Reactie op Vraagtekens bij genetisch gemanipuleerde gewassen

== Ingezonden brief ==

Reactie op “Vraagtekens bij genetisch gemanipuleerde gewassen”
Datum 16-05-1999

== Omschrijving ==

Brief aan de Redactie van het blad Oogst naar aanleiding van het artikel “Vraagtekens bij genetisch gemanipuleerde gewassen” in het blad Oogst van 30 april 1999.

== Auteur(s) ==

* Eijsten, Lily
* Meulen van der, J (Han)

== Volledige tekst ==

AMSTERDAM, 16 mei 1999

Aan: Redactie OOGST, T.a.v. de Heer Edwin Timmer, Postbus 29745, 2502 LS DEN HAAG,

Geachte Heer Timmer,

 

Hieronder volgt een stuk, geschreven naar aanleiding van de interviews in Oogst van 30 april jl., waarover ik U onlangs belde:

”'”Wij kunnen ons niet permitteren om met “flauwe kul” te komen””’

Macht. Macht is een begrip, dat door de eeuwen heen door een deel van de gemeenschap uitgeoefend wordt en waardoor een ander deel van dezelfde gemeenschap beheerst wordt, bewust of onbewust.

Kennis is een mijlpaal op weg naar macht. Met meer kennis kan je overwicht hebben en kan je de ander manipuleren. Dit zien we voortdurend om ons heen, en daarover behoef ik niet uit te weiden. Heb je niet voldoende kennis, merk je toch intuïtief dat je gemanipuleerd wordt, en ga je proberen uit te zoeken waar je op een verkeerde wissel bent gezet, en vooral: waarom. Dan ontdek je een lawine van MISLEIDINGEN.

Misleidingen vind je b.v. in de mooie verkooppraatjes van stofzuigerverkopers en vinden hun vervolg in verkooppraatjes van grote concerns met wereldwijde economische belangen. Belangen van wie? Van de aandeelhouders? Uiteindelijk zijn wij allemaal aandeelhouders, al realiseert men zich dat niet zo gauw. Je hebben allemaal deel in pensioenfondsen, verzekeringen enz.

Maar zodra je merkt, dat er pertinente leugens verkocht worden, spring je in het geweer. vooral als je merkt, dat duidelijke bewezen feiten 180 grd verdraaid worden! Voorbeelden te over.

Deze ontboezemingen overvielen mij bij het lezen van Uw artikel “Vraagtekens bij genetisch gemanipuleerde gewassen”.

Fouten worden allerwegen gemaakt. Maar als het voedsel betreft voor de wereldbevolking, dan is dat andere koek – ik bedoel nu niet veekoeken voor onze veestapel die dingen bevatten, die we (straks) op ons bord krijgen, en waarover het produktschap Diervoeding geen uitsluitsel wil geven!

Ik lees, dat votig jaar 58 vergunningen werden afgegeven -kennelijk overgenomen uit-het rapport door de Heer P. Schenkelaars namens Greenpeace. Dat aantal is wat overdreven. Die vergunningen werden afgegeven gedurende 1993 t/m 1998 (1 in 1999).

De Heer Saat – een aardige man overigens – zegt gelukkig niet dat biotechnologie veilig is; dat kan ook niet, want ongeveer alle wetenschappers zeggen, dat er meer onderzoek moet komen. Nou, dan vind ik dat novel food NIET veilig. Om dat dan grootschalig aan de consument aan te bieden is gewoon misdadig, vind ik als consument. Vooral omdat de doorsnee consument geen inzicht heeft in de gevolgen op de lange termijn, waar diverse valabele onderzoeksrapporten op wijzen.

Als een gen in een plant wordt ingebracht, is het aannemelijk dat een bedoelde eigenschap zich manifesteert. Maar wat het gen-”’construct”’ verder veroorzaakt in de plant is duister. Ziekteverwekkers, die resistent kunnen worden tegen het antibioticum Amikacine en 8 andere antibiotica wanneer zij in de gelegenheid zijn dit gen nptIII op te pikken – hier doelen wij op de aardappelen A priori en A propos van Avebe.

De Heer Koninkx haalt uit zijn computer twee onderzoekspublikaties, en vindt dit natuurlijk verontrustend. Topje van een ijsberg. Hoeveel verontrustender zou het zijn om te zien hoeveel publicaties te voorschijn zouden komen na een professioneel literatuuronderzoek! Welke databases heeft de computer gebruikt?

Alle zogenaamde literatuuronderzoeken zijn niet allemaal goed. Als voorbeeld noemen wij het literatuuronderzoek door M.M. Mees, et al. aan de Universiteit Leiden over de spermakwaliteit, met steun van het RIVM, aan welk onderzoek ernstige gebreken kleven, zoals keuze van de databasis, keuze van de zoekstrategie. Het is absurd, dat deze informele oefening onder de vleugels van het RIVM opgekrikt kon worden tot iets wereldschokkends, en uitgebreid in de pers vermeld werd. En niemand reageert! Weet het publiek veel. Sommige mensen kunnen allerlei onbewezen feiten spuien, omdat het publiek het toch niet snapt. Wij vinden dat misdadige manipulatie.

Volgens de Heer Saat vindt het onderzoek voor voedselveiligheid pas plaats bij een commerciële aanvraag. Dit is toch verschrikkelijk. Waarom kan daar niet eerder aan gewerkt worden. Eerst jaaaaaren (soms 20 jaren) ergens aan werken, en dan pas kijken naar de voedselveiligheid. Zoiets vinden wij onbegrijpelijk.
Een voorbeeld daarvan zien we nu bij die Avebe-aardappelen. Nu krijgt de fabrikant de kous op de kop, terwijl hij al jaren wist, dat het ingebrachte nptIII-gen voor een antibioticum Amikacin en 8 andere antibiotica voor problemen zou gaan zorgen. Eigen schuld, dikke bult. Cogem had beter moeten weten. Hoe betrouwbaar zijn adviezen?

Volgens Cogem zal ook Van der Have de veiligheid moeten garanderen. Nou? Natuurlijk is een GGO-gewas anders dan een traditioneel gewas. De veredelaar verandert de boel toch doelbewust?

Maar als het straks onverhoopt zover komt, dat er tengevolge van b.v. herbicide-gebruik (b.v.Glufosinaat ammonium bij herbicide-resistente gewassen grootschalig b.v. neurotoxische gevolgen zijn (Apoptosis – Watanabe) dan zal er tegen die tijd wel een wet liggen, dat de slachtoffers geen schadevergoeding krijgen (zoals in de VS bij slachtoffers van Agent Orange), want de consumenten hebben VRIJE KEUZEMOGELIJKHEID gehad!!!

De Heer Bergmans kan het ook mooi zeggen – moet hij voor de kosten opdraaien als oude mensen in het ziekenhuis liggen met b.v. TBC of lage longontsteking, en overlijden omdat zij geen redding kunnen krijgen van de werking van Amikacin tesamen met een ander antibioticum (synergisme). Zijn opmerking “flauwekul” is goedkoop, misplaatst en niet wetenschappelijk. Wat is de basis van zijn opmerking? Het is begrijpelijk, dat hij van zich af slaat, want Cogem heeft meerdere malen verklaard dat aardappelen met nptIII-gen veilig zijn.

Wij kunnen ons niet permitteren met “flauwe kul” te komen. Als onze bezwaren zijn door gevalideerde onderzoeksrapporten onderbouwd.

Dat zinnetje: “Zolang we er niet zeker van zijn of iets veilig is, moet de consument kunnen kiezen. Want wie is verantwoordelijk als straks een explosie volgt van allergieën?” is een gotspe. De consument moet juist beschermd worden en wordt nu voor de leeuwen gegooid. De Heer Saat vindt die vraag “ongepast”. Wij vinden zijn opmerking ONZINDEZIJK.

Men praat over afweging tussen voordelen en risico’s van een gewas. Dat is een landbouwkundige kwestie. De gezondheid van de mens wordt zelfs maar niet aangeroerd. Net b.v. als in de Milieumeetlat – omdat men niet over gegevens beschikt – en net zoals de HAN in haar rapport aangeboden aan de Heer Doornbos van het LTO vermeldt, dat Arbeidstoxicologie expliciet buiten beschouwing is gelaten.

