schroeven en onderstrepen de noodzaak van verder onderzoek.

Een groot deel van die zg. “onvoorziene effecten” zouden WEL te voorzien zijn, als de geheimhoudingsplicht niet zou bestaan.

Verleden jaar voerde ik een proces tegen het CTB/Hoechst om in de Bestrijdingsmiddelenwet niet alleen te spreken over de werkzame stof en zijn metaboliet, maar om alle stoffen in de formulering met hum werking.

Helaas werd ik niet-ontvankelijk verklaard omdat eczeem tengevolge van propaandiol in Finale volgens Hoechst geen persoonlijk probleem was, maar een COLLECTIEF probleem!!! (Van zo’n 20% à 30% van de bevolking). Mij werd gesuggereerd dat in de straat waar ik woon niet met Finale werd gespoten- dus zou ik maar thuis moeten blijven zitten!!! Welke brutaliteit!

Dus die onvoorziene effecten, waar Heer Noteborn op doelt, zijn een slag in de lucht; zolang onderzoek niet met betere feiten komt is het consumentenvertrouwen in veilig voedsel een luchtballon.

b. Na lezing van het volgende punt:….”voorgesteld, waarin de beoordeling van zowel milieu- als voedsel- en diervoederveiligheidsaspecten door de Eur. Voedselautoriteit centraal staat”- invulling van een vragenlijst door de Eu. Voedselautoriteit – is mijn vraag: Is de Gedragscode van deze EVA dezelfde als die van de NVa.?

c. Het aansluitende punt: “voorgesteld, ……….. en de inbreng van de afzonderlijke lidstaten belangrijk is teruggebracht” waarvan U uitdrukkelijk schrijft: “Ik zal mij positief uitspreken” doet bij mij de vraag opkomen:

Beseft u wel, dat U op het standpunt staat, dat U de inbreng- ook van Nederland- belangrijk wilt terugbrengen?

Als dit uw houding is om de belangen van de Nederlandse burgers en de Nederlandse landbouw belangrijk terug te brengen, dan is dat laakbaar. Het vertrouwen van de consument wordt zeer geschaad door het beknotten van hun inspraak!

In de Regulering 2001/18 (amandementen) staat nog wel: consumenten niet irriteren.

Sorry, maar met uw houding deelt u een steek in de rug toe niet alleen aan uw eigen achterban, maar ook aan burgers van Nederland, en zet u zichzelf buiten spel!

Is dit uw eigen verantwoordelijkheid als minister om de rechtmatige inspraak van de burgers te beknotten? De doodsteek van het consumentenvertrouwen. Misleidingen van de burgers zijn er al veel te veel!

De eigen verantwoordelijkheid van de consumenten is doorslaggevend. Consumenten zijn we allemaal: daar moet ook de industrie van leven. Maar dan moeten die consumenten beschillen over alle informatie over de risico’s, of beter gezegd de “gevaren”: Optimale informatie ook over de stoffen die gebruikt worden bij de teelt van ons voedsel. – vooral als die consument erom vraagt.

Nogmaals: de geheimhoudingsplicht is ten nadele van de consument en zijn gezondheid. Het CTB is bekend met de formuleringen van de pesticiden en moet dus ook bekend zijn met de schadelijke effecten ervan. Niks “onvoorzien”. Waar is het betreffende onderzoeksrapport?

Gezien al het voorgaande vraag ik Uw speciale aandacht voor amendement 71: niet- gelijkwaardigheid vermelden op het etiket. Dit kan direct toegepast worden bij eventuele pogingen b.v. maisgluten uit het buitenland te importeren. maisgluten is een afvalproduct, hetwelk bij gebruik gebreksziekten kan opleveren.

Graag houd ik mij aanbevolen voor uw reacties.

Met de meeste hoogachting,

L. Eijsten


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.

Een en ander

Beschouwing op bezwaarschriften resp. beroepschriften aan VROM en Raad van state

Amsterdam, 11 augustus 2002.

EEN EN ANDER

Allereerst wil ik memoreren de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven in de kwestie van de verlenging van de toelating van het middel Symphonie (werkzame stof flutolamil).

De zaak werd afgewezen omdat – kortweg – “Voormeld advies- rapport louter is gebaseerd op gegevens die van verzoekster zelf (Aventis Crop Science) afkomstig zijn en er geen derde belanghebbende partijen aan het geding deelnamen”.

In deze kwestie kwam ook naar voren, dat de amendementen ingediend door Mevrouw van Ardenne (27085) en de heren Feenstra en Udo dd. 6.11.01 met betrekking tot de toelating van werkzame stoffen (de “inerts” in de formulering zijn schadelijker voor de menselijke gezondheid dan de z.g, werkzame stof) werden aangenomen. Een betreffend amendement (toelating van biociden in maar één lidstaat geldt óók voor Nederland)

“slaat twee vliegen in één klap”:
– enerzijds is maximale toegang verzekerd, en
– anderzijds zijn de betrokken bedrijven niet meer afhankelijk van het CTB”

Versnellen van afhandeling van aanvragen – waarbij de zorgvuldigheid, die nodig is voor een juiste risicobeoordeling, gemakkelijk in het gedrang kan komen – met de zweep in de hand, in dat geval met een vliegenmepper zal ongetwijfeld oppervlakkiger beoordeling in de hand werken, of liever, dat is zeker.

Hieronder wil ik een paar conclusies laten volgen, genoemd in onze bezwaarschriften, resp. beroepsschriften aan VROM en Raad van State (73 stuks), summier genoemd, zonder namen van de producenten en zonder gegevens uit de pleitnota’s!

Bij proeven is werking van darmsap niet bekeken; slechts 5 dagen voederproeven – proeven met onbespoten raapzaad, geen 90 dagen voederproeven; met diverse analysemethoden kan onderscheid worden gemaakt – dus wel substantial equivalence; vlgs. ons onvoldoende nauwkeurige registratie-methoden; grootschalig aanbod van plantendelen met dit gen zal zeer tot verhoogde beschikbaarheid en aanwezigheid van resistentie bij pathogenen leiden (in darm v. mensen en dieren die voor een ziekte behandeld worden (Katoenzaad in veevoer). Corn DBT bevat 2 nieuwe eiwitten aantoonbaar: geen subtantial equivalence: product bestemd voor diervoer, maisgluten, pluimvee. SE/96/3501: risico bij incidenteel gebruik van deze aardappel, of cumulatief risico voor gemeenschap en nageslacht- Veilig?

T25xMon810: Stapeling van risico’s bij beide ouderlijnen. Niet gekeken naar beïnvloeding darmflora; Amerikaanse documenten ontbreken; geen chronische toxiciteitsproeven. enz.; Koolzaad DE/9806: Geen methoden/analyses om onderscheid te maken met andere oliezaden; Thompson versus A.Schulz. Toxicologische consequenties negeren van nieuwe toxic.gegevens- Laakbaar; GA21: dubieuze exercitie in het dossier; GA21 – GB/97/M3/2: ACRE kritiseert wetenschappelijke onderbouwing als onder de maat (3.2.99); toxiciteit onvoldoende getest, Info onvoldoende, onbetrouwbaar voor toelating; Zonnebloemen: paraplu-constructie misleidend voor het publiek; Suikerbieten: waar komen de GLA-residuen terecht? In de melasse?; koolzaad: 2 verschillende antibiotica- genen kanamycine en hydromycine. Risico-beoordeling van andere delen van het ingebrachte construct ontbreekt; waarom noemt men niet de gezondheidsrisico’s : Suikerbiet: GLA schade aan nageslacht; veiligheidsaspecten van bietenpulp en melasse; Suikerbieten 99/05: risicobeschouwingen ontbreken: eiwit in bietenpulp, melasse, vinasse, schuimaarde. Via diervoeding in voedselketen? Protocol voor vrïjwillige diervoedertoets bestaat niet. Rapport van producent is misleidend; GLA is sensibiliserend. Fuji, Watanabe: hersenbeschadiging, apoptosis, misvormingen, enz. Suikerbieten 99/01: Risico-analyse vóórdat gewas in het veld. Alle verantwoordelijkheid toegeschoven aan Minister; div. buiten risico-beoordeling gebleven. Cogem houdt vast aan oude adviezen. Aardappel 99/09: hor.gen-overdracht van plant naar micro-organisme: Schlüter/Smalla/Mercer. Problemen met nptIII-gen-spectrum van 17 antibiotica. Hand gelicht met serieuze risico-beoordeling: Mais/GLA: Phosphor-Koolstofbinding: resistent tegen afbraak. Schadelijke drift; Wortel 95/01-01: verlenging van vergunning in de tijd verhoogt het risico; 98/05: koolplanten In Schotland bekendgemaakt, dat een produkt met een dergelijke lang bekende giftige werking nooit op de markt toegelaten zou worden, (tot 2015); Wortel: kromme redeneringen in de aanvrage. Vertrouwelijkheid is niet op zijn plaats.

Algemeen: Pas toestemming geven wanneer men overtuigd is, “Het lijkt niet schadelijk” kan niet: Consumentenvertrouwen. Soms gaan aanvragen over “imaginaire planten”: geld hierin gestopt, verdampt bij overname van bedrijf door buitenland, enz.

Zo langzamerhand sijpelen deze gegevens ook door naar de consumenten – wantrouwen. De beeldvorming van de heren Feenstra en Udo en mevrouw van Ardenne als vliegenmeppers, die bewezen gezondheidsschadelijke effecten wel buiten beeld zouden willen meppen, is triest, en absoluut niet lachwekkend. Men vergeet, dat die kwalijke gezondheideschadelijke effecten bijna iedereen zouden kunnen treffen. Het gaat om niet-verzekerbare risico’s. Die beroemde z.g. Meetlat zou ook op de helling moeten. Er wordt hierin geen rekening gehouden met gezondheidseffecten. Zijn onze beleidsmakers blind?

De grote ontkenning is de werking van de stoffen in de formulering van een bestrijdingsmiddel, de z.g. “inerts”. die het meest gezondheidsschadelijk zijn. Ik noem slechts propaandiol, ethyleenglycol, alkylethersulfaat. En het “eigenaardige” is, dat bij de grote bibliotheken alle 150 opgevraagde referenties” niet in Nederland aanwezig zijn”, d.w.z. de desbetreffende tijdschriften ook niet! En het doel van het leven is toch het vergaren van kennis! En dat geldt voor iedereen En is niet selectief!

Misschien zou de beoogde “versnelling” van beoordelingen als gunstig neveneffect kunnen hebben, dat het CTB meer tijd heeft om b.v. die 51 putten, genoemd in het betreffende geheim te houden Alterra-rapport, in Oost Nederland en Limburg en die nog “niet in kaart werden gebracht” te controleren op gifstoffen, zodat biologische tuinders met een gerust hart hun sla met water uit hun put kunnen beregenen. Ook prettig voor de consument om te weten. En een bord met “Verboden Toegang” of “Verboden te gebruiken”, neer te zetten, resp. met beplantingen af te schermen voor toegang voor het publiek, zoiets als in het verleden werd gedaan met de onder de grond gestopte – met anthrax/miltvuur besmette kadavers. Arme CTB! (Bt, Bc – bacillus cereus.,-Ba – bacillus anthracis- zijn aan elkaar verwant, kunnen elkaars eigenschappen overnemen. Bodemleven zit ook niet stil!)

Ik vraag mij dan ook af, als ik een literatuur-aanvraag zou doen bij b.v. TNO – na een offerte met een prijskaartje te hebben ontvangen – of ik wel waar voor mijn geld krijg! Bovengenoemde 150 referenties moesten allemaal uit het buitenland komen, en ik zou mij kunnen voorstellen, dat het aantal documenten welke ik uiteindelijk zou ontvangen, gerelateerd zou kunnen zijn aan het betaalde bedrag. Zoiets als bij het taxeren van postzegelverzamelingen: kosten 10% van de taxatiewaarde). Gelukkig heb ik die 150 referenties niet nodig!

Als Tweede Kamerlid zou ik mij ook behoorlijk beroerd voelen, als ik wist, dat de informatie, die ik nodig had om vergelijkingen te maken, mij slechts gedeeltelijk zouden worden gegeven. Maar als je zelf niet voldoende weet, kun je ook niet reclameren. Lekker rustig, Pionnen in het spel! De onafhankelijke deskundigen van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid zouden toch alles moeten weten op hun gebied. Bij deze instantie moeten de beleidsmakers enz. toch hun informatie halen.