Ach, wat moet die domme consument: De boer en tuinder mogen uiteindelijk zelf kiezen. Zelfs de Heer Doornbos van LTO wordt misleid. De boer kan ook niet kiezen. Veevoeder wordt hem ook zo aangeleverd, zonder analyse. Consument let op Uw zaak! De consument moet zich wapenen tegen nare gevolgen (DES, Agent Orange, Asbest en nu ook “betonrot” in 150.000 huizen! Oorzaak: sneller drogen, sneller afleveren sneller afbrokkelen. Hier staat ook zo’n 20 à 30 jaar voor).

Tot slot nog even de Heer Bergmans citeren: Absolute veiligheid is niet te bewijzen. Er zijn echter vele bewijzen van ONVEILIGHEID, en
de mogelijkheden om mensenlevens te redden (door Amikacin) mag je niet aantasten. Dat is een onrechtmatige daad!

 

L.Eijsten en J. van der Meulen


Zie ook


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.

 

Bezwaarschrift bij een ontwerpbeschikking betreffende herbicide-resistentie

Bezwaarschrift bij een ontwerpbeschikking betreffende herbicide-resistentie

Betreft aanvraag van D.J. van der Have BV, Kapelle om een vergunning voor veldproeven met niet-bloeiende GM glufosinaat-ammonium-resistente SUIKERBIETEN in 9 provincies.
Dossier BGGO 99/05.

Opmerkingen en bezwaren bij bovengenoemde Ontwerpbeschikking betr. Herbicide-resistentie Versie Februari 1999.

Gezien de belangrijkheid van de aangevoerde punten in onderstaand bezwaarschrift, zouden wij graag commentaren ontvangen. Ons adres vindt u onderaan de brief.

English text below.


Amsterdam, 5 april 1999.

Ministerie van VROM,
Directoraat-Generaal Milieubeheer, Directie Stoffen, Veiligheid, Straling, ic 655,
T.a.v. mr drs P.J. Van der Meer,
Postbus 30945,
2500 GX DEN HAAG

Mijne Heren,

Betreft aanvraag van D.J. van der Have BV, Kapelle om een vergunning voor veldproeven met niet-bloeiende GM glufosinaat-ammonium-resistente SUIKERBIETEN in 9 provincies.
Dossier BGGO 99/05.

Opmerkingen en bezwaren bij bovengenoemde Ontwerpbeschikking betr. Herbicide-resistentie Versie Februari 1999.

Eerste opmerking

Onze eerste opmerking is, dat deze GMO nu eens geen antibioticum-resistentie gen als merker bevat. Dit is een belangrijke stap in de goede richting.

Wij suggereren daarom ook om dit feit in de titel van de beschikking (in overleg met Van der Have) te verwerken, b.v. “Suikerbiet met GLA-resitentie en een merker-systeem niet berustend op anti-bioticum-resitentie.”

Het door Van der Have gebruikte systeem (igpd gen) wordt eigenlijk niet veel genoemd, maar het is wel reeds lang bekend.

Tweede opmerking

De tweede opmerking gaat ook over merkersystemen. Wij vragen ons af, waarom het ingebrachte pat-gen niet als merker is gebruikt. Eventueel dus met zowel een prokaryotische promoter naast een eukaryotische promoter.

Derde opmerking

Deze opmerking betreft de advisering door COGEM. Voor deze Ontwerpbeschikking is uitgegaan van een advies van COGEM van 4 februari 1997 over een vrijwel identieke GGO ook van Van der Have uit 1996, BGGO 96/20, getiteld “Glufosinaat R via protoplasten”.

Het betreft dezelfde plant (suikerbiet) met dezelfde vector getransformeerd naar eerdere transformanten (TrE 8 en 9). De huidige aanvrage betreft transformant TrE 18. Bekijken we dit ADVIES, dan is er ten eerste sprake van een minderheidsstandpunt en ten tweede op het terugvallen voor het pat gen op nog oudere adviezen.

De zinsnede, dat er intussen geen nieuwe zaken aan het licht zouden zijn gekomen, die een bijstelling van het advies zouden rechtvaardigen, is geheel vrijblijvend. Uit niets blijkt, dat er een opdracht voor onderzoek is gedaan, dat deze opdracht is besproken en geëvalueerd.

Recentelijk heeft het CTB ook een aanvrage om GLA toe te laten op een genetisch gemodificeerd gewas afgewezen. Ook heeft de CTB de bestaande toelatingen van GLA verlengd tot 1 september 2000, omdat er nog een groot aantal vragen liggen, die beantwoord moeten worden.

Dit alles vinden wij helemaal niet zuiver op de graat.

Wij maken bezwaar tegen deze gang van zaken om op oude adviezen blind te varen. Het lijkt ons een kleine moeite om dit transparanter te maken, om ons bezwaar de wereld uit te helpen, door ALSNOG DE COGEM OM UPDATE VAN ADVIEZEN TE VRAGEN.

Vierde opmerking

Uit de plasmidekaart en de gevolgde transformatiemethode blijkt, dat de insertie ook een “origin of replication” kan bevatten. Beschouwingen over een eventueel risico hiervan ONTBREKEN.

Wij maken derhalve bezwaar tegen het ontbreken van risicobeschouwingen dienaangaande.

Vijfde opmerking

Het gaat hier om een glufosinaat-resistente suikerbiet. Wij krijgen dus te maken met de aanwezigheid van het eiwit (enzym) phosphinothricinacetyltransferase in de plant en dientengevolge ook met die aanwezigheid in
– bietenpulp – diervoeding – voedselketen
– melasse – diervoeding – voedselketen
– vinasse – restant na extractie van spiritus
– schuimaarde

Al deze producten zouden eventueel in het veevoeder-circuit terecht kunnen komen, resp. kunnen ook daarbuiten verwerkt worden, bijv. tot kattenbakkorrels of tot spiritus.

Een toxicologische evaluatie als veevoeder acht Van der Have niet van toepassing.

En een protocol voor de vrijwillige diervoedertoets bestaat NIET.

Wij willen er echter uitdrukkelijk op wijzen, dat Hoechst Schering (AgrEvo) lobbyed voor het inbrengen van glufosinaat-resistentie in gewassen en de gevaren van het eiwit phosphinothricinacetyltransferase probeert te bagatelliseren.

In 1987 verscheen het artikel:
Thomson, C. J. et al.
“Characterisation of the herbicide-resistance gene bar from S.hygroscopicus”
The EMBO Journal Vol. 6 no.9, pag. 2519-23.

Hierin is beschreven dat phosphinothricin-Acetyl-transferase ook glutaminezuur als substraat heeft.(Door de beide stoffen bij elkaar te voegen, en het reactie-produkt aan te tonen.)

Hoechst bestrijdt dit in een rapport (93-01):
Dr. Arno Schulz
“L-phosphinothricin N acetyltransferase
Biochemical Characterisation”

Hierin wordt glufosinaat TESAMEN met een grote overmaat glutaminezuur (en andere aminozuren) aan de werking van het acetyltransferase blootgesteld (met acetylbron).

Schulz kon GEEN reactieprodukt met glutaminezuur aantonen en concludeerde toen maar, dat glutaminezuur geen substraat zou zijn.

DIT IS ONJUIST EN ZEER MISLEIDEND omdat

  • in situaties waarin het acetyltransferase (aanwezig in de gemodificeerde plant) toxisch zou kunnen werken, zoals in ons maagdarmkanaal, de gelijktijdige aanwezigheid van grote hoeveelheden glufosinaat niet bestaat (zie Thomson). Ongelofelijk!
  • het onder de proefomstandigheden van Schulz logisch is, dat het acetyltransferase het glufosinaat gaat acetyleren met gebruikmaking van niet alleen de bijgevoegde acetylbron, maar ook met gebruikmaking van geacetyleerd glutaminezuur als acetylbron (omdat affiniteit van het transferase voor glufosinaat groter is).
    In een MENGSEL zal alleen een reaktieprodukt gevormd worden met het substraat waarvoor de meeste affiniteit bestaat.EEN ZEER MISLEIDEND RAPPORT.

Wij maken bezwaar tegen het ontwikkelen van een GMO waarin dit gen-produkt voorkomt.

Zesde opmerking.

Het herbicide-resitentie-gen wordt ingebracht als een cassette met de bloemkoolmozaikvirus promoter en terminator.

De aanwezigheid en vooral de MASSALE AANWEZIGHEID van deze (krachtige) promoter en terminator is ongewenst, omdat:

Bestaande virussen (met hun eigen promoter-terminator-cassette) nu meer de kans krijgen om door recombinatie hetzij hun gastheerbereik te vergroten, hetzij hun virulentie te vergroten.

Wij maken bezwaar tegen het ontbreken van een risico-beoordeling van dit onderdeel van de insertie.

Zevende opmerking.

In de ontwerpbeschikking is de beoordeling van de toxicologie van het herbicide, waarvoor de resistentie is ingebouwd, overgeheveld naar het CTB. Voor een GMO-toelating zouden ze niet relevant zijn.

Nu is het zo, inderdaad, dat de CTB een vinger in de pap heeft. Onlangs verbood zij zelfs het gebruik van glufosinaat-ammonium op een GMO (mais) welke hiervoor resistentie bezat.

Wat zal Van der Have hebben aan een suikerbiet met glufosinaat-resistentie die ditzelfde lot ten deel valt? Om het herbicide gebruik buiten beschouwing is struisvogelpolitiek of gemakzucht.

De Scientific Committee on Plants beoordeelt GMO’s ook inclusief het gebruik van herbiciden op de plant; zie hiervoor haar Guideline:

Guidance Document To Facilitate Notifiers In The Preparation Of Plant GMO Dossiers For Consideration By The Scientific Committee On Plants SCP/GMO/103-Final http://www.biotechknowledge.com/showlib.php3?1007

KERNPUNT daarbij is, dat de GMO een herbicide anders kan metaboliseren als een niet-gemodificeerde plant, en dat er andere residuen te verwachten zijn.

Het advies van SCP om een GGO toe te laten is dus MET INBEGRIP van het herbicide gebruik. (Dat herbicidegebruik kan ieder herbicide zijn, niet alleen speciaal het herbicide waarvoor resistentie is ingebouwd).

In geval van onze suikerbiet zal de resistentie er toe leiden, dat:

  • A. Er in het gehele groeiseizoen tegen onkruid kan worden gespoten, en de plant VOORTDUREND METABOLIETEN kan opstapelen, en niet alleen slechts op het einde van het groeiseizoen (om het SUIKERGEHALTE in de biet te verhogen – zie patent);
  • B. Er een nieuwe metaboliet (het geacetyleerde GLA) ontstaat, waaruit het GLA bij VERTERING weer VRIJKOMT.

Zowel A als B leiden ertoe, dat de toxicologie van GLA ook bij de beoordeling van het GMO zelf in het geding is, en dit niet alleen een zaak is van het CTB betr. het bestrijdingsmiddel.

Wij maken bezwaar tegen het ontwikkelen van een GMO met GLA resistentie, waarbij niet uitvoerig is ingegaan op de risico’s van GLA-toepassing.

Tenslotte geven wij hierbij een aantal punten, waarvan wij vinden, dat GLA en GLA-RESISTENTIE KWALIJKE ZAKEN zijn, welke ten onrechte als heel onschuldig worden voorgesteld.

1. Het zou niet teratogeen zijn volgens Hoechst:

E. Ebert et at.: Summery of safety Evaluation toxicity studies of Glufosinate ammonium. 1989/1990.

Afwijkingen gevonden bij het nageslacht van konijnen werden door Hoechst onder de tafel geveegd als zijnde een gevolg van de “maternal toxicity”!!

De toxiciteit op het moederdier zou haar verhinderen gezond nageslacht te krijgen! Wij vinden dit een vies spelletje met woorden.

Wij leggen daarnaast de onderzoekgegevens van Tomoko Fujii et at. 1996
“Alterations in the Response to Kainic Acid in Rats Exposed to Glufosinate Ammonium, a Herbicide, during Infantile Period” Studie gesponsored door het Japanse Ministry of Education, Science, Sports and Culture. Exposure to GLA, even in low doses (1 mg/kg) during Infantile Period in the rat, induces alterations in the kainic receptor in the brain.

T. Watanabe. 1996
“Apoptose induced by GLA in the neuroepithelium of developing mouse embryos in culture. Geprogrammeerde celdood door afscheiding van stoffen, welke de cel inwendig vernietigen; deze zelfmoord wordt gereguleerd door een zelfmoordgen, dat kennelijk door GLA wordt aangeklikt.

T. Watanabe et al. 1997.
“Developmental and Dysmorphogenic Effects of GLA in mouse Embryos in culture”. Misvormingen.

2. Het zou niet sensibiliserend zijn.

Het tegendeel van “Non-sensitizing properties”van GLA heb ik (Eijsten) aan den lijve ondervonden. Hierover heb ik reeds eerder melding gedaan. In 1992 werd ik gesensibiliseerd (iemand van de plantsoenendienst ging door met het bespuiten van grasranden in een park met Finale SL 14, terwijl ik daar op een bank zat te lezen – met mijn hond. Ogenschijnlijk niets aan de hand. Het jaar daarop echter liep ik met hond langs grasranden, die kort tevoren bespoten waren met dit herbicide en prompt 7 uren later zaten mijn benen vol eczeem. Volgende dag liep ik dezelfde route, maar nu met mouwloze blouse, en prompt waren ook mijn armen en gezicht vol eczeem. (Ook mijn hond had rode vlekken op zijn buik).

Hierover heb ik reeds vele malen verslag gedaan. Het ernstige is echter, dat men probeert deze feiten onder tafel te schuiven, b.v. met het argument van voedselallergie. (Brief van VWS, Hr. Top/ Mevr. Terpstra van 10 juni 1996).Een zeer wetenschappelijke mededeling. Op de ingestuurde foto was duidelijk te zien dat het eczeem voorkwam op onbeschermde lichaamsdelen! Ook was er op de rug van mijn handen geen eczeem -logischerwijze door handenwassen na het contact.

Onderzoek bij de dermatoloog bestond uit testen met patches met vasaline waarin het herbicide was aangebracht. Dus een hydrofiele stof werd getest met een hydrofobe stof. Logisch dat er geen effect na de test te zien was. Tot driemaal toe heeft de dermatoloog op dezelfde wijze getest, ondanks mijn verzoek te testen met een hydrofiele stof, b.v. Lanoline of puur op de huid.

Zijn argument was:”Ik doe het altijd zo”, hiermede zijn incompetentie uitende. Voordien had hij mij meegedeeld, dat hij dit herbicide niet kende, en mij verzocht dit herbicide mee te brengen. Dit was vreemd, daar Finale al zo’n 20 jaar gebruikt werd. Dat was ook de reden, dat ik diverse literatuur verzamelde over Finale en een Amerikaans boek liet zien waarin methoden stonden vermeld om sensibilisatie aan te tonen.

In de EU LEGISLATION worden vele methoden voorgeschreven om sensibilisatie aan te tonen. Ik vraag mij steeds af, wat de reden was dat hij geen andere test wilde doen. Ik vind dit allemaal zeer laakbaar.

Als dermatologen in Nederland allen zo handelen als “mijn dermatoloog”, dan worden er nooit gevallen van eczeem tengevolge van GLA aangetoond!

Wat is de reden om de juiste tests niet te doen?

Wij zijn de mening toegedaan, dat alles geprobeerd wordt om de schadelijke werking van GLA te verdoezelen. In het jaarverslag van Consument en Biotechnologie 1996/1997 werd vermeld, dat het rapport van Fujji uit 1996 aangaf dat hersenbeschadiging werd aangetoond met grote doses. Terwijl ik notabene op verzoek van C & B het bewuste rapport van Fujii uit 1996 aan hen had gestuurd. Dit rapport ging er juist om, dat met zéér kleine doses werd gewerkt (1 mg/kg). Op mijn klacht beloofde men mij een en ander te zullen corrigeren. Onlangs deelde men mij mede., dat er niets zal worden gecorrigeerd. Zonder motief waarom. Deze verdraaiing van de waarheid is een voorbeeld van foutief lobbyen.

Wij vinden het noodzakelijk het vorenstaande over sensibilisatie nogmaals mee te delen, in het kader van de gevaren die er bestaan bij spuiten van herbiciden en door de drift bij het telen van-kleinschalig of grootschalig-herbicide-resistente gewassen. Wet van Murphy.