Staatstoezicht op de Volksgezondheid schrijft mij, dat propaandiol niet giftig is. Het herbicide Finale/Liberty/Basta bestaat voor ca. 10% uit deze “inert”, hetwelk dermatitis veroorzaakt; Maar ja, als de commerciële tests niet deugen, dan komt dit feit wereldwijd nooit boven tafel.

Het ernstigste is, dat de dermatologen moeten erkennen, dat zij geen expertise hebben, want zij kennen de geheime samenstelling niet van de herbiciden (wel het CTB).

Mensen, het is een zaak van collectief belang om die samenstelling wèl te weten.

Dit werd uitgesproken door Aventis Crop Science en vastgelegd in de uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven. Dit kunnen wij toch niet onder tafel vegen?

Zo zorgt AES – 30% van de formulering – voor o.a. vaat- vernauwing en propaandiol – 10% voor dermatitis.

In die commerciële tests (op mijn lijf toegepast), gebruikt men zo’n 100x tot 200x te lage concentratie propaandiol en dan nog vaseline (hydrofobe) als drager, i.p.v. water, zodat de te testen stof niet in de huid kan doordringen.

Een aantal jaren geleden heb ik via drift van Finale SL14 – te vergelijken met Basta en Liberty – bij warm weer in mijn lijf gekregen propaandiol, ethyleenglycol en Alkylethersulfaat, en de rest van de formulering! Met blijvende schade. Dit kunnen hele bevolkingsgroepen ook krijgen. Het is een collectief belang deze stoffen uit te bannen. Echter, het publiek is met deze feiten niet bekend.

Landbouwgewassen – genetisch gemodificeerd om pesticiden te weerstaan – bekijk ik met wantrouwen.

De firma’s, die GG-gewassen introduceren, welke resistent zijn tegen stoffen in de formulering van pesticiden, zijn verantwoordelijk voor gezondheidsschade. De grootste firma op dit gebied in Nederland heeft mij verzekerd, dat zij niet weten welke stoffen er in de herbiciden zitten waartegen zij hun plantjes resistent maken. Zaak van Hoechst, meldde men mij. Hoechst speelt de bal dus terug.

Degene, die een ras introduceert is verantwoordelijk voor de gevolgen. Ook Monsanto verklaart uiteindelijk, dat zij geen ankele verantwoordelijkheid draagt voor eventuele gevolgen van de toepassingen tijdens de teelt. Kan dat zomaar?

Aardigheidje: in een Bt-insecticide – Foray 48B – zit methylparaben als “werkzame stof”. Dit werd indertijd door EPA geregistreerd als werkzame stof. Dit spul zit ook in zalven e.d. En dat smeer je op je huid om wondjes te voorkomen! Kan iemand mij dat uitleggen?

L. Eijsten
xxxxxxxxxxxxxxxxx
xxxx xx Amsterdam
tel. xxx-xxxxxx


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten

Pleitnota inzake toelating van het bestrijdingsmiddel Liberty – procedure AWB 00/951 S1

Amsterdam, 7 april 2002

P L E I T N O T A

bij mijn beroep inzake toelating van het bestrijdingsmiddel Liberty – procedure AWB 00/951 S1 door het CTB, te behandelen op 9 april 2002.

In deze pleitnota wil ik memoreren, dat ik het onderhavige beroep heb ingesteld wegens persoonlijke, rechtstreekse gezondheidsschade, ten gevolge van in het openbaar groen verspoten herbicide Finale SL14, nadien genoemd Liberty (Productie 1, pg. 1).

In mijn beroepschriften zette ik de gebeurtenissen reeds uiteen. De kwestie is, dat de op mij toegepaste tests foutief waren, zwaar onder de maat (Finale SL14: 1%, 0,3%, 0,1 %, 3% alles op vaseline). Ik zond u een aantal valabele wetenschappelijke rapporten, die dit bevestigen.

De stof propaandiol – een antivries – die 10% uitmaakt van de formulering van Liberty/Finale – veroorzaakt dermatitis. Zie de u toegezonden wetenschappelijke rapporten.

Bovendien blijkt uit de toegezonden rapporten, dat de commerciële test (met 5% propaandiol op vaseline) werd afgekeurd. De test, welke eczeem moet bevestigen ten gevolge van het herbicide, moet bestaan uit 10% à 20% propaandiol op water.

Het gevolg van het toepassen van die “afgekeurde tests” betekent, dat er wereldwijd nooit gevonden wordt, dat het herbicide Liberty/Finale eczeem veroorzaakt!

De juiste test – zie de u gestuurde documenten – moeten 100x à 200x grotere concentraties propaandiol bevatten, en dan ook nog als drager water, zodat de stof bij de huid kan komen!

Behalve het antivries propaandiol bevat Liberty ook o.a. 30% AES (alkylethersulfate – goed voor cardiovasculaire effecten.

Wat ik zou willen noemen “wereldwijde misleidende tests” zijn de oorzaak, dat patiënten met eczeem – zoals in mijn geval – naar huis gestuurd worden met de mededelling: onbekend wat de aanleiding is van uw eczeem!

Prof. Dr. D. P. Bruynzeel, huidarts V.U., Amsterdam, deelde mij destijds mede, dat hij de stof niet kende – al was die al lange tijd in gebruik.

Dr. A.P. Oranje, dermatoloog aan het Dijkzigt Ziekenhuis, Rotterdam, deelde mij enkele dagen geleden in een briefje mede, dat “zijn expertise te kort schoot” over dit onderwerp. Ik ben zo vrij aan te nemen, dat dit ook bij Prof. Bruynzeel indertijd het geval was, toen hij zei, dat hij het produkt niet kende.

Dat een dermatoloog moet verklaren, dat zijn expertise te kort schiet, is zeer te waarderen, maar tevens zeer triest.

Vooral

omdat de geheimhouding van de samenstelling van de herbiciden – waartoe het CTB door de producenten van deze herbiciden verplicht zou zijn – dit “te kort schieten van expertise” van specialisten oorzaak is, dat patiënten met een kluitje in het riet weggestuurd werden!!!

Dit moet die specialisten toch ook knap de strot uithangen! Zij kunnen hun werk niet goed doen.

Daarenboven kan de patiënt ook niet weten, wat zij moet doen bij soortgelijke omstandigheden. Ik noem slechts: zo snel mogelijke met je lijf onder de douche gaan staan, als je die tenminste hebt!

Deze hele gang van zaken is zeer kwalijk, en schadelijk voor de gezondheid. Maatregelen om deze effecten te voorkomen, zou betekenen opening van zaken te geven door de producent. Het mag gewoon niet voorkomen, dat men in openbaar groen besmet wordt door de drift van herbiciden. Die bovendien op warme dagen aan het eind van de dag tengevolge van atmosferische toestanden nog aanzienlijk meer effecten geven. Mijn besmetting speelde zich af eind augustus, zeer warm weer. Zelfs EPA kan niet instaan voor de gezondheid van volwassenen en kinderen in openbaar groen, waar gespoten wordt met pesticiden Roundup, Liberty en Bt-spray, omdat men de samenstelling niet weet. Ik moet aannemen, dat deze mededeling bekend is bij het CTB, en niet alleen bij mij.

Het opnemen van drift door de huid en vooral via inademing door de mond kan verdere kwalijke gevolgen hebben. (b.v. inverted papilloma’s – poliepen in de neus – en kaakholte, zoals bij mij. Ik heb een zware kaakoperatie ondergaan, en zit mijn hele leven met de ellende).

Ik kom weer terug op de gezondheidsschadelijke effecten van de herbiciden, en praat nu over Liberty/Finale. Ik ben bezig met een lijst te maken van ver over de 100 valabele rapporten die aantonen, dat de stoffen, toegevoegd aan de werkzame stof (zoals GLA) binnen de formulering (handelsprodukt) schadelijker zijn voor de gezondheid van de mens, dan de z.g. werkzame stof alleen.

Bij Liberty noem ik – zoals hiervoor reeds – propaandiol (10%) en AES (30%), en verwijs naar BMW art. 3.1 de 10 punten onder suba, welke óf spreken over milieuschade, óf over gezondheidsschade. (Punten 1, 2 en 10 betr. milieuschade, punten 3, 4, 5, 6, 7 (via voedingsmiddelen) , 8, 9 (grondwater).

Bestrijdingsmiddelen mogen geen schadelijke uitwerking hebben op de gezondheid van de mens, dieren, toepassers, diegenen die na toepassing daarmee in aanraking komen – d.w.z. drift bij wandelaars in openbaar groen, via de voedselketen, en de plaats, waar o.a. het bestrijdingsmiddel in het milieu terecht komt (punt 10 – openbaar groen). Hier wil ik een link leggen met punt 6 en opmerken, dat de mens ook een niet-doel-soort is . De “Licence to kill” strekt zich niet uit tot de mens!

De aard en de hoeveelheid van de werkzamen stoffen in de formulering (art. 3.1.b) zijn bekend bij het CTB en behoeven niet nog eens vastgesteld te worden (niks geheimhoudingsplicht), net als de residuen ( c ) en de fysische-chemische eigenschappen ( d ).

Helaas, dat “bepalen en vaststellen” zou moeten gebeuren (waarom dus?) doch volgens mededeling van Mevr. Faber/LNV in antwoord op kamervragen alweer een tijdje geleden (ik haal aan mijn brief aan haar dd. 2-4-02 n.a.v. de kamervragen) wordt expliciet het cumulatieve effect van de verschillende werkzame en dergelijke hulpstoffen (antivries en AES) in de formulering niet onderzocht. Waarom niet? Om de interactieve effecten en meervoudige effecten door blootstelling via verschillende routes – welke dus in de praktijk voorkomen – wordt met een grote boog omheen gelopen! Ook juist de atmosferische toestanden tijdens warme zomerdagen aan het eind van de dag b.v. verhogen aanzienlijk de nadelinge eigenschappen van de stoffen! Ik mag toch wel aannemen, dat desbetreffende wetenschappelijke rapporten bij het CTB aanwezig zijn. En nu nog zelf onderzoeken!

Helaas heb ik geen reactie ontvangen van de Tweede Kamerleden over die beantwoording van hun vragen door Mevr. Faber.

Die kamervragen kwamen o.a. naar aanleiding van de toepassing in Colombia van herbiciden vanuit vliegtuigen, van welke herbiciden de samenstelling niet bekend was. Maar als men aan de geheimhouding van de samenstelling van de herbiciden niets doet, dan zouden wij hier in Nederland, zelfs hier in Amsterdam en zelfs in mijn achtertuin dezelfde  Colombiaanse  toestanden kunnen krijgen. Er is namelijk een explosie van de “pest” “Valse Bamboo” ofwel “Japanse Duizendknoop”. De specialiteit hiervoor is Roundup Ultra (41% glyfosaat), net als in Colombia!!

De Heer Mr. L.J.A. Damen, Universiteit Amsterdam en Groningen, bepleitte overigens in het boekje “De Bestrijdingsmiddelenwet”- discussies bij de toelating van bestrijdingsmiddelen – dat de belangen van industrie en handel zo veel mogelijk buiten de besluitvorming moeten worden gehouden. Ook mevrouw Simons verklaarde toen, dat bij volksgezondheid het gaat om een mate, die niet aanvaardbaar is. Hoe kan men vaststellen, dat de mate van schade aan iemands gezondheid aanvaardbaar is? Schade, die een leven lang meegaat, en ook kosten meebrengt. Zal de “producent” dat eventjes bepalen?

Schade aan milieu zou misschien verminderd kunnen worden door maatregelen. Zoals voorgesteld door COGEM: bordjes met “Verboden Toegang” bij de proefvelden, die de drift van eventuele passanten van herbiciden, waartegen het proefgewas resistent gemaakt werd, tegen moet houden. Vanzelfsprekend moet die tekst aan beide zijden van het bordje staan! En ook onder de grond, om de schimmels en bodemleven tegen te houden!

Waar het gaat om economische belangen kwam Mevr. Simons gelukkig met een antwoord op de vraag over verantwoord investeren, nl.