Met de meeste hoogachting,

J. van der Meulen, L. Eijsten.

P.S.: wij zijn altijd bereid aangehaalde literatuur op Uw verzoek op te zenden.


Objection to a draft decision on herbicide resistance by J. van der Meulen, L. Eijsten FRAGMENT

GLA and glyphosate.

In 1987, the following article was published: Thomson, C. J. et al., ‘Characterisation of the herbicide-resistance gene bar from S.hygroscopicus’, EMBO Journal Vol. 6 No 9, pages 2519-23. It described how phosphinothricin-acetyltransferase also has glutamic acid as a substrate, by mixing the two substances and demonstrating the reaction product. Hoechst contested this in a report (93-01) by Dr Arno Schulz: ‘L-phosphinothricin N acetyltransferase biochemical characterisation’. Glufosinate had been exposed, TOGETHER with a seriously excessive amount of glutamic acid (and other amino acids) to the effects of the acetyltransferase. Schulz had been unable to demonstrate ANY reaction product with glutamic acid and thus concluded that glutamic acid was not a substrate.

THIS IS INCORRECT AND HIGHLY MISLEADING because • in situations in which the acetyltransferase (present in the modified plant) could have a toxic effect, as in our gastrointestinal tract, large quantities of glufosinate are not simultaneously present (see Thomson). Unbelievable! • it is only logical that, under Schulz’s test conditions, the acetyltransferase would acetylate the glufosinate using not only the added acetyl source but also acetylated glutamine acid as an acetyl source (because the transferase has a higher affinity for glufosinate). In a MIXTURE a reaction product will be produced only with the substrate for which it has the highest affinity.

A VERY MISLEADING REPORT. We object to the development of a GMO containing this gene product.

1. According to Hoechst, it is not teratogenic. E. Ebert et al.: ‘Summary of safety evaluation toxicity studies of glufosinate ammonium’, 1989/1990. Defects found in rabbit progeny were brushed under the carpet by Hoechst, which claimed that they were the result of ‘maternal toxicity’!! The toxic effect on the mother was claimed to prevent her giving birth to healthy progeny.

We believe they are playing fast and loose with the words they use. We would put forward instead the research data of Tomoko Fujii et al., from 1996: ‘Alterations in the Response to Kainic Acid in Rats Exposed to Glufosinate Ammonium, a Herbicide, during Infantile Period’, a study sponsored by the Japanese Ministry of Education, Science, Sports and Culture. ‘Exposure to GLA, even in low doses (1 mg/kg) during Infantile Period in the rat, induces alterations in the kainic receptor in the brain’. T. Watanabe, 1996: ‘Apoptose induced by GLA in the neuroepithelium of developing mouse embryos in culture’. Programmed cell death as a result of the secretion of substances which destroy the cell from within; this ‘suicide’ is regulated by a suicide gene which appears to be activated by GLA. T. Watanabe et al., 1997: ‘Developmental and dysmorphogenic effects of GLA in mouse embryos in culture’.

Deformities.

2. It is not considered to be sensitising.

Ms L. Eijsten discovered for herself the exact opposite of GLA’s ‘non-sensitising properties’, something she has reported previously. In 1992, she – and her dog – became sensitised: a parks department employee carried on spraying the edges of the grass in a park, where she was sitting reading on a bench, with Finale SL 14. Nothing apparently amiss.

However, a year later she was walking her dog by grass which had shortly before been sprayed with the same herbicide and promptly, seven hours later, her legs were covered in eczema. She walked the same route the next day, this time in a sleeveless blouse, and within no time her arms and face were also covered in eczema (the dog too had red patches on its stomach).

She has reported on this many times already. The serious thing is, however, that every attempt is made to brush these facts under the carpet, arguing that her symptoms were caused by a food allergy (letter of 10 June 1996 from Mr Top / Ms Terpstra at the Netherlands Ministry of Health, Welfare and Sport (VWS); a very scientific communication.

The photograph sent showed clearly that the eczema was on unprotected parts of Ms Eijsten’s body. And there was no eczema on the back of her hands – logically, because she had washed her hands after the contact. A dermatologist carried out tests involving patches with Vaseline to which the herbicide had been added.

This meant that a hydrophilic substances was being tested using a hydrophobic substance. It was logical that no effect should be visible after the test. The dermatologist carried out tests in the same way three times, despite Ms Eijsten’s request that a hydrophilic substances, such as lanolin, be used, or that the herbicide be tested on her skin by itself.

His argument was that he always worked that way, thus making his incompetence clear. He had previously told her that he did not know the herbicide in question and had asked her to bring some with her. That was strange, because Finale had already been in use for some 20 years.

This was also why she collected various articles about Finale and showed the dermatologist an American book describing methods for demonstrating sensitisation. EU LEGISLATION prescribes many methods for demonstrating sensitisation. Ms Eijsten constantly wondered why the dermatologist did not want to carry out any different tests. She found this all very improper. If all dermatologists in the Netherlands took the same approach as ‘her dermatologist’, no cases of eczema resulting from GLA would ever be found!

Why should the correct tests not be done? We believe that everything possible is being done to cover up the harmful effects of GLA. The annual report of the organisation Consument en Biotechnologie for 1996/1997 reported that Fujii’s 1996 report stated that high doses had been found to cause brain damage.

And it should be noted that it was Ms Eijsten who sent the report in question to Consument en Biotechnologie, at their request. The report concerned precisely the fact that the work had been done using very small doses (1 mg/kg). When she complained, they promised to correct the errors.

Recently she was informed that no correction is to be made. No reason was given. This twisting of the truth is an example of false lobbying. We believe that the above information on sensitisation has to be communicated once again, against the background of the dangers which arise when herbicides are sprayed and as a result of drift when herbicideresistant crops are cultivated, be it on a large or a small scale. Murphy’s law.

Extract from: Objection to a draft decision on herbicide resistance by J. van der Meulen, L. Eijsten


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.


 

Ierse aardappel misoogst in de 19e eeuw

== Aantekening ==

De Ierse aardappel misoogst in de 19e eeuw

Uit het Archief TSS, Datum: 17-01-1999

== Auteur(s) ==
* Eijsten, Lily
* Meulen van der, J (Han)

== Volledige tekst ==

DE IERSE AARDAPPEL MISOOGST in de 19e eeuw

=== Situatie ===
Het gehele Ierse landbouwareaal was ”’bezit”’ van de Engelse adel, welke dit nooit bezochten maar lieten beheren door ”’rentmeesters”’.

Deze rentmeesters lieten dit areaal bebouwen met ”’tarwe”’ door een soort slavenbevolking – de Ieren. Deze slaven mochten van de tarweoogst ”’niets”’ zelf houden, maar mochten op een klein percentage van de grond voor eigen gebruik een soort volkstuintje hebben. Op dit “volkstuintje” kweekten deze slaven aardappels: voor ontbijt, middagmaal, en avondeten.

Aardappels hebben qua voeding een uitzonderlijk hoge opbrengst; bij tarwe zit de meeste voeding in het stro en maar weinig in de korrel; en je oogst maar lx per jaar.
De aardappeloogst kan gevolgd worden door een tweede oogst van wintergroenten, zoals kool (spruitjes enz.) op het volkstuintje.

Toen de aardappeloogst door een toentertijd geheel nieuwe onbekende pest, waarmee absoluut geen ervaring was, mislukte, pleegden de rentmeesters genocide, door de Ierse “slaven”
(de slavernij bestond nog!!!) de tarwe te ontzeggen: die werd gewoon als altijd naar Engeland verscheept. Ze lieten de Ieren verrekken. Geld om iets te kopen hadden de hongerlijders niet.

Het Engelse volk treft een eeuwigdurende blaam voor deze genocide en draagt nu de eeuwigdurende haat van de Ieren voor deze genocide: van 1 miljoen Ieren, vergelijkbaar met de holocaust (6 miljoen) van Hitler.