Het economisch belang van de producent kan nooit betekenen, dat een schadelijk middel wordt toegelaten. Investeren is altijd een gok, en met gezondheidseffecten mag men niet gokken.

Wanneer een middel vele tientallen jaren is gebruikt zonder dat er ooit iets is fout gegaan, kan men zich baseren op wetenschappelijke zekerheden. Er is en wet van Murphy; als er iets fout kan gaan, dan gaat het te eniger tijd ook fout.

Dan wil ik aanvoeren art. 7.1 van BMW, waarbij het CTB een toelating intrekt als bedoeld in art. 4;

-indien niet meer wordt voldaan aan art. 3.1.a.

Duidelijk staat vast, dat het middel schadelijk is voor de gezondheid – met de gezondheid van de mens voorop – op grond van een overvloed van valabele wetenschappelijke rapporten, en

-indien – art. 3.1.b. onjuiste of misleidende informatie is verstrekt met betrekking tot de gegevens op grond waarvan een toelating is verleend, als bedoeld in art.4.

Ik wijs hier speciaal op de op mij toegepaste foutieve en misleidende tests (1%, 0,3%, 0,1%,3% Finale SL14 op vaseline en de foutieve commerciële test van 5% propaandiol op vaseline. Zie de u toegezonden documenten met mijn brief van 26-3-2002 (aan het CBB – aangetekend).

Wanneer deze foutieve tests verder toegepast zouden worden, dan is het gevolg, dat er nooit gezondheidsschadelijke effecten kunnen worden waargenomen, te beginnen met sensibilisering (en dat terwijl er een explosie van eczeem is (zie art. van dr. Oranje in het A.D.) en dan wil ik er nogmaals op wijzen, dat, ten gevolge van de geheimhoudingsplicht van de samenstelling van de formuleringen,

de specialisten en artsen nooit in de gelegenheid waren een expertise op te bouwen.

Dit is zó ernstig, dat mij de adem in de keel stokt!

De verschillende aanvraagdosiers  (o.a. UK 95/M5/1 – koolzaad; DE 98/06 – koolzaad) vermelden als z.g. “bewijs” van geensensibiliseringseigenschappen van het herbicide, dat b.v. een groep mensen in Canada een veld ingestuurd werden en er weer ongeschonden uit tevoorschijn kwam.

Niets werd vermeld over de personen zelf (of zij wel of niet atopisch waren, of zij wel of niet tot het kaukasisch type behoorden, over het feit of de velden kort tevoren wel of niet bespoten waren met het herbicide, of die mensen ooit eerder in contact waren geweest met het herbicide (Na een eerste contact is aan de personen niets te zien, na het tweede contact – veel later, zou dit wel mogelijk zijn) wat is dit allemaal voor misleiding?

Art. 9a BMW: Werd ooit door de toelatingshouder meegedeeld aan het college feiten over de in de valabele openbare wetenschappelijke literatuur overvloedig voorkomende gezondheidsschadelijke gegevens met betrekking tot de feiten, dat de toevoegingen in de formulering aan de werkzame stof schadelijker zijn voor de menselijke gezondheid dan de z.g. werkzame stof zelf? (Zie Colombia).

Art. 13a BMW: Werd ooit gezondheidskundig onderzoek gedaan bij mensen, die met herbiciden omgaan, voor en na de verrichte arbeid? Hierop hebben wij Mevr. Borst jaren geleden reeds gewezen.

Loonspuiters moeten voorzien zijn van beschermende kleding. Liberty/Finale wordt gebruikt in de landbouw, doch eveneens in het openbaar groen. Hoe zit dat met het publiek in het openbaar groen, speciaal in de parken? Of wordt nergens – in geen enkel park in Nederland – meer met herbiciden gewerkt? Waarom worden de parken niet gesloten tijdens het verspreiden van de herbiciden?

De voorgaande feiten hebben allemaal te maken met omstandigheden, waar ik persoonlijk bij betrokken ben geweest, en die mijn gezondheid geschaad hebben, en welke schade blijvend is, een leven lang.

Ik behoud mij het recht voor tijdens de bodemprocedure op een aantal punten uitvoeriger in te gaan.

En ik verzocht in mijn oorspronkelijke brief slechts een kleine aanvulling in de BMW, nl. behalve de werkzame stof glufosinaat ammonium, ook te vermelden de andere werkzame stoffen, o.a. propaandiol en AES! Dan moeten de lezers zelf maar hun conclusies trekken!!

L. Eijsten.

Zie ook:  Resultaat allergologisch onderzoek bij Eijsten, glufosinaat-ammonium


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.

Glufosinaat-resistente T25-Chardon LIBERTY LINK mais, brief aan Greenpeace 2-3-2002

== Correspondentie uit Archief TSS  ==

Brief van L.Eijsten, aan Greenpeace

== Omschrijving ==

Reactie van Lily Eijsten op het Rapport van P(Piet)Schenkelaars
– Glufosinaat-resistente T25-Chardon Liberty Link Mais -.
Dit rapport was opgesteld in opdracht van Greenpeace.

== Auteur(s) ==

* Eijsten, Lily

== Volledige tekst ==

Amsterdam, 2 maart 2002.

Stichting Greenpeace Nederland, Keizersgraeht 174,  AMSTERDAM 1016 DW.

Mijne Heren

Vandaag kreeg ik in mijn vingers het verhaal geschreven door Schenkelaars Biotechnology Consultancy over de Genetisch veranderde,  Glufosinaat-resistente T.25 Chardon L.I.- mais, in opdracht van Greenpeace.

Helaas moest ik constateren, dat de conclusies op pag. 25 hiaten vertonen, en bij lezing van het hele rapport meen ik, dat er veel onjuiste informatie in staat.

Ik wil slechts aanvoeren: Aventis mag tot 1.7.02 op juridische gronden Liberty toepassen. Zij moet dan aantonen, dat Liberty niet schadelijk is voor vogels, vissen, zoogdieren, invertebraten.

Bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heb ik een proces aangespannen tegen de geheimhouding van de samenstelling van herbiciden waaraan het CTB gehouden is door Aventis, ten nadele van de volksgezondheid.

Verder geeft het rapport volgens mij een verkeerde interpretatie over een aantal zaken. Zo vermeldt het rapport, dat slechts Oostenrijk, Noorwegen en Zweden bezwaren indienden tegen markttoelating van T.25 Op 10.2.99 zonden wij eveneens een bezwaarschrift – 5 pagina’s – over de markttoelating van T.25 en Mon 810 (dossier C/NL/98/08) aangevraagd door Pioneer HiBred – zonder enige reactie.

Indertijd trok Dekalb hun aanvrage terug voor Mais DBT 418. Een van de redenen was, dat wegens 2 aantoonbare eiwitten, er geen sprake was van Substantial Equivalenee – in een produkt voor vee, maisgluten en pluimvee. Een referentie-punt.

Ook een aardig punt is of in het geval van Chardon LL, Herbicide-resistentie een voldoende “onderscheidende” eigenschap is voor het verkrijgen van kwekersrecht!

”’Welke instantie”’ heeft deze vraag met “ja” beantwoord?
Resistentie tegen wat? Tegen GLA of tegen de gehele formulering van het handelsprodukt Liberty? Van deze formulering is 10% propaandiol dat dermatitis veroorzaakt, en 30 AES Alkylethersulf., dat cardiovasculaire effecten geeft?  Een slechte beurt!

Er is geen protokol voor de vrijwillige diervoedertest.
RIKILT kan zich alleen baseren op een ingevulde vragenlijst!!!
Het effekt van voederen van GLA-resistente mais aan herkauwers is natuurlijk zo niet te beantwoorden. Er blijkt niet dat deze mais in het veld bespoten werd met herbicide. Zo ja, dan komen de gedeacetyleerde stoffen (ik bedoel GLA) in het vlees, melk, enz.

Het is misleidend te spreken over glufosinaat, dat toegepast zou worden. Het is de toegepaste formulering die schadelijker is dan GLA — een van de werkzame stoffen.

Pag.19: Hoe gaat de directe toepassing van “glufosinaat” (technical) op T.25 in zijn werk? In het veld. Waar is het verslag van deze proeven???

Mag ik Uw reactie?

Vriendelijke groeten,

L. Eijsten.

== Zie ook ==

  •  Glufosinaat-resistente T25-Chardon LIBERTY LINK mais

Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.

 

Notaoverleg biotechnologie 21 en 28 januari 2002

== Titel ==

Notaoverleg biotechnologie 21 en 28 januari 2002, reactie van Lily Eijsten.

== Omschrijving ==

Reactie van L. Eijsten  op gevoerde debatten in de 2e kamer over Notaoverleg biotechnologie. Datum 18-02-2002

== Auteur(s) ==

* Eijsten, Lily

== Volledige tekst ==

Nota’s overleg BIOTECHNOLOGIE met Ministeries en leden Tweede kamer op 21.1.02 en 28.1.02.

De bijwoning van het debat op 28.1.02 en de kennisname van de verslagen van de debatten op 21.1.02 nopen mij te reageren op de diverse uitlatingen van de beleidsmakers.

Het spijt mij te moeten constateren, dat niet iedereen op de hoogte is van belangrijke feiten, hetgeen ik een kwalijke zaak vind, want de consument zou toch moeten kunnen vertrouwen op de beleidsmakers, die met zijn allen de Overheid uitmaken, en die het anker moeten vormen voor het z.g. consumentenvertrouwen.

Zo meldde Mevr. Swildens dat de tijdelijke Commissie Terlouw, ingesteld door de Kamer, bedoeld was om de behandeling van nota’s betreffende VOORLICHTING en UITLOKKING VAN EEN PUBLIEKSDEBAT in goede banen te leiden.

Wat moet IK verstaan onder de “bezielende leiding” van Mevr. Terpstra, als ik lees, wat Renate Dorrestein in de NRC van 10 januari jl. zegt, dat het JUIST DE BEDOELING WAS stemmen van de organisaties met principiële bezwaren wat BUITEN SPEL te zetten? Is dat democratisch? Hiermee zijn de percentages van voor-en tegenstanders meteen VERVALST!

De opmerking, dat de pers hier veel aandacht aan het onderwerp besteedde kan wel kloppen, maar alleen aandacht voor de geluiden van de voorstanders!

Verder komt het bij mij over als bestond er een schadelijke GEDRAGSCODE voor de media. Wel wordt geschreven over het schaap Dolly en knock-out biggetjes. Het lijkt wel komkommertijd.

Niets wordt geschreven over b.v. antivries in het milieu en eczeemgevallen tengevolge van b.v. drift van herbiciden. In de formulering van Finale en Liberty b.v. zit 10% [[propaandiol]] – een antivries – hetwelk eczeem veroorzaakt. Dit antivries zit ook in veel cosmetica.

Ik ben me zeer goed bewust, dat we in een tijd van “Umwertung aller Werte” leven en dat we een eenmaal in gang gezet proces moeilijk kunnen omkeren, aangezien de aanwezig kennis zeer beperkt is, en we de gevolgen niet kunnen overzien vooralsnog. De tovenaarsleerlingen kunnen de processen niet terugdraaien.

Daarom is het interessant en belangrijk alle discussies en de huidige kennis over zo’n 40 jaren nog eens terug te zien. Vooral die beweringen van “verwaarloosbaar” als het op schadelijke effecten aankomt. Dat zei men zo’n 40 jaren geleden ook van asbest!

Gevraagd aan de Heer Noome van Advanta of hij wist wat de samenstelling van het herbicide is waartegen hij zijn planten resistent maakt antwoordde hij negatief.

En heeft U wel eens bezwaarschriften tegen proeven door de firma Mogen International met aardappelen voor productie voor Trehalose (een zoete zoetstof) met toepassing van cyanamide (groeimiddel, ontbladeringsmiddel, verouderingsmiddel) en de pleitnota van de firma en het commentaar van de Raad van State gelezen? Eerst doen.

Het is inderdaad moeilijk te laveren als de overheid duidelijk en betrouwbaar moet blijven. Ik benijd de beleidsmakers echt niet, als die stand moeten houden in de storm van de uitdagingen van genomics, en de zweep van de economie, en de consequenties daarvan door de beleidsmakers niet te zijn overzien. Niemand trouwens. Maar: voorlichting is een farce en goede voorlichting heb ik nog nergens gezien. Kan iemand mij die eventueel toezenden?

Het is daarom belangrijk om zelf de internationale literatuur te bestuderen. Aan kennis ontbreekt het duidelijk -na lezing van de stukken – en toch moet de politiek de eindverantwoordelijkheid dragen. Maar wie of welke instantie is dat in de praktijk. Een staatsverzekering? Of zoiets als verzekering tegen aardbevingen? (langs de Rijn, Limburg, Nd.Brabant).

Als er gesproken wordt over de Cogem en de verantwoordelijkheid van de adviseurs, krijg ik een vreemde smaak in de mond, De Cogem heeft tot 2 x toe n.a.v. de proeven met de Avebe-aardappelen A priori en A propos deze veilig verklaard, ondanks de aanwezigheid van Amikacine, waardoor nog 16 andere antibiotica onwerkzaam zouden worden. Daarover reppen Cogem en Avebe met geen woord. Logisch, dat ik de nieuwe aardappel met wantrouwen tegemoet zien! Diezelfde Avebe handelt buiten de boeren om, net zoals nu Cebeco 40.000 boeren buiten spel heeft gezet, om geen lastige discussies met de z.g. deelhebbers in de B.V. te hebben. Stommelingen.

Over voorlichting gesproken. Kent U de gedragscode wetenschappelijke onderbouwing Gezondheidseffecten ten behoeve van Gezondheidsclaims voor eet- en drinkwaren 1998? (Voedingscentrum). Ik moet aannemen, dat alle beleidsmedewerkers deze gedragscode kennen – en daarom snap ik niet, dat er geen storm van protest opsteekt, (Ik heb van deze gedragscode een uittreksel gemaakt van 3 bladzijden).

Gelukkig is het Voorzorgsbeginsel aanvaard, en het is onbegrijpelijk, dat er lieden zijn, die dit Voorzorgsbeginsel de nek willen omdraaien. (Zoals de Heer Simon Roozendaal van de H.A.N. onlangs in Elsevier!). Die hadden de hongerwinter nooit overleefd!

Heeft U er ooit bij stilgestaan, dat simpele etikettering niet zoveel zoden aan de dijk zet? Op het etiket moet niet alleen staan, dat er GGO’s inzitten, maar ook welke, b.v. residuen van antivries (propaandiol)!

Als misschien straks in Nederland vergunning wordt verleend om deze Liberty zonder beschermingskappen toe te passen op GM-mais (toekomstmuziek) (Liberty is toegelaten tot 1.7.02 op juridische gronden), dan kan doordat de maisplant resistent is tegen glufosinaat ammonium “technical” er op het onkruid Liberty gespoten worden, Ook moeten wij vooral letten op geïmporteerde grondstoffen. Er worden natuurlijk vastgestelde normen in acht genomen.

Een probleem zit ook in de detectie-methoden. Als b.v. Fujii aangeeft in haar rapport dat ernstige neurotoxische effecten optreden bij jonge zoogdieren bij zeer lage dosering van GLA (zij ging tot 1 mg/kg gewicht, dan vindt zij ook, dat de effecten bij 1 mg/kg en 5 mg/kg niet bijzonder verschillen.

De conclusie is dan, dat waarschijnlijk bij 1/2 mg/kg of nog minder bijna dezelfde effecten gevonden zullen worden als bij 5 mg/kg. Hiernaar moet onderzoek worden gedaan, in plaats van de bevindingen van Fujii onder tafel te schuiven. Als consument denk ik dan: men kan wel door precisie-instrumenten naar de maan gaan, dan moet men ook betere detectie-methoden kunnen maken – als men maar wil. Maar ja, als men zo’n 80% van de publieksgelden voor chemisch onderzoek laat beheren door het bedrijfsleven (om het niet in een bodemloze put te laten verdwijnen) zoals het standpunt is van de Ned. Chemische Industrie, dan komt de vrijheid van de universiteiten behoorlijk in de knel, en blijven de witte plekken in het onderzoek bestaan. Consequentie: wat zijn dan nog “onafhankelijke deskundigen?”

Er is een Amerikaan, die reeds stukken maan-grond verkoopt voor een mooie prijs. Waar moeten straks de boeren, die hun bedrijf moeten beeindigen en verkopen, en graag naar de maan zouden willen gaan, dan nog naar toe? Zelfs de maan is bezet. Dus: vasthouden wat je hebt!

De Heer Feenstra stipt “wezenlijke gelijkwaardigheid in het voorbijgaan aan – gaat niet inhoudelijk in op dit gladde ijs, maar vindt dat wij er beter van moeten worden, en vraagt zich dan ook af waar die “gouden bergen” dan wel blijven. Nou, de Solaris-groep waartoe Monsanto behoort kwam met zestien redenen waarom er geen gouden bergen zouden kunnen komen! En als je goed leest, dan kunnen veel oorzaken liggen bij de boeren, die “hun” zaden gebruiken. Een heel grote winst-waarschuwing! Maar dit is natuurlijk ook bij de beleidsmakers bekend! Netto verbetering zit er dus niet in. Men kan grotere aerealen inzetten, maar per oppervlakteeenheid kan er niet meer energie uitgehaald worden dan er ingebracht wordt.
De lange-termijn-effecten worden voorlopig niet positief beoordeeld. Daarvoor moeten we over 30 à 40 jaren terugkomen.

Om de mening te vragen van de niet-geïnformeerde meerderheid is de grootste flauwekul, vooral als de tegenstanders al bij voorbaat buiten spel werden gezet. Maar dat wisten die brave burgers niet!

De Neer Feenstra stipt even aan, dat de belangrijkste voorwaarde is vertrouwen in het bedrijfsleven, wetenschap en overheid. Helaas zijn we niet in Utopia. Ik heb reeds eerder genoemd de gedragscode van de Gezondheidseffecten Gezondheidsclaims (Voedingscentrum) 1998.

Heer Feenstra, hoe weet U, dat er in de literatuur geen aanwijzingen staan die de zorgen rechtvaardigen? Welke literatuur leest U – persoonlijk? Ik kan U zeggen: de misleidingen zijn niet van de lucht, maar U merkt ze niet op. Degenen, die ze wel zien worden buiten spel gezet! Aardigheidje: van een opgave van ca. 150 referenties was NIETS in Nederland verkrijgbaar. De documenten gingen over stoffen in de formulering van herbiciden en pesticiden, welke schadelijker zijn voor de gezondheid dan de z.g. werkzame stof. Nu heb ik zelf zo tussen de 100 en 150 documenten, dus maak ik mij hier niet meer zo druk over. Maar tekenend is het wel. Weerspiegelt de stand van de wetenschap die hier bekend is bij de beleidsmakers.

Overigens, U schrijft over de zorgen onder het publiek. Behoort U zelf niet onder dat publiek? Heeft U zichzelf er persoonlijk van overtuigd, dat bedoelde literatuur niet bestaat? Of herhaalt U simpel datgene wat men U vertelt?

Het is ernstig, dat U dat zomaar voetstoots aanneemt van de Commissie Terlouw, die een spreekbuis is van eenzijdige communicatie, al beweren ze van niet! U, Heer Feenstra, bent ook gemanipuleerd en U hebt het niet gemerkt! Het kabinet staat ervoor het publiek niet te misleiden, maar houdt zich steeds aan een rapport uit 1991 (het z.g. kanamycine-rapport) en de Raad van State eveneens.

Wat verstaat U echter onder gentech-voedsel? Toch niet de “genen” in het voedsel. De titel Eten en Genen is misleidend. Zou moeten zijn: “Eten van genproducten”. Kannibalen werden ziek van mensenvlees! Allemaal genproducten aan het eind van de voedselketen!

Wie of welke organisatie heeft U ingefluisterd, dat er geen wetenschappelijke publicaties zijn over de veiligheid van GM-producten (of onveiligheid)? De GM-producten moeten eerst op het land geproduceerd worden. En daar begint al de ellende.

Met de pesticiden, en dientengevolge de geacetyleerde herbiciden/pest. in de plant. Voorbeeldje: in Finale/Liberty zit o.a. antivries (propaandiol) 10% en alkylethersulfaat 30%. die zorgen voor dermatitis en cardiovasculaire effecten (volgens valabele documenten). Wat doet de rest?

De EPA verklaart niet in te staan voor de gezondheid van publiek en kinderen in o.a. openbaar groen, omdat ze de samenstelling van de pesticiden niet kennen.
Plezierige wandeling.

Die residuen zitten nog niet in voedsel, maar dat komt vervolgens. Ondertussen wordt het publiek ziek (eerst sensibilisatie en bij later contact met (o.a.antivries/ propaandiol): eczeem.

U weet ongetwijfeld, dat er de laatste jaren een explosie is van eczeem. Zie het artikel in het AD van 15 juni jl.: een interview met Dr.A.Oranje van het Dijkzigt Ziekenhuis Dat antivries zit overigens in vele cosmetica (b.v.Zovirax).

Waarom komt dit niet grootscheeps aan het licht? De commerciële testen deugen niet. Een commerciële test is afgekeurd wegens een te laag percentage propaandiol, met de drager vaseline i.p.v. water: Dit was een test voor propaandiol, maar gezien in Finale/Liberty 10% propaandiol zit, is de test ook belangrijk voor de herbiciden.

Op mij persoonlijk werd tot 3x toe een test toegepast met een gemiddeld 100 x tot 200 x te laag percentage propaandiol. En dan nog als drager vaseline!

Derhalve moet ik dus concluderen, dat dit wereldwijd zo gebeurt, anders was er wel in de medische literatuur iets over verschenen! Nu moet IK aan de bel trekken, met valabele rapporten in de hand: dat wel. Mijn zorgen zijn gerechtvaardigd. Een eventueel etiket behoort aan te geven dat met o.a. antivries gewerkt werd!!!

Nogmaals met betrekking tot die lange-termijn-effecten is het nuttig zich te verdiepen in het Asbest-probleem.
40 jaren geleden al actueel en nu na 2 generaties gevolgen. Het is zaak de kritiek van heden op de herbiciden zuinig te bewaren!

De Heer Poppe noemt de Ned.Voedsel Autoriteit en wederom wil ik het vorengenoemde gedragscode memoreren, hetwelk bij U allen bekend behoort te zijn. Ga U schamen!

Mevr. Halsema stipuleert duidelijk, dat er geen kennis aanwezig is met het oog op de lange-lermijn-risico’s. Begrijpelijk. Als er geen kennis is, houdt alles op. Misschien betere literatuurvoorziening voor de consument. Iets voor de Heer Udo?

De Heer Stellingwerf meldt dat je in de media “niks” vindt. Eerst goede informatie, dan kiezen. Als dat nog kan.

Garantie voor voedselveiligheid is uitgehold, is afhankelijk van belanghebbenden: eczeem ten gevolge van drift of gen-product in de plant (door spray (van glyfosaat, Bt, GLA); kan aanklikken tot oedeem, en bij beschadiging tot Ulcus Cruris – en gedonder met antibiotica. En dan heb je nog milieuproblemen: schade aan vogels, vissen, kleine zoogdieren.
Er zijn zoveel goedwillende mensen, maar ze zijn nergens toe bij machte – geen kennis.

Hr. v.d. Vlis: als er geen kennis is, is er ook geen vooruitgang! Zo simpel is dat. Alleen gezwets. Positieve grondhouding: als je plat ligt moet je maar overeind gaan staan.

De Heer Feenstra ziet het goed. In de bezwaarschriften aan VROM en de beroepschriften aan de Raad van State vindt U de vinger, die gelegd werd op lange-termijn-effecten en tekortkomingen in de risico-analyses, en de verzoeken tot niet-toelaten van een bepaald procedé.

Een aardigheidje is ook b.v. dat als je in een bezwaarschrift iets niet beschreven hebt je in het latere beroepschrift bij de R.v.St. daar niet meer mee kan aankomen, ondanks nieuwe interessante desbetreffende literatuur. Omdat de R.v.St, dan geen gelegenheid meer heeft die nieuwe argumenten door deskundigen te laten onderzoeken!