=== Achteraf ===
”’Achteraf”’ weten we dat de toentertijd volkomen onbekende pest te vermijden zou zijn geweest door
* Niet steeds op hetzelfde stukje land de aardappels te kweken, maar slechts lx per 6 jaar met welgekozen verschillende tussenoogsten – niet bijv, 5 jaar tarwe;
* Als pootaardappel met bijzondere zorg gekweekte pootaardappels te gebruiken;
* Bestrijdingsmiddelen zijn niet echt effectief, maar ”’marginale lapmiddelen”’,(en zeer duur);
* Het zoeken naar Phytophtora-resistente aardappelvariëteiten met traditionele veredelingsmethoden is zonder echt resultaat gebleven;
* Het maken van Phytophtora-resistente aardappels met genetische modificatie is tot op heden niet geslaagd. Het draagt bovendien het risico van het optreden van een volkomen onverwachte nieuwe misoogst door het ontstaan van een nieuw recombinant virus.

=== Leerzaam ===

”’Leerzaam”’
* Het belang van keuzevrijheid en keuze-mogelijkheden.
* Het gevaar van onverantwoord handelen om geldelijk gewin door multinationals met gemengde aanvoeren van WEL en NIET gemodificeerd produkt en Terminator Seed en Amikacine resistentie verkoop.
* De dwaasheid om de :Ierse hóngersnood als argument voor moderne wijsheid te gebruiken.

Wij zijn heden nog even kwetsbaar als de Ieren toen!


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.

Comentaar op visie LTO-Nederland op het gebruik van biotechnologie in de agrarische sector en de voedingsindustrie

== Artikel ==

Comentaar op visie LTO-Nederland op het gebruik van biotechnologie in de agrarische sector en de voedingsindustrie. 01-12-1998

== Auteur(s) ==
* Eijsten, Lily
* Meulen van der, J (Han)

== Volledige tekst ==

Commentaar op visie LTO Nederland op het gebruik van biotechnologie in de agrarische sector en de voedingsindustrie.
——
Algemeen: Het stuk kan onmogelijk uit de mond en het hart van een agrarier komen, maar verwoordt het standpunt van een industriëel, die overigens elke verantwoording en aansprakelijkheid voor de gevolgen bij de toepassing van zijn produkten van tevoren afwijst.

Het ademt een ontoelaatbare vooringenomenheid uit (b.v. blz.6: Voorlichtingsinstituut).
——-
Dat ”’moderne”’ biotechnologie een bijdrage zou kunnen leveren aan een milieu-vriendelijker land- en tuinbouw is gezwets, napraten van perceptie-managers welke deze Biotech promoten.

Het idee, dat moderne biotechnologie tot produktie-verhoging leidt is absurd.

De produktie is gerelateerd aan de benutting van de ingestraalde zonne-energie (50Watt per m2) en het benutten van arbeid en kapitaal-input.

Je kunt nooit meer dan de ingestraalde 50 Watt/m2 terugwinnen. Dit begrenst het mogelijke.

Met ”’moderne”’ biotechnologie kan door een andere inzet van kapitaal en arbeid misschien hooguit dezelfde opbrengst worden bereikt als bij traditionele teelt-waarbij men het onderste uit de kan heeft gehaald. Die andere inzet van kapitaal en arbeid levert misschien voor bepaalde instanties (multinationals) voordeel op, maar is geen produktie-verhoging. Dat laatste is gezwets.

Op het idee, dat produktie-toename mogelijk is door b.v. droogteresistentie in een gewas als rijst te manipuleren, zodat deze net als tarwe kan worden verbouwd op drogere grond is onzin. Je moet daar gewoon tarwe verbouwen!

We refereren hier aan de tarwe-importen als voedselhulp aan hongerend India. Aanvankelljk weigerden de rijst-eters tarwe te eten, maar nu bedruipt India – met tweemaal zoveel inwoners – zichzelf door grootschalig tarwe te verbouwen.

Bij herbicide-resistentie wordt voorbijgegaan aan het feit, dat deze resistentie een poort is voor het insluizen van herbicide-residuen in de voedselketen en dus
VOLSTREKT ONACCEPTABEL is, wegens aantasting van het zenuwstelsel door glufosinaat (o.a. misvormingen) en aantasting van de voortplanting door vermindering van de spermakwaliteit door glyfosaat.


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.

Contact Burger – Overheid

Contact Burger – Overheid

== Auteur(s) ==
* Eijsten, Lily
* Meulen van der, J (Han)

== Volledige tekst ==
Amsterdam, 30-11-98

Contact Burger – Overheid

”’Voorbeeld”’: Bij de introductie van Genetisch Gemodificeerde Organismen hebben we te maken met Europese Regelgeving, welke op nationaal niveau moet worden vertaald in wetten. besluiten, verordeningen, enz.

Hierbij blijkt dat:
* 1. Diverse landen deze EU-reels ieder voor zich anders gaan uitleggen (Schomberg);
* 2. Er lacunes zijn:
** – De introductie via veevoeder of voedertoevoeging is niet geregeld.

Op Nederlands niveau bestaat er een Besluit GGO welke de uitvoering “regelt”. Onder welk ministerie dit nu valt, is niet direkt evident. Daarom bestaat er een ”’bureau”’ GGO, nu ressorterend onder het ministerie VROM: Veiligheid, (gevaarlijke stoffen), Ruimtelijke Ordening en Milieu.

Aspecten betreffende de menselijke gezondheid zouden in de richting Ministerie-Staatssecretaris Volksgezondheid wijzen.
Temeer, daar vergunningen volgens Besluit GGO alleen afgewezen kunnen worden op ”’gezondheidsgronden”’.
Bij VROM zitten gevaarlijke stoffen. Het gevolg is dat VROM beslissingen neemt “in overeenstemming met de minister van landbouw, maar niet in overeenstemming met Gezondheid.
Gevaren worden uitgebreid uitgevlooid op Landbouwtechnische merites, geen gezondheid.

Het adviesorgaan COGEM (Commissie Genetische Modificatie) vergadert uitgebreid over de technische merites van de genetische modificatie.
Maar expertise op het gebied gezondheid ontbreekt. De COGEM beoordeelt expliciet geen gezondheidsaspecten. Kwesties als het veranderend gebruik van bestrijdingsmiddelen bij GGO’s (b.v. een herbicide-tolerant gewas) worden doorgeschoven naar de CTB (Commissie Toelating Bestrijdingsmiddelen).

Als burger, wanneer je protesteert tegen de vervuiling van de voedselketen met GGO’s en produkten met/van GGO’s wordt je van van het kastje naar de muur gestuurd, en niemand reageert serieus op je bezorgdheid. Ieder speelt de ander de Zwarte Piet toe.

”’Ander voorbeeld”’: Organisaties, welke lobbyen voor de acceptatie en introduktie van GGO’s proberen producenten van GGO’s (Monsanto, Novartis, DeKalb, etc.) ertoe te brengen bij het Ministerie van Landbouw een Vrijwillige VeeVoer Veiligheids Toets te vragen.

De Minister verklaart dan het gebruik als veevoer “Veilig” na consultatie met het RIKILT.
Er worden dan berichten verstuurd dat product zus en zo veilig is.

Nu zijn er enkele vragen.
* Vanuit welke bestuurlijke bevoegdheid (besluit, verordening etc.) kan de minister “Veilig” verklaren?
* Wat betekent “veilig” precies, wat houdt dat in, welk protocol is gevolgd?
* Waar wordt dit gepubliceerd? Staatsblad? – Stukken met handtekening, data van ingang, waar zijn die?
* Wij vragen informaties bij Ministerie van Landbouw, Produktschap Diervoeder, de lobbyer Produktschap Oliën en Vetten, enz. maar Of men wist van niets Of men verwees naar een andere afdeling, zodat we uiteindelijk weer terugverwezen werden.

Wij vinden dit volstrekt ongeoorloofd, ringeloren van het publiek.
Voor ons bestaat deze Vrijwillige Veevoeder Veiligheids toets NIET, en wordt er “misleid”. Het is een spooktoets.

L. Eijsten en J. van der Meulen.
== Zie ook ==


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.

Gentech en Gentechvrije zone

== Titel ==
Gentech en Gentech-vrij zone

== Soort ==

Aantekening/losse notitie, 1998-11-20, uit het archief TSS

== Auteur(s) ==
*Eijsten, Lily
*Meulen van der, J (Han)

== Volledige tekst ==

GEN-TECH en GEN TECH-VRIJ ZONE

* Teelt, welke nieuw is grijpt in in een bestaande situatie, en kan voor biologische boeren hinderlijk zijn.

DUS: HINDERWET in stelling brengen. Vergunning afgeven volgens Hinderwet.
** De vergunning moet geld kosten.
** De vergunninghouder mag alleen GMO’s verbouwen op een stukje grond, dat door een brede zone van de omringende landerijen is gescheiden. Die zone moet de vergunninghouder gentech-vrij beheren.

* Gentech vrije-zone is tot nog toe een zwamverhaal; moet geconcretiseerd worden – zoals hierboven genoemd.

* Gentech-vrije ketens
Naast de analyseerbaarheid, waarachter men zich ten onrechte wil verschuilen, moet er ruimte zijn voor certificering zonder analyse, maar door een monitoring-systeem.
Op het etiket moeten batch-nummers worden vermeld, met bijbehorend certificaatnummer.
Foute aangifte vervolgbaar als VALSHEID in GESCHRIFTE.
Etikettering moet afgekocht kunnen worden door een accijnstarief op het NIEUW INGEBRACHTE PRODUKT.


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.

 

Antibioticum resistentie, aantekening bij

== Aantekening ==

Aantekening bij antibioticum resistentie

== Auteur(s) ==

* Eijsten, Lily
* Meulen van der, J (Han)

== Aantekening bij Antibioticum resistentie (volledige tekst) ==

Als er in een plant (een GGO) een antibioticum-resistentie-gen is ingebracht, dan maakt die plant (in het geval dat dat gen in die plant tot expressie komt) een GEN-PRODUCT, dat in de orde-grootte van procenten van het gewicht van de plant kan voorkomen. (Het gen zelf weegt bijna niks).

Dit gen-product NEUTRALISEERT een groot aantal antibiotica.

Het toevoegen van antibiotica aan voer om snellere groei te bereiken wordt dan zinloos als dit gen-product wordt vervoederd. Ook de dierenarts staat machteloos wanneer dit gen-product reeds in het voer zit. Met lulkoek, als zou het gen-product door vertering onwerkzaam worden, moet je je niet ophouden.

Er worden in principe twee antibiotica-resistentiegenen gebruikt:

* A.  Kanamycine-resistentie.
Deze komt vrijwel altijd tot expressie. De antibiotica van het aminoglycoside-type, zoals kanamycine, neomycine, gentamycine, worden geneutraliseerd. In de veehouderij wordt jaarlijks 30.000 kg kanamycine gebruikt.

* B.  Ampicilline-resistentie.
Ampicilline-resistentie komt niet altijd tot expressie. Antibiotica, zoals gewone penicilline, welke betalactem-ring bezitten, worden geïnactiveerd (=geneutraliseerd).
De veearts staat bij ziekte nu niet geheel machteloos. Hij kan het medicijn van zijn keuze (penicilline) toch toedienen, maar dan tesamen met een INACTIVAT0R van de resistentie, een betalactamase-inhibitor.

Maar dit is toch wel een lachwekkende situatie.

Duidelijk: Het is absurd om antibioticum-resistentie in het veevoer toe te laten.

Het gebruik van antibiotica in veevoer leidt ertoe, dat er in het milieu steeds minder antibiotica-gevoelige bacteriën voorkomen. De kans dat je bij een besmetting te maken krijgt met een voor antibiotica-ONgevoelige bacterie wordt steeds groter. En de kans dat je een besmetting kunt genezen met een antibioticum wordt steeds kleiner.

* P.S. De Zweedse wet verbiedt het toevoegen van antibiotica aan het voer!
* P.S. Alle stammen van de tuberkel-bacil zijn ongevoelig voor alle antiblotica!

L.Eijsten en J. van der Meulen

== Zie ook ==


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.

Gentherapie-proef kan onveilig zijn.

De voorgenomen uitbreiding van een proef in Nederland met gen-therapie bij kankerpatiënten gaat voorlopig niet door. Het ministerie van VROM is niet van plan de daarvoor benodigde vergunning af te geven.

Een door de aanvrager Schering-Plough uitgevoerde dierproef met vijftien varkens, om na te gaan of dit bij de hogere dosering al dan niet het geval is, vindt de COGEM , `te mager’ om te besluiten dat de hogere dosering veilig genoeg is voor mens en milieu.

Bron: Volkskrant, 4-7-1998: Gentherapie-proef kan onveilig zijn.


(Krantenknipsel uit het Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.)

 

 

Maisglutenvoermeel – onveiligheid

== Omschrijving ==

Brief aan Hoofdinspectie Gezondheidsbescherming, Keuringsdienst van Waren, over de onveiligheid van maisglutenvoermeel
1998-07-10

== Auteur(s) ==

  • Eijsten, Lily

== Volledige tekst ==

Hoofdinspectie Gezondheidsbescherming, Keuringsdienst van waren.

Postbus 5840, 2280 EEV RIJSWIJK, t.a.v. de Heer Dr ir P.C. Bragt.

Mijne Heren,

Betreft Maisglutenvoermeel.

Op mijn brief van 18 januari jl. handelende over de onveiligheid van het betreffende maisglutenvoermeel antwoordde U op 18 februari jl.

Wij zijn nu bijna 4 maanden verder, maar ik heb van niemand nog enige ter zake doende reactie ontvangen.

Dat de uitgangsprodukten, van dat maisglutenvoermeel intussen werden toegelaten doet niets af aan de schadelijke aspekten daarvan op de volksgezondheid. Het Rikilt
(Dr Kuiper) en de Scientific Committee on Plants (Dr Kuiper) in hun rapportage ten spijt.

Volgens telefonische mededeling aan mij van Dr Kuiper werd niet gelet op de gezondheidseffekten van de residuen, ondanks zijn specialisme. Dit zou het terrein zijn van het CTB.

Desniettemin was de rapportage van het Rikilt aan het ministerie voldoende voor Minister van Aartsen te laten verklaren aan het NZO dat het glutenvoermeel “veilig” – was – met alle gevolgen van dien. Deze verklaring vond zijn weg in een groot netwerk.

Ik stuurde U op 24 januari jl. een 7-tal steekhoudende documenten inzake residuen en metabolieten.

In Uw brief liet U uitkomen, dat ik “vragen” stelde. Dat is helemaal niet zo. Ik deelde relevante ”’feiten”’ mede. De vragen, die ik wel stelde waren:
# Welke instanties hebben de maisgluten in Nederland onafhankelijk getest?
# Wie wil er nu ook maar enige risico lopen voor zijn gezondheid ten faveure van de chemische industrie?

De vraag, die ik nu stel is, dat er alle reden is te twijfelen aan de veiligheid van de maisgluten (ik hoorde, dat in het voermeel restanten van katoenzaad zit – glyfosaatresiduen) met het oog op de residuen van herbiciden in de uitgangsprodukten in de voedselketen. Hoewel dit eigenlijk ook geen vraag is, maar een constatering.

Herhaaldelijk heb ik (en ik niet alleen) aangedrongen om een afschrift te ontvangen van het schriftstuk van het Rikilt, dat de minister aanleiding gaf te verklaren begin januari dat dat maisglutenvoermeel veilig is.

Uit het oogpunt van openbaarheid bestuur: niemand heeft iets hierover ontvangen. Ik ga haast aannemen, dat er ook geen gedegen onderzoeksrapport bestaat sinds januari jl. En dat men ons dus aan het lijntje houdt.

Het is ontzettend te moeten constateren. dat men in dit land wat betreft onze eigen volksgezondheid afgaat op hetgeen de leverancier ons belieft mee te delen. Vertrouwen is hier totaal misplaatst. Op school leerde ik dat reeds. De misleidingen zijn niet van de lucht. Ook niet de “stennis” en de blufpoker van b.v. Monsanto, die nu uiteindelijk heeft moeten-toegeven, dat

“last week’s deals are structured to -limit-Monsanto’s debt. Analysts speculate that the debt makes Monsanto a takeover target for DuPont” (2 weken geleden).

Uiteindelijk werd Monsanto overgenomen door American Home Products. Speelbal is de consument — en dat zijn we allemaal.

Nog even — die achteruitgang van de spermakwaliteit werd door Yousef. Alexandrië, die zich bij zijn proefnemingen strikt hield aan de EU—legislation, onderzocht.