Tijdig zicht op effecten op de lange termijn vereisen een zevende zintuig. (Zesde zintuig is de “smaak van allergenen!”) De Raad van State is ook geen jo-jo.

Overigens, nieuwe gezichtspunten – bekend geworden nà de aanvrage – behoren door de aanvrager gemeld te worden.
Is het daarom, dat wij in de commentaren van VROM, R.v.St., en pleitnota’s steeds vermeld vinden, dat er sinds 1991 geen nieuwe feiten bekend zijn geworden in de literatuur?

Conclusie: men leest de alomtegenwoordige literatuur niet. Ik vind niet dat alles wat instituten beweren, maar voetstoots kan worden aangenomen. En verwijs weer naar die Avebe-aardappels.

Er behoort een risico-analyse gemaakt te worden voordat de planten in het veld komen – dus nà de kasperiode. Hier wil men steeds onderuit komen.

Over die mondiale schandvlek: het wereldvoedselvraagstuk. Ik hoorde, dat Europa meer geld voor de derde wereld beschikbaar stelt dan de VS. Is dat juist? Dus wie doet het meeste aan de oplossing van het wereldvoedselvraagstuk?.

De Heer Feenstra spreekt over producenten. Hij bedoelt toch zeker wel “producenten van het uitgangsmateriaal” en niet de boeren, al wordt het zo de laatste tijd voorgesteld. De consumenten met hun gereserveerde houding noem ik ongeïnteresseerde, niet geïnformeerde meerderheid, die absoluut niets weten van risico’s. Weten de aanwezigen dat wel? De mondige consument wordt doelbewust buiten spel gezet.

Mevr. Ross stelt het overdragen van kennis door het bedrijfsleven aan scholieren aan de kaak. Ziet de Heer Feenstra het gebeuren, dat de industrie in debat gaat met kritisch publiek, dat juist buiten spel werd gezet?
De Heer Feenstra moet een kritischer grondhouding aannemen zoals de Hr. Dittrich bedoelt.

Ik wil bij gelegenheid wel met misleidingen komen door de industrie. Die complimenten van de Hr. Feenstra voor de Commissie Terlouw: wat is daarmee bedoeld? De rest zwijgt.

De Heer Udo trekt ook mooi van leer. Ongeveer alles zal ingrijpend veranderen. Inderdaad: er is een explosie van eczeemgevallen.

In Nederland moeten biotech-toepassingen verantwoord en veilig plaatsvinden. Natuurlijk. Proeven met GMO’s moeten zeer zorgvuldig geschieden. Het algemeen aanvaarde Voorzorgprincipe is een groot goed en moet bijzonder in de gaten gehouden worden, vooral gezien de ontwikkelingen in een mondiaal kader.

De wereld is groot, arealen met GGO-gewassen kunnen gemakkelijk uitgebreid worden. In Nederland is dat anders. Wij lopen niet graag de zee in. Ik heb jaren geleden eens gehoord dat in de V.S. van boeren land opgekocht werd en betaald met certificaten. Hoe dat zat moet ik nog eens uitzoeken. Hier is dat anders. Landbouwgebieden onder Water? Natuurgebieden weer landbouwgrond?

Die grote arealen met GMO’s in de V.S. geven zorg. Alsmaar maisgluten overhouden. De meest waardeloze rest van mais, die men hier wil afzetten. Is het daarom, dat Cebeco – mengvoederbedrijven – brood ziet in vlees, d.w.z. afzet voor maisgluten in veevoeder?

Mevr. Ross ziet het goed. Overigens dat woord “toetsen” hindert mij. Dat is slechts het invullen van een vragenlijst. Zoals de vrijwillige diervoeder-test. Daar kan je alle kanten mee uit. Veel geïmporteerde zaden worden in het exportland niet getest. Het is toch maar veevoeder (Canada).

En dat bedrijven grote investeringen doen voor octrooien op hun naam en eventueel subsidie ontvangen? Mooi. Daardoor wordt de waarde van die bedrijven aanzienlijk groter en aantrekkelijk voor overname. En dat gebeurt dan ook. Wegvloeien van kapitaal.

Als de Heer Udo een open oog heeft voor de risico’s en gevaren, hoe kan hij zich dan positief willen opstellen t.o. van de niet meer tegen te houden technologie? De Cogem knapt het wel op. Echter met die Avebe-aardappel zaten ze goed fout. Gelukkig hadden wij nog het RIVM-rapport dd. 12.8.99, dat meldde dat Amikacine een laatste redmiddel zou zijn in ziekenhuizen echt geen “flauwe kul” is.

Namelijk: Amikacine wordt in de kliniek gebruikt wanneer een bacterie resistent is tegen gentamicine, en bij TBC. Het wordt zo min mogelijk gebruikt, omdat Amikacine ook toxische eigenschappen bezit.
Een initiële therapie met amikacine kan worden ingesteld bij ernstige infecties, waarbij nog geen veroorzakend micro-organisme is geïsoleerd of waarbij de gevoeligheidsresultaten nog niet bekend zijn.” We wachten de “lopende aanvraag” voor de nieuwe Avebe-aardappel maar af.

De heer Udo wil graag de indruk geven, dat hij alle binnen- en buitenlandse literatuur heeft bestudeerd. Hij weet dus, dat er een grote kennis-afstand is tussen wetenschap en publiek, en wil dat zo houden, en de keuze van de toepassingen afstemmen op de maatschappelijke wensen en behoeften. Brood en Spelen.

Gelukkig, dat de maatschappelijke organisaties en “individuen” steeds weer de kans krijgen een eigen standpunt in te nemen. Daarna worden ze weer buiten spel gezet! De Commissie Terlouw heeft er wel voor gezorgd, dat de voorstanders nu hun koppen boven het maaiveld hebben uitgestoken. Chapeau voor Terlouw!

Natuurlijk zijn er fantastische toepassingen in de biotechnologie. Dat weten we allemaal wel. Maar waarom moeten in de voedselsector zoveel gezondheidsSCHADELIJKE stoffen in PESTICIDEN toegepast worden, die geheim zijn voor het publiek – vooralsnog – in opdracht van de producenten van het UITGANGSMATERIAAL? (Fabrieksgeheim!).

Ernstig is, dat de COMMERCIELE TEST VOOR ECZEEM – d.w.z. op het antivries Propaandiol (intussen afgekeurd) als onderdeel van bestrijdingsmiddelen – waarschijnlijk wereldwijd – de kwalijke gevolgen van dit antivries versluiert.
Derhalve vindt men in de literatuur (behalve enkele) geen ziektegevallen tengevolge van herbicide-gebruik genoemd!
En helemaal niet, als men de buitenlandse literatuur buiten de deur houdt.

Kan de Heer Udo mij uitleggen wat veilig “genoeg” inhoudt? In de belevingswereld van de consument? Vertrouwen??? Hoog nut. (voor wie?), hoog risico (voor wie?).
Als de Heer Udo begint, dat door transparantie en volstrekte openheid van zaken het consumentenvertrouwen teruggewonnen kan worden, dan word ik kotsmisselijk. Sorry voor deze uitdrukking, en verwijs wederom naar de Gedragscode wetenschappelijke onderbouwing Gezondheidseffecten ten behoeve van Gezondheidsclaims voor eet- en drinkwaren 1998 (Voedingscentrum). Een vrijwillige code.

 

Een paar “aardigheidjes uit deze Gedragscode:
* “Het dossier bevat in elk geval een volledige weergave van alle niet openbare wetenschappelijke onderzoeken, waarop de Aanvrager zich beroept..” (dus NIET—valabele literatuur!) en
“4.12 Indien de Aanvrager de beoordeling door het panel niet juist acht, kan hij het Voedingscentrum binnen drie weken na ontvangst van het Beoordelings-formulier verzoeken een nieuw panel samen te stellen”…

Zo’n panel bestaat uit drie – door zichzelf uitgeroepen -“onafhankelijke deskundigen”.!!!!

Het zou dus kunnen zijn, dat die deskundigen half werk hebben geleverd. Maar…. wie betaalt de schade – eventueel – door een goedgekeurd product? Die panelleden? Die hebben zichzelf als deskundig geprofileerd. Vrijwillig. De Heer Udo is voor die gedragscode “gevallen”.
Graag hoor ik het commentaar van de Heer Udo, dan kan dat in de krant.

Mededeling voor de Heer Poppe: Bekijkt U het octrooi maar eens van Mogen voor hun Trehalose-aardappel (die produceert een zeer zoete zoetstof met toepassing van Cyanamide. Het is wel een interessant product! (Ons bezwaarschrift n.a.v. dossier 99/09).

Geen gevaar te duchten van het eten van GM Soja of GM Mais? Wel als je eerst gesensibiliseerd (gevoelig gemaakt, ofwel ziek gemaakt) bent door b.v. drift van herbiciden toegepast tijdens de teelt.

Een belangrijk punt van de Heer Udo is het feit, dat de wettelijke termijn voor behandeling van milieu-vergunningen niet altijd in acht genomen kan worden, en dat dit het kabinetsbeleid niet stimuleert. Jammer voor de Heer Udo: een “fast shuffle” is niet bevorderlijk voor de veiligheid.
Die “fast shuffle” zit ook de Raad van State dwars, waar zij zegt, dat bepaalde uit de literatuur gehaalde feiten die aanvankelijk in een bezwaarschrift naar voren gebracht werden, niet meer kunnen meetellen. Voor goed begrip: tussen bezwaarschrift en behandeling van het beroepschrift door de Raast van State kunnen een paar jaren zitten! Ontwikkelingen staan niet stil.
Vervolgens gaat de Heer Udo over tot relevante informatie voor de consument bij etikettering: Wat noemt hij relevant? Ik noem relevant, de vermelding dat antivries of alkylether in de plant terecht is gekomen. Dan kan de consument in de literatuur wel uitvissen wat dat betekent (nogmaals: eczeem en cardiovasculaire effecten). De consument moet opgevoed worden, niet dom gehouden. In de praktijk is veel mogelijk: we kunnen ook naar de maan.

In een botsing tussen de Heer Udo en de Heer Stellingwerf komt naar voren, dat etikettering slechts schijnzekerheid biedt. Dus: adequate etikettering, en werken aan nauwkeurige analyse, d.w.z. – nogmaals -zeer kleine hoeveelheden Glufosinaat ammonium/GLA kunnen bijna net zulks neurotoxische resultaten geven als grotere hoeveelheden. Zie, Fujii.

De geïnteresseerde consument heeft behoefte aan uitgebreide informatie. De politiek hoeft niet voor God te spelen en om uit te maken wat goed “genoeg” voor ons is.
Over landbouwkundige voordelen? Monsanto (Solarisgroep) komt met 16 redenen waarom we niet op voordelen behoeven te rekenen!

Lily Eijsten

Een consument

P.S. Herhalingen vinden zijn oorzaak in de tekst van het verslag.


== Zie ook ==

== Externe links ==

* [http://www.minlnv.nl/portal/page?_pageid=116,1640333&_dad=portal&_schema=PORTAL&p_news_item_id=18713 Schriftelijke reactie Notaoverleg biotechnologie 21 januari 2002]


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten

Brief aan AD, Gedragscode wetenschappelijke onderbouwing gezondheidseffecten ten behoeve van gezondheidsclaims voor eet- en drinkwaren 1998

Amsterdam, 17 februari 2002.

Aan de Hoofdredactie van het Algemeen Dagblad
Postbus 8751
3009 AT Rotterdam

Mijne Heren,

Betreft: -Gedragscode wetenschappelijke onderbouwing gezondheidseffecten ten behoeve van gezondheidsclaims voor eet- en drinkwaren 1998 (Voedingscentrum);

-Eczeem;

-Amikacine/Avebe-aardappels A Priori en A propos.

1. Men stuurde mij het artikel in Uw blad dd. 19-1-02, getiteld: “Ministers liegen over voedselveiligheid”. dit is voor mij aanleiding u een uittreksel te zenden van bovengenoemde gedragscode. De inhoud spreekt voor zichzelf. Ontzettend. Daar bovenop vond ik een artikel uit het Financieel Dagblad van 24-09-01, waarin de Heer Peter Noordervliet, directeur van de Ver. v.d. Ned. Chemische Industrie, pleitte voor controle over 80% (minstens 50%) van de publieksgelden voor chemisch onderzoek, hetgeen bepaald zou moeten worden door het bedrijfsleven; om te verkomen dat dit geld zou verdwijnen in een bodemloze put moet de vrijheid van de universiteiten aan banden worden gelegd!

Wat zijn dan eigenlijk nog onafhankelijke deskundigen????

2. Op 15 juni jl. stond in uw krant een artikel van de hand van uw Arno Gelder. Het was een interview met Dr. A. Oranje huidarts van het Dijkzigt Ziekenhuis. Onderwerp: “Epidemisch eczeem”. Het vóórkomen van eczeem is de laatste jaren verviervoudigd, de oorzaak – schrijft hij- is niet bekend. Daar ik mij zeer intensief met dit onderwerp bezighoud, schreef ik hierover aan de Heer Oranje, maar mocht nog geen antwoord ontvangen. Eczeem wordt nl. veroorzaakt door propaandiol (antivries) dat voorkomt in o.a. herbiciden (in Finale, Liberty – 10%) en vele cosmetica.

In het blad “Oogst” van 30-04-99 interviewde de heer Timmer Dr. Jos Koninkx, celbioloog van de Universiteit van Utrecht, die verontrust is over eventuele gevolgen van gmo-gewassen b.v. aantasting van de immuniteit. Aan het eind van dit artikel vroeg hij zich af: Wie is verantwoordelijk als straks een explosie volgt van allergieën? toen ik onlangs de Heer Koninkx hierover belde, antwoordde hij: “Dat heb ik niet gezegd”. Klaar ben je!!!

Het is zo jammer, dat Dr. Oranje, die dus een explosie vermeldde, zich ook niet thuis meldt.

Ernstig is, dat de commerciële test om eczeem op te sporen in propaandiol (en derhalve in herbiciden, waarvan propaandiol een factor is) in valabele rapporten FOUTIEF werd verklaard. Er behoort een aanzienlijke hogere concentratie van propaandiol op water gebruikt te worden om de allergische werking te bewijzen.

3. In dat zelfde artikel in “Oogst” verklaarde de Heer Hans Bergmans – secretaris Cogem – sprekende over Amikacine – in de Avebe aardappels A Priori en A Propos dat het risico van resistentie tegen Amikacine toelaatbaar zou zijn, en dat het middel een laatste redmiddel zou zijn in ziekenhuizen “flauwekul”.

Echter: het RIVM-rapport d.d. 12-08-99 vermeldt heel iets anders: Amikacine wordt in de kliniek gebruikt wanneer een bacterie resistent is tegen gentamicine, en bij TBC. Het wordt zo min mogelijk gebruikt, omdat Amikacine ook toxische eigenschappen bezit.

Ëen initiële therapie met Amikacine kan worden ingesteld bij ernstige infecties, waarbij nog geen veroorzakend micro-organisme is geïsoleerd of waarbij de gevoeligheidsresultaten nog niet bekend zijn” (Uit: RIVM – Herziene rapportage amikacine-resistentie onderzoek, 12-08-99, 551/99 IEM MM/cp., gericht aan Inspectie Milieuhygiëne Noord-West, Haarlem) bl. 4/13.

We wachten de “lopende aanvraag” voor de nieuwe AVEBE-aardappel maar af.

Zoudt u aan een en ander in uw krant aandacht willen besteden?

Hoogachtend,

L. Eijsten.


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.

Genetische manipulatie – Leven bevorderen, of leven verscheuren?

== Omschrijving ==

Vraaggesprek met Jan Storms, directeur van het wetenschappelijk adviesbureau Storms WATP.
Verschenen in Dynamisch Perspectief, het ledenblad van de Vereniging voor Biologische-Dynamische Landbouw en Voeding, 2002, nr 2.

== Auteur(s) ==

Dussen, Bruno

== Volledige tekst ==

Door Bruno van der Dussen

Welke plaats hebben de genen in een organisme?

• Jan: Levende wezens – micro-organismen, planten, dieren, mensen – kennen een gelaagde organisatie. De hoogste laag van organisatie is het ecosysteem. Binnen een ecosysteem kun je sub-ecosystemen onderscheiden. De kosmos, het heelal, is het grootste ecosysteem, dat alle andere ecosystemen omvat. In een ecosysteem tref je allerlei organismen aan. Kijk je binnenin een organisme, de mens bijvoorbeeld, dan kun je allerlei orgaansystemen onderscheiden (bijvoorbeeld het ademhalingsstelsel, zenuwstelsel). Binnen de orgaansystemen vind je organen (hart, lever, longen). De organen zijn opgebouwd uit weefsels. Weefsels zijn opgebouwd uit cellen. Nog een laag dieper, binnenin de cel, tref je weer een heel universum van elementen aan: onder andere het celskelet, mitochondriën en ribosomen (fabriekjes die zorgen voor energieproductie en voor de synthese van eiwitten), verfijnd georganiseerde celvochtstromen… Elke cel heeft een celkern met daarbinnen de chromosomen, die dragers van de erfelijkheid zijn. De chromosomen zijn op hun beurt opgebouwd uit DNA (desoxyribonucleïnezuur of Engels: DeoxyriboNucleic Acid). Het DNA is een zeer langgerekte molecule. Het DNA van een mens bestaat uit miljarden bouwstenen. Het bevindt zich in dicht opeengewonden toestand in de celkern en heeft dan een doorsnede van een duizendste millimeter. Volledig uitgerold zou het menselijk DNA uit één enkele cel ongeveer 1,8 meter lang zijn. Binnenin die DNA-moleculen zijn functionele eenheden ontdekt die men genen noemt. Deze genen zijn stukjes van het DNA, die met behulp van bepaalde enzymen worden afgelezen. De genen dienen als een soort sjabloon voor de vorming van een andere molecule, het RNA (RiboNucleic Acid). Dit RNA dient op zijn beurt weer als sjabloon voor de vorming van eiwitten met een bepaalde structuur, eiwitten die op een bijzondere wijze de werking van de cel beïnvloeden of die gebruikt worden voor de opbouw van verschillende soorten weefsel. Op deze wijze spelen eiwitten een rol in het tot uitdrukking brengen van de eigenschappen van het organisme.

Toen men ongeveer dertig jaar geleden de structuur van het DNA en de functie van genen begon te ontrafelen dacht men dat een gen dat codeert voor een bepaald eiwit simpelweg gelijk te stellen is aan de ermee verbonden eigenschap van het organisme. Deze opvatting draagt de naam “genetisch reductionisme”, het idee dat elke eigenschap van een organisme te herleiden is tot één of enkele stabiele genen. In de optiek van de genetisch reductionist staat gen gelijk aan eigenschap. Het overbrengen van een gen van het ene organisme naar het andere staat dan gelijk aan het overbrengen van een discrete eigenschap met dat gen geassocieerd. “Gen is eigenschap, overbrengen van gen is overbrengen van eigenschap.” Dit is het idee achter genetische manipulatie, volkomen achterhaald door talloze ontdekkingen in de genetica, maar helaas nog steeds de onderliggende gedachte bij het handelen van vele wetenschapsmensen en ook in zwang in het gewone taalgebruik. Heb je wat? Het zal wel “in je genen” zitten.

Is DNA als het biologisch absolute te beschouwen?

• Jan:  Men doet alsof DNA het biologisch absolute is, de blauwdruk van het organisme. Maar het DNA is een tussenliggend niveau van biologische organisatie. Het is een molecule, die zelf weer is opgebouwd uit allerlei stoffen en die zijn weer opgebouwd uit atomen. Atomen zijn weer opgebouwd uit deeltjes die je kunt beschouwen als excitaties of bibberingen van deeltjesvelden en de interacties van die deeltjes worden gezien als excitaties van krachtenvelden. Elektromagnetisme, dat verantwoordelijk is voor de meeste dingen die we met de zintuigen kunnen waarnemen, is zo”n krachtenveld.

In de natuurkunde heeft men er altijd naar gestreefd om de beschrijving van alle bekende verschijnselen in één allesverklarende theorie samen te vatten. In het kader van dit streven heeft men steeds diepere, meer verenigde niveaus van de materiële werkelijkheid, op steeds fijnere tijdruimteschalen onderzocht. Het diepste niveau noemt men het verenigd veld van alle deeltjes- en krachtenvelden, de oorsprong van alle fenomenen in de natuur.

Je kunt je afvragen hoe uit die volmaakt eenvoudige toestand zulk een verscheidenheid kan ontstaan. Dat gebeurt door interactie, een bijzondere interactie van dat verenigde veld met zichzelf. Dat is een fundamenteel kenmerk van dat diepste niveau van de werkelijkheid. Op dat niveau is er geen verscheidenheid, maar volstrekte eenheid. Je zou die eenheid ook oneindige onderlinge verbondenheid kunnen noemen. Een verbondenheid die van alles tot stand brengt op grovere niveaus door een proces van zelfinteractie. Ook met betrekking tot levende wezens hebben de diepere fijnere niveaus van het bestaan een intelligente, dynamische structuur. Wanneer men doet alsof genen het biologische absolute zijn en alsof genetische manipulatie volledige controle geeft over de eigenschappen van een organisme, dan gaat men geheel voorbij aan die diepere organisatieniveaus. Het is welbekend in de systeemtheorie dat pogingen om een systeem (hier een organisme) te wijzigen door ingrijpen op subsysteemniveau leidt tot schade aan het systeem als geheel. In deze optiek is genetische manipulatie dus aan te merken als een intrinsiek schadelijke ingreep.

Toch zijn er heel wat toepassingen van genetisch gemanipuleerde gewassen in de landbouw.

• Jan: Ja, je ziet toepassingen op het gebied van bestrijding tegen ongedierte, herbicidenresistentie, verandering van bepaalde eigenschappen, bijvoorbeeld droogteongevoeligheid, een gewijzigde samenstelling en dergelijke.

Wat is er dan mis met genetische manipulatie?

• Jan: Zoals ik al zei, had men aanvankelijk een heel eenvoudig idee van de functie van het DNA in het organisme. Het idee dat een gen gelijkstaat aan een eigenschap – van DNA (gen) naar RNA naar eiwit (implicerend eigenschap) – noemde men het centrale dogma van de genetica. Maar al snel kwam men er achter dat het veel ingewikkelder is dan het eenvoudige plaatje van dat centrale dogma. Elke afgestudeerde microbioloog weet dat. Maar als deze mensen in het bedrijfsleven terecht komen en genetische manipulaties gaan verrichten, doen zij ook al kennen ze de werkelijke achtergrond alsof het centrale dogma nog altijd waar is. Dit staat bekend als “cognitieve discrepantie”. De wetenschap is in feite al veel verder, en zij weten dat, maar wat ze doen berust in feite op wat dertig jaar geleden voor waar werd aangenomen!

Wij weten dat die te simplistische veronderstellingen rond genetische manipulatie niet juist zijn. Het maakt wel degelijk uit waar in het geheel een gen zit, met andere woorden het genoom is geen meccano van losse onderdelen, zoals de genetische manipulator aanneemt. De volgorde van alle elementen in het genoom is betekenisvol. Als een gen in het genoom op verschillende plaatsen terecht komt, dan heeft dat in het organisme verschillende effecten. Deze verschillen duidt men aan als positie-effecten en zij vormen een onzekere factor in het proces van genetische manipulatie. Het genoom is geen eenvoudige optelsom van onderdelen. Elk gen functioneert in samenhang met zijn totale genetische achtergrond. Als je een gen overbrengt van organisme A naar organisme B dan heb je niet alleen een eigenschap aan organisme B toegevoegd. Je hebt dat gen losgehaald uit zijn genetische achtergrond en het is in een volledig andere omgeving geplaatst. Daardoor krijgt het gen zelf een nieuwe betekenis en zijn aanwezigheid verandert ook de betekenis van zijn nieuwe omgeving. Met andere woorden: het invoegen of veranderen van een gen heeft zijn weerslag op alle andere elementen in het systeem. Er is een quasi oneindig ingewikkelde verwevenheid van alle elementen binnen het genoom, en tussen het genoom en alle andere niveaus van biologische organisatie. De genetische manipulator gaat aan die samenhangen voorbij. Het is te ingewikkeld. Hij beperkt zich tot de meer eenvoudige en meer voor de hand liggende effecten van zijn manipulaties.