Konijnen hebben geen last van nauwe broeken, alcoholgebruik en roken, waarmede sommige in de publiciteit tredende wetenschappers zo graag de NAR spelen, om de lachers op hun hand te krijgen!

In de Tweede Kamer werden vragen gesteld over dat maisglutenvoermeel. Op de antwoorden daarop gaven WIJ bijgaand commentaar.

In instanties, welke dergelijke antwoorden op kamervragen geven, kan de consument geen vertrouwen hebben.

Het springende punt is: verantwoordelijkheid voor de financiële gevolgen van de gezondheidsschade bij het gebruik van residuen. Wie? Producent van het uitgangsprodukt, de overheid, die steunt op zijn raadgevers, of de voorlichter?

Graag zou ik commentaar ontvangen.

 

Met vriendelijke groeten,
L.Eijsten


10 juni 1998

 

Hoofdinspectie Gezondheidsbescherming,
t.a.v. de Heer Bragt.

 

Geachte Heer Bragt,

 

Na het beëindigen van bijgesloten brief aan U dd. 9 dezer ontving ik een Material Safety Data Sheet van Solaris, betreffende Roundup Concentrate Brush Killer, Cas Registry nr. 38641-94-0.

Vooral in verband met de kwestie van verantwoordelijkheid is het interessant te zien, hoe Monsanto/Solaris zich bij voorbaat onttrekt aan hun verantwoordelijkheid met betrekking tot Roundup. Hieronder het betreffende stuk uit het hele pakket:

…”Use of this product is regulated by the US Environmental Protection Agency (EPA) through the approved label-copy. It is a violation of Federal law to use
this product in a matter inconsistent with its labeling.

Although the information and recommendations set forth herein (herinafter (“Informationl”) are presented in good faith and believed to be correct as to the completeness or accuracy thereof. Information is supplied upon the condition that the persons receiving same will make their own determinations as to its suitability for their purposes prior to use. In no event will Monsanto Company or The Solaris Group be responsible for damages of any nature whatsoever resulting from the use of or reliance upon Information. NO REPRESENTATIONS OR WARRANTIES, EITHER EXPRESS OR IMPLIED, OF MERCHANTABILITY FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE OR OF ANY OTHER NATURE ARE MADE WITH RESPECT FOR INFORMATION OR THE PRODUCT TO WHICH INFORMATION REFERS”.

 

Met vriendelijke groeten
L. Eijsten


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.

Literatuur aantekeningen, uit archief TSS, Eijsten

== Titel ==

Geen, aantekeningen mbt wetenschappelijke artikelen. Rond 1998

== Omschrijving ==

== Auteur(s) ==

* Eijsten, Lily

== Volledige tekst ==

=== W59 – Kirsten Schlüter – 1995 ===

The gradual, stepwise alteration of artificial, positive control conditions to idealized natural conditions, however, allowed the characterization of factors that affected gene transfer, and revealed a gradual decrease of the gene transferfrequency from 6.3 x 10<sup>-2</sup> under optimal control conditions to a calculated 2.0 x 10<sup>-17</sup> under idealized natural conditions.

It is possible that this is the first and only case of HGT from a plant to a microorganism observed by a direct EXPERIMENTAL approach.

The influence of various parameters, such as marker gene concentration, amount to genomic DNA, and DNA structure on HGT can be analyzed. Most importantly, this approach allowed us to obtain a realistic extimate of the expected HGT frequently under field conditions.

Tot slot zegt ze:
These date as well as the calculations done at Calgene, which are vased solely on information present in literature, demonstrate that the likelihood of a HGT event occuring under non -selective conditions in the field is so low as to be essentially irrelevant to any realistic risk assessments invoicing transgenis plants.
(Zeno in de kantlijn)

=== W97a – Ciba Seeds ===

..these scientists said there is almost no chance of the ampicillin resistance being transferred to animals or humans, in part because the Stomach of any animal that eats the corn would destroy the gene’s nucleic …ds before it could be absorbed. The scientists contend that even if the gene survived, the chances of it being absorbed and expressed by bacteria in the stomach are insignificant because the gene and the target bacteria would not have the precise configurations necessary for such a process. Finally they argue that the transfer would not be dangerous even if it did take place.

Juist in deze destructieve omgeving kunnen bacteriën het losgeweekte gen oncorporeren. DOERFLER

HOFFMAN: In de maag gebeurt niets. Tast eiwit aan. DNA wordt pas in 12-vingerige darm afgebroken door een DNase uit de alvleesklier.

Lulkoek: want DNA overleeft de maag; eerst in de 12-vingerige darm in stukjes geknipt, niet verteerd.
dikke darm: bacterieculturen, neemt de stukjes op. Bacteriën worden competent, of vrij DNA.
*1. gen zelf is DNA – verteert niet in maag
*2. gen-product is eiwit, gaat in maag kapot.
*3. aryl phosphinothricine wordt in de darm gedeacetyleerd tot glufosinaat amm.-phos.thr.)
Als bacteriën onvoldoende voedsel opnemen worden ze competent. Dan kan je ze laten vermeerderen – worden ze incompetent. Oogsten, kunnen dan in die periode vreemde bacteriën opnemen of DNA of genen. Dan dus horizontale overdracht

FERMENTEREN IS GEVAARLIJK.

=== W130 – Robert Koch-Institut – 1996 ===

Die Expression des pat-GEN in den gentechnisch veränderten Pflanzen wird durch den Promotor un die Terminatorregion der 35S-RNA des Clauflower Mosaic Virus (CaMV) gesteuert. Das PAT-Protein wird in allen untersuchten Pflaanzenteilen gebildet. Nicht nachweisbar in den Pollen.

Bei den vorliegenden Zulassungen konnte jedoch nicht berücksichtigt werden, dass mit dem pat-Gen ausgestattete Rapspflanzen den Wirkstoff GLA zu dem Metaboliten N-Acetyl-L-Phosphinothricin umwandeln.

GLA besteht aus D,L-Phosphinothricin, vom dem nur L-Phosphinothricin herbizid wirkt.

Bei der Bewertung dieses neuen Metaboliten wurden die Angaben des Antragstellers beachtet, insbesondere,
* – Dass von N-Acetyl-L-Phosphinothricin eine wesentlich geringere Toxizität zu erwarten is, als von D,L-Phosphinothricin, dass N-Acetyl-L-Phosphinothricin in den GLA-toleranten Pflanzen nicht oder nur sehr langram abgebaut werden kann,
* – dass N-Acetyl-L-Phosphinothricin durch Mikroorganismen im Darm von Warmblütern wieder zu dem Herbizidwirkstoff L-Phosphinothricin zurückverwandelt werden kann.

Anwendung von GLA …. kann somit in Metaboliten resultieren, die in ihrer physiologischen Wirkung L-Phosphinothricin
entsprechen, aber zu höheren Rückstandsmengen führen könnten als bei der bisherigen Anwendung GLA-haltiger Herbizide im Rapsanbau.

Norm voor residu te hoog. Vastgesteld voordat Japanners op niveau v. huidige NOEL een maximum effect vonden.

Slot:

Einige der vom Anmelder eingereichten Informationen werden von der zuständigen Behörde als informativ, jedoch nicht relevant fUr ihre Entscheidung angesehen. Sie wurden akzeptiert und sind insofern Bestandteil der Anmeldung, jedoch wurde aus eine kritische Prüfung dieser Teile, die möglicherweise Korrekturen erforderlich gemacht hätte, VERZICHTET, Dies betrifft unter anderem die folgenden Anhäbge:

Anhang: 3C.Volkmar, etc.: Supplementaru ecologigal monitoring of a transgenic, [[Basta]]-resistant winter oilseed crop cultivated at Friemar… during the season 1994/95;

Ashang 12: R. Schneider…. Fate of introduced DNA in gut: Degradation of ph.acetyl transferas gene from transgenic rape HCN 92…in stomach fluids from pig, chicken, and cow.

=== W142 – W. Doerfler – 1994 ===

De onbewezen aanname, dat DNA verteerd wordt, wordt weerlegd.


Diese Resultate sind bisher in 50 unabhängig voneinander durchgeührten Fütterungsversuchen unter verschiedenen experimentellen Bedingunen …. reproduziert werden.


Wir folgern aus diesen Resultaten, dass selbst ungeschützte M13-DNA in erheblicher Menge das nukleolytische Potential des Gastrointestinaltraktes zu überstehen vermag, and dass wenige Prozent der app1izierten DNA in Form hoch-rekombinationsfähiger Fragmente von bis zu fiber 20 Prozent Lärnge des Phagen-Genoms, also durchaus von Gengrösse, im Kot der
gefütterten Tiere nachgewiesen werden können.

Het vervoederde kan zelfs in kleine fragmenten de bloedbaan van dieren binnendringen.

Eenmaal binnengedrongen, RECOMBINEERT het zelfs (omdat het fragmenten zijn!) en komen zo zelfs aantoonbaar tot expressie.

=== W143 – Watanabe – dec. 1996, 1997. ===

These observations demonstrate that Glufosinate specifically induced APOPTOSIS in het neuroepithelium of embryos.

APOPTOSIS = geprogrammeerde celdood.

Bij de door Hoechst opgegeven NOEL van 10 microgram per ml. (Watanabe-cijfer) werden bij muis embryos welke zich in vitro ontwikkelden in (ratte-)serum geconstateerd, dat de hersencellen uitgebreid apoptosis vertoonden.

Zelfmoord door afscheiding van stoffen, welke de cel inwendig vernietigen; deze zelfmoord wordt gereguleerd door een zelfmoord-gen, dat kennelijk door GFL, wordt aangeklikt.

=== W145 – T. Hoffmann – 1994 ===

EXPERIMENTEEL gevonden:

..Transfer events from higher transgenis plants via the soil to different soil microorganisms.

Dus horizontale overdracht van plant naar schimmel, van dood bodemmateriaal naar schimmel.

=== W146 – Dr Mae-Wan Ho -1996 ===

”’Genetische Modificatie”’ zal geen grotere opbrengst geven om de wereldbevolking te voeden. NIET VOOR DE CONSUMENT

zal de bestaande biodiversiteit waarvan we wezenlijk afhankelijk zijn i.v.m. het optreden van nieuwe plagen en ziekten ondergraven.
(Goede formuleringen om over te nemen).

Schitterende verhalen over horizontale gen-overdracht.

=== W148 – Hwather L. Davis – 1993 orig.===

DNA-based immunization etc.

Dit betekent, dat het vrij DNA ingespoten bij de mens ”’In het menselijke genoom wordt geïncorporeerd”’ en daarna zelfs tot expressie komt, getuige de anti-lichamen tegen het tot expressie gekomen eiwit.

=== W149 – Rainer Schubbert, etc. – 1994 original article ===

Parafrase van de titel.

Hoewel algemeen verondersteld wordt dat DNA snel, efficient en quantitatief wordt gedegradeerd, geïnactiveerd, verteerd tot eenvoudige laagmoleculaire verbindingen, zoals suikers, purine en piridine-basen en fosforzuur, blijkt dit beeld onjuist.

DNA kan alleen door een DNase uit de pancreas worden aangepakt en zelfs VRIJ (dwz. niet verpakt in de te verteren voedseldelen) DNA:
* passeert de darm deels in grote brokken tot 20% van de oorspronkelijke genoom-lengte;
* deze brokken kunnen ook in de bloedbaan worden gevonden.

”’Aangetoond”’ voor een bepaald DNA-stuk Phage M13 met behulp van moderne analyse- technieken.

Elders wordt aangetoond, dat zoogdiercellen competent zijn om deze brokken uit de bloedbaan op te nemen in het genoom (Horizontale gentransfer).
(een bespreking van de medische consequenties door Doerfler elders:)

In het verleden wist men natuurlijk dondersgoed, dat in muizekeutels en in mensenstront DNA zit, zelfs heel veel, maar ”Dit werd toegeschreven aan de inhoud van de levende bacteriën”, waaruit deze stront voor de helft bestaat! Nu kunnen we DNA-stukjes herkennen, we zijn bezig het menselijk genoom in kaart te brengen (100 miljard baseparen!) en nu kunnen we ook een stukje DNA dat via de mond naar binnen komt, in de keutel HERKENNEN. Vandaar dit toch wel baanbrekend artikel!

=== W150 – D. Heitmann.. – 1993 orig.onderzoek ===

Bewijst dat horizontale gentransfer van bacterie naar zoogdier ook zonder promotor mogelijk is!

Dus wijzelf staan ook bloot aan het verkrijgen van de resistentie-genen uit de bacteriën.

=== W151 – M.G. Lorenz en W.Wackernagel – 1994 (W359?) ===

Betekenis van dit rapport:
Hoewel “Natural Transformation” al 35 jaar bekend is werd vòòr Lorenz verondersteld dat één van de voorwaarden voor deze Naturel Transf. was, dat de recipiënt zowel als de donor “competent” waren, d.w.z. in een speciale bereidheidstoestand verkeerden om dit huzarenstukje te volvoeren. Wackernagel toont nu 3 dingen aan:
*1. In de natuur komt “naakt”, “vrij” DNA voor, ontstaan door lytische (verterings-, degeneratie-) processen;

*2. Naakt DNA verrot in de bodem niet, maar persisteert als het zich aan b.v. kleimineraal hecht;
*3. Een competente recipiënt is in staat om dit vrije DNA klei-kristallen af te grazen.

Een bacterie heeft dus in principe de beschikking over de TOTALE GENENPOOL van alle levende wezens (mensen, dynosauriers, mastodonten, maisplanten, alles).

Dus, door antibioticum-resistentie-genen bij planten uitgebreid toe te passen, ga je het milieu voor eeuwen vervuilen, met de mogelijkheid voor bacteriën om deze resistentie op te
pikken.

=== W132 – NAP – Kanamycine rapport – 191 ===

Hieronder volgt slechts een voorbeeld van “stapeling” Parafrase van redenering op blz xxx)

* het verwerven van nieuwe resistentie heeft alleen significante gevolgen als er seclectiedruk is;
* In Nederland wordt (handelsstatistiek) A kg [kanamycine] per jaar verkocht; de selectiedruk moet hier vandaan komen.
* Deze kanamycine komt uiteindelijk terecht in B kg mest van de veestapel; de gehele veestapel levert B kg.
* uitgereden op het land en verspreid over het totale grondoppervlak beschikbaar, daarvoor komt deze B kg terecht in de bovenste 5 cm grond;
* We kunnen dan berekenen dat de concentratie kanamycine in die grond C is;
* Een concentratie C heeft bij experimenten in lab nog juist geen geen meetbare invloed op een bepaalde soort niet-resistente organismen (nog net wel op een andere)
* DUS: het loopt wel los met het gevaar van extra verworven resistentie (Stelling).

Deze OPEENSTAPELING van feiten, premissen en gedachtespinsels IS ZWAK.

Er zijn namelijk stiekem, een paar valse premissen onuitgesproken binnengeslopen (net zoals bij de paradox van Zeno. De valse premisse bij Zeno was, dat de redenering zich in een oneindig continuum kon afspelen (het gebruik van “nooit”) maar de redenering is beperkt tot een eindige tijd en het moment van “inhalen” valt erbuiten).

* Dat het berekeningsresultaat voor totale exacte menging ongunstiger voor de stelling zou uitvallen als onvolkomen menging met hoge concentratie naast zeer lage.
* Dat de werkelijk relevante plaats van de selectiedruk de in cultuur gebrachte bovengrond van Nederland is -andere plaatsen zouden onbelangrijk zijn (b.v. darmen van dieren, opslag-plaatsen van gier);
* Dat de keuze van 5 cm bovengrond een ongunstiger resultaat oplevert dan andere keuzes, zoals bij 1 mm;
* Dat de keuze van 5 cm realistisch is.
* Dat de berekening voor de hele veestapel en het totaal uitgereden oppervlakte ongunstiger uitvalt als voor de betrokken veestapel en het daarbij behorende oppervlak.

In de tijd van Zeno wist men nog niet, dat het optellen van oneindig VEEL dingen soms toch maar een eindig resultaat heeft.
Men meende dat als je er maar bij blijft optellen xxxxx(redactie: volgende regel is weggevallen)

Dit rapport kan niet serieus worden genomen in zijn CONCLUSIES, omdat de conclusie een gevolg is van een opeenstapeling van argumenten, waarbij valse premissen binnen kunnen sluipen.

L. Eijsten.

== Zie ook ==


Archief TSS:  Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.