Het centrale dogma gaat uit van een simpele, lineaire, eenrichtingsoorzakelijkheid, van DNA, naar RNA naar eiwit. Men heeft echter vastgesteld dat de stroom van oorzaak naar gevolg helemaal niet in één richting gaat. Er is beïnvloeding vanuit het DNA naar het RNA en naar het eiwit. Maar er is ook terugkoppeling van eiwit terug naar RNA en naar DNA, en van RNA naar DNA. Er is een wederzijdse beïnvloeding binnen en tussen alle niveaus van biologische organisatie, ook bij een ingreep in het genoom door genetische manipulatie. Men overziet dit niet en houdt er ook geen rekening mee. Er zijn allerlei niet te voorziene neveneffecten, waarmee het bestaande, dynamische evenwicht onvermijdelijk wordt verstoord. Het gaat dus niet om allerlei afzonderlijke stukjes elk verantwoordelijk voor een welomlijnde eigenschap, maar om zeer complexe en met elkaar verweven netwerken. Deze buitengewoon ingewikkelde verwevenheid gaat in feite terug op de diepste werkelijkheid die ik zojuist aanduidde als het verenigd veld, een veld van “oneindige” onderliggende verbondenheid en volkomen zelfinteractie of zelfbetrokkenheid. Daar geeft de “moderne” wetenschapper zich geen rekenschap van. Men denkt heden ten dage nog steeds als de denkers uit de 18e en 19e eeuw: verschijnselen zijn voorspelbaar en doen zich lineair voor. Maar een levend wezen werkt niet zo.

De gevolgen van genetische manipulatie zijn in feite dus onbekend?

• Jan: Ja, dat kan je zo wel stellen. Dat blijkt ook in de praktijk. Bij genetische manipulatie van planten treden tal van ongewisse dingen op: afwijkende bloemkleuren, misvormingen in bloem, stamper, bladeren, wortelgestel, enzovoort. Dat bewijst dat genetische manipulatie niet alleen maar het toevoegen van een eigenschap is, maar dat je een heleboel eigenschappen van de plant die er al waren op een onvoorziene manier beïnvloedt. Zo ontstaan met genetische manipulatie tal van ongewenste mutaties. Uiteindelijk houdt men na veel proberen en selecteren een plant over waar niet te veel mee mis is. Genetische manipulatie is als een schaakspel: verschuif één stuk op het schaakbord en de hele spelsituatie wordt beïnvloed. Een vreemd gen heeft door die verwevenheid altijd een weerslag op alle elementen in het systeem. Daarom zijn er tal van ongewenste neveneffecten. Maar we weten op grond van de huidige stand van de wetenschap niet welke schade toegebracht wordt. Dat is niet te voorspellen.

Ik kan diverse voorbeelden noemen van die ongewenste effecten die zich voordoen bij genetisch gemanipuleerde planten als soja, katoen, papaja en tomaat.

Genetische manipulatie is niet de oplossing voor het wereldvoedselvraagstuk, zoals men beweert. Integendeel, het maakt de wereldvoedselvoorziening alleen maar kwetsbaar.

Genetische manipulatie is in potentie een zichzelf vermenigvuldigende vorm van vervuiling door vermeerdering, horizontale overdracht en uitkruising. Als je eenmaal een genetisch gemanipuleerde zalm in het milieu gebracht hebt dan kun je die niet terug halen. Dat geldt evenzeer voor bijvoorbeeld genetisch gemanipuleerde vaccins. Een genetisch gemanipuleerde ziekteverwekker kan zich regenereren, kan ontbrekende stukjes weer opnemen, kan recombineren met andere virussen en kan gedestabiliseerd zijn, waardoor deze snel gaat muteren. Het is mogelijk dat de ziekteverwekker hierdoor virulenter wordt, andere symptomen gaat veroorzaken of een breder gastheerbereik krijgt. Je manipuleert dan bijvoorbeeld het varkenspestvirus om een vaccin te maken, en je krijgt per ongeluk een nieuw soort honden- of mensenpest. Dat zijn allemaal risico´s die men neemt.

We moeten er ons ook bewust van zijn dat als genetisch gemanipuleerde landbouw op grote schaal in Nederland wordt ingevoerd dat het einde betekent van alle biologische en biologisch-dynamische landbouw, maar ook van de gewone gangbare landbouw in Nederland. Je kunt stuifmeel niet verhinderen te stuiven. Daarom is het standpunt van de LTO – die voor genetische manipulatie is – zeer discutabel.

Welke gevaren zijn er voor de consument?

• Jan: Wanneer je een locale ingreep verricht in een systeem met een intense samenhang, zonder daarmee rekening te houden, dan ligt het voor de hand dat er verstoringen in die samenhang optreden. Het gangbare en officieel vereiste onderzoek naar mogelijke risico´s van genetisch gemanipuleerde gewassen, gaat hieraan volledig voorbij. Er is geen biofysisch onderzoek naar eventueel verstoorde coherentie en er is geen onderzoek naar totaalkwaliteit op meer verfijnde niveaus. Met het onderzoek dat wel gedaan wordt – biochemisch- en proefdieronderzoek – is het niet moeilijk om schadelijke effecten over het hoofd te zien, en soms overduidelijke vreemde zaken in het genotype en fenotype van gemanipuleerde gewassen vindt men kennelijk niet alarmerend.

Ik heb indertijd zelf onderzoek gedaan naar genetisch gemanipuleerde soja. Een proefpersoon met een fijn ontwikkelde tastzin was in staat natuurlijke en genetisch gemanipuleerde soja zonder fouten van elkaar te onderscheiden. Volgens deze persoon had de natuurlijke soja een zachte, harmonische uitstraling, terwijl de gemanipuleerde soja een harde verstoorde uitstraling had. Dit onderzoek is nog een keer herhaald met hetzelfde opmerkelijke resultaat. Het had een probabiliteit van < 0,0025, maar voor een gewone wetenschapper is dat niet echt overtuigend omdat de meetmethode buiten zijn ervaringsbereik ligt.

Onlangs zijn er bij de stichting Aquamaiandros chroma”s gemaakt van genetisch gemanipuleerde soja. Chroma’s geven een beeld van de totale kwaliteit van een plant, van de vormkrachten die daar in werkzaam zijn. Uit deze chroma´s (zie artikel “Meten aan kwaliteit” van Roelf Havinga, elders in dit nummer, red.) blijkt onder meer dat je op een dieper niveau iets verstoort. Dat ziet er verontrustend uit. Deze proeven zijn van recente datum. Er zal uitgebreider wetenschappelijk onderzoek naar moeten plaatsvinden. Als eerste indruk zou je kunnen zeggen dat deze chroma´s een beeld geven van iets dat verscheurd wordt. De vraag is, wanneer dit werkelijk wijst op een verstoring, hoe ernstig deze is . Er zijn ook aanwijzingen op grond van biofotonenonderzoek dat genetisch gemanipuleerde gerst een minder coherente biofotonenstraling afgeeft, maar ook op dat terrein is veel meer onderzoek nodig, eer men definitieve uitspraken kan doen.

Op de langere termijn verwacht ik zeker problemen voor de gezondheid van de consument.

Wat voor problemen zijn dat?

• Jan: De structuur van het genoom sluit nauw aan bij de structuur van de andere niveaus van biologische organisatie binnen het organisme. Als je in het DNA iets verandert krijg je ook een terugbeïnvloeding van fijnere niveaus. Die terugbeïnvloeding van steeds fijnere niveaus ontmoet de onveranderlijke, oneindig dynamische structuur van het verenigde veld, of van zeer dynamische niveaus daar in de buurt.

Dit kan zo zeer gaan wringen dat destructieve krachten naar voren komen. De natuur gaat zich tegen zulke verstoringen weren. Verstoringen op deze fijne niveaus vertegenwoordigen een incoherente vorm van biologische informatie, die bijvoorbeeld via de voeding kan worden opgenomen. In de ayurveda is dit een bekend gegeven. Het heet daar dat “dravya”, een term die zowel medicijnen als voeding omvat, een invloed heeft op alle niveaus van het bestaan. Je eet niet alleen substantie maar je neemt ook de ordening op het fijnste niveau van je voeding op. Deze verlevendigt overeenkomstige aspecten van je biologische intelligentie. Voeding en medicijnen worden in deze traditionele vorm van geneeskunde in functie van het meest fundamentele niveau van biologische intelligentie bereid en geselecteerd.

Heel jonge embryo´s, in volle ontwikkeling, zijn gevoelig voor uiterst verfijnde signalen. Zelfs een heel kleine invloed die ingrijpt in wat men noemt een biologisch venster kan een enorm effect hebben in de hele ontwikkeling van dat organisme. Ik denk dat zoiets ook op de langere termijn gaat gebeuren met mensen en dieren. In de tweede, derde of vierde generatie zullen er mensen en dieren zijn met allerlei vreemde afwijkingen. Afwijkingen die zich zowel op lichamelijk als op emotioneel, verstandelijk of spiritueel vlak kunnen manifesteren. In de huidige situatie, waarin genetische gemanipuleerde voeding ongecontroleerd en onherkenbaar gevoerd wordt aan een argeloze bevolking, is het zeer moeilijk om de oorzaak van nieuwe ziekten te traceren naar genetisch gemanipuleerde voeding. Alleen bij acute effecten, zoals in het geval van het tryptofaanschandaal eind jaren tachtig, waarbij mensen zwaar ziek werden en zelfs stierven, maak je een kans. Subacute effecten over een lange termijn kunnen voor de volksgezondheid eindigen in een nachtmerrie.

Wat is daar tegen te doen?

• Jan: We moeten komen tot een heel andere aanpak in het tot stand brengen en aanwenden van onze technologie. Technologie is gebaseerd op wetenschap. Die technologie is niet meer waard dan de wetenschap waarop zij is gebaseerd. Wetenschap is op haar beurt gebaseerd op bewustzijn. Alles wat we weten, wat we kennen, kennen we in ons bewustzijn. Daar staan we niet bij stil, maar dat doen we in feite continu. Als onze bewuste beleving beperkt is tot de oppervlakkige, grovere niveaus van het bestaan, dan is de kennis die van een dergelijk bewustzijn het product is ongeschikt om in te grijpen op fijnere niveaus van organisatie als het DNA. Een oppervlakkig bewustzijn neemt slechts redelijk voorspelbare, biljartbalachtige interacties van scherp afgelijnde objecten waar. Het ingewikkelde samenhangen op het microscopische niveau van het DNA worden maar gewaardeerd door een bewustzijn dat zelf verfijnd is. Als je met een voorhamerbewustzijn het fijne mechaniek van een zakuurwerk te lijf gaat, ja, dan kun je alleen maar breekwerk verrichten, ook al hanteer je die voorhamer nog zo vernuftig.

Je kunt, zei Albert Einstein, problemen niet oplossen met hetzelfde bewustzijn dat ze geschapen heeft. Je moet een sprong maken in je bewustzijn om een sprong te maken in de wetenschap. En die wetenschap is in feite ons begrip van de natuur. Alleen als wij een veel dieper bewustzijn krijgen van de natuur dàn alleen zullen wij in staat zijn om op een veel gevoeliger en meer respectvolle manier om te gaan met die natuur. Bewustzijn is dus het centrale punt.

Storms WATP (wetenschappelijk advies, training en procesbegeleiding) te Haarlem (e-mail: watp@storms.org, webstek: https://storms.org/

Dit vraaggesprek verscheen in Dynamisch Perspectief , jaargang 2002, nr 2. Dynamisch Perspectief is het ledenblad van de Vereniging voor Biologisch-Dynamische Landbouw en Voeding ( BD-vereniging ).

== Zie ook ==

 

 

Voedselveiligheid, brief aan CDA, 21-01-2002

== Titel ==

Voedselveiligheid, brief aan CDA, Tweede Kamer Fractie, t.a.v. de Heer Joop Atsma.

== Auteur(s) ==

* Eijsten, Lily

== Volledige tekst ==
Amsterdam, 21 januari 2002

Aan:

C.D.A., Tweede Kamer Fractie, t.a.v. de Heer Joop Atsma, Postbus 30805, 2500 GV DEN HAAG

Geachte Heer Atsma,

”’Voedselveiligheid”’

Het deed mij genoegen een paar dagen geleden de brieven van het CDA dd. 8/1 en 15/1 jl. en Uw schrijven van 19/12 2001 te ontvangen in antwoord op mijn brieven van 9.11.01 en 8.1.02.
Moeilijk te beantwoorden? Echter: antwoord op mijn vragen heb ik nog niet!

Er zijn nu nog een aantal vragen bijgekomen en wel over de Nederl. Voedselautoriteit, die onder VWS zou moeten ressorteren.

Die vragen gaan over de Gedragscode wetenschappelijke onderbouwing Gezondheidseffecten ten behoeve van Gezondheidsclaims voor eet- en drinkwaren 1998 van de N.v.A.  Dit stuk heb ik al een paar jaren tussen mijn papieren liggen! Een paar nachten geleden heb ik van de desbetreffende 9 pagina’s een uittreksel gemaakt van 3 kantjes. Beter te hanteren. Een afdruk daarvan zend ik hierbij.

Het is een ontzettend stuk leesvoer, Misschien ga ik een en ander op internet zetten. Zou iedereen die ellende kunnen lezen. Dit moet toch aan het licht komen. Ik ga er van uit, dat iedereen bij het CDA van de inhoud daarvan op de hoogte is.

Ik kan mij niet permitteren de komende debatten bij te wonen. Wil het wel, maar riskeer geen hartinfarct. Nieuws komt er toch niet en de media zijn kennelijk ook gehouden aan een z.g. gedragscode om de consumenten met een IQ van 100 – zie de Nation. IQ-test – niet wijzer te maken! D.w.z. ”’de niet-geiinformeerde meerderheid”’.

De bedoeling van de Commissie Terlouw was om de tegenstanders van gen-technologie (wat daar van wel onder verstaan wordt) buitenspel te zetten. Dat staat geschreven en gedrukt.
Levensgevaarlijk voor iedereen. Ook voor U.

Deze tegenstanders vechten o.a. tegen b.v. de residuen van stoffen uit de formulering van herbiciden, die in de voedselketen terechtkomen (van sommige zijn er normen vastgesteld!), zoals b.v. antivries propaandiol 10% en AES – alkylethersulfaat 30% in Liberty/Basta/Finale. De hoeveelheden wisselen met de toepassing en de daarbij behorende handelsnaam van het commerciële produkt. Zo zit in Roundup 41% glysofaat en in het spul om ”’speciaal”’ die schadelijke “valse bamboe” weg te krijgen eveneens 41% glyfosaat. Maar waaruit bestaat nu de rest? Dat is het geheim van de smid. Zolang die “geheimen” niet beschreven worden in de valabele literatuur (!) – misschien wel in de “grijze” literatuur, maar wel bekend bij het CTB- niet door de internationale beoordelingsmolen is geweest – kan de multinational zich niet beroepen op de rechter, die alleen met valabele literatuur rekening mag houden.

De consumenten eisen volledige openheid van gegevens
* “EU White Paper: Consumers have the right to expect information on food quality and constituents that is helpful and clearly presented, so that informed choices can be made…”.
* en : This White Paper also calls for strong involvement of the operators, who bear the prime responsibility for the daily application of the requirements for Food Safety”
* en “Greater transparency at all levels-of Food Safety policy is the thread running through the whole White Paper and will contribute fundamentally to enhancing consumer confidence in EU Food Safety policy”,

terwijl de multinationals zich willen beroepen op het oordeel van de ”’NIET-geinformeerde meerderheid”’ van de consumenten (met een IQ van gemiddeld 100 – “Nationale” IQ-quiz), en een deel van de bevolking/consumenten deliberately – met opzet, als doel – buiten spel zetten en dat ook nog schrijven en drukken in de media!!

”’Dit zware bedrog, misleiding en achterkamertjesgeknoei ”’ dat ten grondslag ligt aan de Gedragscode van de Nederlandse Voedsel Autoriteit moet ten zeerste afgekeurd worden en in de schijnwerpers geplaatst worden.

Mevrouw Ross heeft in haar portefeuille VWS. Nou ze mag zich wel met spoed buigen over de vele zware misleidingen zoals die t.a.v. de explosie van eczeem (dermatitis veroorzaakt door propaandiol/antivries)en de zwaar misleidende tests WERELDWIJD op die eczeem, en ik verwijs naar de afgekeurde commerciële test op propaandiol, en dus op eczeem tengevolge van het herbicide. Bestudeer de internationale literatuur!!! En neem geen genoegen met de inhoud van fabrikantendossiers.

Ik wil deze brief niet langer maken. U kunt wel eens bij mij langs komen om een inzicht te krijgen in de vele ”’misleidingen, die het wantrouwen van de consument niet wegnemen”’. Zaad dat men zaait zal men ook oogsten. Ik hoop, dat mijn 55 bezwaarschriften/VROM en 15 beroepschriften/R.v.St. en reacties van VROM en pleitnota’s vooral van de firma’s uiteindelijk zullen helpen de voedselonveiligheid te verminderen.
Interessante literatuur, vooral die van Mogen toepassing van cyanamide voor een zoetstof/Trehalose in aard- appelknol. Cyanamide geeft versnelde veroudering, is een groeibevorderaar en een ontbladeringsmiddel.

Het patent spreekt over “imaginaire planten”. Dit moet men mij maar eens uitleggen!.

Op 2 november 1998 heb ik 25 persmapjes uitgedeeld tijdens de hoorzitting in de tweede Kamer over voedselveiligheid!
Sindsdien is er niet veel veranderd. Behalve, dat de bedoeling van de Commissie Terlouw was de tegenstanders buiten spel te zetten. Thank you.
Dat is nog eens een gevaarlijke “move”, en NIET in het belang van de volksgezondheid. “Het”Witboek” straalt dan ook terecht angst uit voor eventuele calamiteiten. “Wet van Murphy: wat mis kan gaan, gaat ook te eniger tijd mis.

De argumenten van de voorstanders, zoals die in de media verschijnen, stellen niets voor, misleiden de consumenten. We zien duidelijk, dat nu de koppen boven het maaiveld worden uitgestoken! Waar blijft de onderbouwing?
Het begrip “waarborg” is een kaatsebal, en de consument blijft in de kou staan.

Tot slot:
Uw aanbod om mij de bijdragen voor de debatten toe te zenden neem ik graag aan en stel het bijzonder op prijs.

Met vriendelijke groeten,

L.Eijsten

bijlage: Gedragscode.

== Zie ook ==

== Externe links ==
* [http://www.joopatsma.nl/ website Joop Atsma] Website niet meer aanwezig.


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.

Wat voor smaak heeft een allergeen?

Amsterdam, 31 oktober 2001.

Ministerie van LNV,
Postbus 20401,
2500 EK Den Haag

Ministerie van VWS,
Postbus 20350,
2500 EJ Den Haag

Ministerie van VROM
Postbus 20951,
2500 EZ Den Haag – IPC 100

Mijne heren,

Wat voor smaak heeft een allergeen?
De advertentie in diverse bladen (o.a. NRC 10/10/01) over Uw zintuigen slaat werkelijk alles! Ik had nooit gedacht, dat de overheid een advies van Jomanda met haar zesde zintuig zou inroepen om te weten te komen hoe gezond en veilig ons eten is. Ook al had ik nooit gedacht, dat U in zou spelen op de gevoelens van de niet-ge-informeerde meerderheid. Zeer zwak en onverantwoordelijk handelen.

Is Uw zesde zintuig voor ons een waarborg voor veiligheid? De beleidsmakers zitten in een duiventil met wisselende bezetting. Wat houdt uw “waarborg” in? Is daar een soort contract, dat de overheid borg staat voor herstel van onze gezondheid, als Uw zesde zintuig op hol slaat? Resp. financiële regelingen treft? B.v. bij een levenslange allergie, vooroorzaakt door sensibilisatie tengevolge van toegepaste herbiciden (b.v. Liberty/Basta/Finale, of door een stof uit de formulering van een pesticide. Ik kan zo nog wel even doorgaan).

Wat als wij straks

1. Bt-maizen gesprayed met Btk delta endotoxine binnenkrijgen, of

2. inhalatieproblemen krijgen bij toepassing van de Bt-spray in de biologische landbouw?

Bt (thuringiensis), Bc (cereus), en Ba (Anthracis) zijn nauw verwant en ik lees, dat transfer van genetisch materiaal voorgekomen is. De kans daarop zal wel weer klein zijn: waar haal je hier die Anthrax vandaan. Die sporen zitten wel hier en daar in de bodem – sinds mensenheugenis. Zelfs Vondel schreef hier een gedichtje over. Wormen en muizen kunnen dat spul naar boven werken.

Hoe zit het met de PH in het darmstelsel van insecten? Bij een PH boven 7 worden insecten slachtoffers van de delta-endotoxines. Verschillen in de PH bij verschillende insecten be-invloeden de werkzaamheid van de toxines. (Een bepaald toxin doodt een specifieke groep insecten, lees ik.)

Ik lees ook, dat door teveel gebruik van pesticiden bepaalde insecten resistent worden. Dat is iets anders. Is hiernaar wel genoeg onderzoek gedaan?

“Each of the more than 800 strains of Bacillus thuringiensis may exhibit toxicity to insects, rodents and humans”. Die Bt-sprays in gentech-mais zouden op den duur wel eens problemen kunnen geven, ieder op zijn eigen wijze. We weten vandaag niet wat we morgen kunnen verwachten door een veelheid van wisselwerkingen.

Bt.israëlensis veroorzaakte na injectie in de abdomen en de brain de dood (bij ratten), en “The irritancy of Bt.i. to eyes depends on the physical characteristics of the formulation”.

De delta-endotoxin from Bt.israëlensis also caused destruction of rat, mouse, sheep, horse and human blood cells” Enz.

Betr. Bt.kurstaki wordt ook veel misère beschreven bij de toepassers wanneer ze dat in hun gezicht kregen. Interessant is het geval van een wetenschapper, die zichzelf per ongeluk injecteerde met Bt.israëlensis “and another kind of bacteria commonly found on human skin”.

Ook aardig is, dat the Oregon Health Division suggested before a Bt.k. spray program that “individuals” with … physician-diagnosed causes of severe immune disorders may consider leaving the area during the actual spraying”.

En
“The 1991 Material Safety Data Sheet for Foray 48B states “Repeated exposure via inhalation can result in sensitization and allergic response in hypersensitive individuals.”

En

“Inert Ingredients
All Bt-products contain ingredients other than Bt. These are identified only as “inert”ingredients and are called trade secrets by the manufacturers of the products. The “inert” ingredients are potentially the most toxic components of the formulations”. Volgen voorbeelden.

Because “inerts” are called trade secrets, there, there is little public information that is available indicates they could cause health problem”. Volgen sodium hydroxide, sulfuric acid, phosphoric aced, methyl paraben and potassium phosphate as “inerts”. Deze maken minder dan 10% uit van Foray 48B, “they pose hazards”. Volgt een lijstje met gevolgen: mild cases to irritation of the mucous membranes of the nose; damage of the upper respiratory tract; corrosive; severe deep skin burns, permanent loss of vision; severe bronchial constriction, and bronchitis; irritant to skin and mucous menbranes; throat irritation and both methyl paraben and potassium phosphate were once registered by EPA as pesticide active ingredients. Sodium sulfite (inert) in Dipel 8AF: Up to ten per cent of asthmatics (about one million people in the United States) may react to sulfites, particularly those people who are treated with steriods. Symptoms of exposure in those sensitive to sulfites usualy involve the respiratory system, and can also include nausea, diarrhea, lowered blood pressure, hives, shock, and loss of consciousness.”Enz.

Genoeg ellende. nog even: formuleringen van Bt.i. zijn buitengewoon ongezond, omdat de “inerts” in the product deplete the dissolved oxygen in water. the Bt.i formulation Teknar was acutely toxic to brook trout fry, probably because of xylene used as “inert” in the product.

Er is zoveel literatuur over die Bt en andere pesticiden en de formuleringen en hun effecten, dat ik er een vieze smaak van in de mond krijg:
de smaak van allergieën, ziekten en dood.

Met vriendelijke groeten,

L. Eijsten.


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.