Bezwaren 2006

Stop gentech Mam wat eten we vandaag?

 

27 december 2006.

Bezwaren en bedenkingen tegen voornemen gentechproefvelden te weten;

 

Procedure IM
Dossiernummer IM 06-005, IM 06-006, IM 06-007.
Taakveld Landbouw
Rechtspersoon Pioneer Hi-Bred Northern Europe Sales Division
Titel Application for the deliberate release of genetically modified 59122x1507xNK603 maize

27 december 2006

Bedenking IM 06-005
Bedenking IM 06-006
Bedenking IM 06-007 

27 december 2006

Bedenking Vomigen

5 januari 2007

Persbericht en brief aan de Kamercommissie van LNV

16 juli 2008

Robert A. Verlinden: prejudiciële vragen aan de Raad van State, inzake DGM/SAS IM 06-006 (ggo-maïs, RvS nummer 200702758/1/M1. Onderwerp: Haaksbergen, Venray en Werkendam Veldproeven met genetisch gemodificeerde maïs .

 

Greenpeace en Robert Verlinden kregen gelijk van de Raad van State, hier is de uitspraak van 9 september 2009.

 

Gentech anjers met veranderde bloemkleur, zienswijze

Hoorzitting anjer den haag 2015 groepsfoto
Schilderij No GM Carnation
No GM Carnation (Miep Bos)

Bezwaar tegen gentech mini anjers.


Hoe ging het stemmen in de EU door Appeal Committee:

3. Draft Commission Implementing Decision as regards the placing on the market of a genetically modified carnation (Dianthus caryophyllus L., line SHD-27531-4)
SANTE/10338/2016 The draft Decision as regards the placing on the market of a genetically modified carnation (Dianthus caryophyllus L., line SHD-27531-4) was presented and submitted to the Committee for an opinion.

Vote taken: no opinion
 
Reasons for the negative vote or abstention:
 
− Political reasons − Negative public opinion − No agreed national position − Human-aided propagation cannot be excluded − Potential spread of pollen and cross-pollination cannot be excluded − Social utility of these GMOs is unclear − Ethical concerns − Plant-to-plant gene transfer cannot be excluded − Political reasons − Negative public opinion, political reasons − Assessment deemed not sufficient − Precautionary principle

The chair informed the members of the Committee that, in accordance with Regulation (EU)  No 182/2011, it is now for the Commission to decide on the two authorisations.  Bron.

Persbericht vanwege hoorzitting.

GM tros anjers hernieuwde markttoelating pleitnota hoorzitting 2015 aanwezigen
GM tros anjers hernieuwde markttoelating, pleitnota voorgelezen tijdens hoorzitting bij Ministerie van IenM in Den Haag, 2015. Aanwezigen o.a.: Toine Heijmans (journalist Volkskrant), Maria Lieve, Miep Bos. Niet op foto Wieteke van Dort, Lindeke Mast en Wil Braakman. Foto: Lindeke Mast.

Pleitnota.

24-11-2015. PLEITNOTA voorgelezen door Maria Lieve van Stichting Ekopark, Lelystad. Zij heeft de gehele pleitnota voor-
gelezen. Aanwezig waren verder: Mevr. L. Mast, Natuurwetmoeders, de heer W. Braakman, biologische bollenkweker,
Mevr. Wieteke van Dort, actrice en kunstenares, Mevr. M. Bos, kunstenares en woordvoerster van de Gentechvrije Burgers (ook namens MADGE incorporated Australia)
en de heer Toine Heijmans, Volkskrantjournalist. Lees hier zijn stuk over de hoorzitting. Van de kant van het ministerie waren aanwezig;
Mevr. M. Drossaers, de heer J. Geurts en Mevr. I. de Kort. Foto: Lindeke Mast.

Verslagje:

Er werd begonnen met het inschenken van koffie en thee. Daarna volgde een voorstelronde. Toen de heer Heijmans aan de beurt was, vertelde hij dat hij een Volkskrantjournalist is, waarop ambtenaar Mr. G. ongerust zei: “U gaat hier toch zeker geen stukje over schrijven?” Waarop de heer Heijmans zei dat dat wel de bedoeling was. Toen wendde men zich tot Miep Bos. “Dat heeft u ons niet medegedeeld!” “Welzeker wel, antwoordde ze, ik heb geschreven dat er iemand kwam met journalistieke belangstelling” . Waarop de journalist mocht blijven. De ambtenaren vonden de pleitnota te lang duren, of het korter kon. Mevrouw Lieve deed een poging maar zei daarna dat het sneller zou gaan als ze gewoon alles voor zou lezen dan een keuze uit de tekst te maken. Alles werd op een band opgenomen of we bezwaar hadden. Iedereen kon ook nog zijn of haar zegje doen. Natuurlijk ging het weer over  belanghebbendheid van de stichtingen. Ja en als die niet regelmatig lezingen hadden gehouden, waren die niet ontvankelijk. Waar hebben we dat meer gehoord? Bij de Raad van State, die nu even gekopieerd werd. Dit was allemaal belangrijker dan de vervuiling in het milieu die een gentech organisme kan veroorzaken. Waar liggen de prioriteiten in Nederland bij de overheid? We denken dat u dat wel kan raden!

5 oktober 2015: Antwoord Gentechvrije Burgers aan ministerie van IenM.

Hoorzitting gentech trosanjersoorten Den Haag 2015. Foto: Lindeke Mast.

16 augustus 2015: Ons bezwaar en de aanvulling daarop, nu online (NL).

Handtekeningenlijst Nederlands verlopen.

22-08-15: Press release and our objections online! (English).

Signature list English Print it out, sign it and sent it to the ministry (address is on the list). Or scan it and send your scanned lists to info(a)gentechvrij.nl An email of the Ministry tells me that the Postbox number 20906 no longer exists and must be Postbus 20901, please forward widely.! Real deadline is 25th of August 2015.

Names of the carnations: FLORIGENE ® MoonberryT and FLORIGENE ® MoonvelvetT . (photos).

The Dutch minister of Environment will give her consent to the placing on the EU market of 2 GM spray carnations of Florigene named Moonvelvet and Moonberry. GGO C/NL/09/01 and GGO C/NL/09/02. The European GMO-free Citizens wrote a petition which you can sign. The signature list need not to be full of signatures. One is also enough. You can print the list ( only REAL signatures are accepted by the ministry).

EU country Cyprus is right not to want those GM spray carnations on the EU market and in the environment! But still they are approved by the EU!

Sign and send your scanned signature list before the 20th of August. Please forward this news! Info over the GM carnations can be found via the database of the ministry: ( GGO C/NL/09/01 and GGO C/NL/09/02). For the latest GMO news you can follow me via Twitter @MiepBos


Kennisgeving Besluit genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer

Introductie in het milieu voor het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen.

Beschikking op de vergunningaanvragen van Florigene Ltd.

Op 9 juli 2015 zijn door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (hierna: IenM), vergunningen verleend, met kenmerk GGO C/NL/09/01 en GGO C/NL/09/02 , voor het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen krachtens artikel 23 van het Besluit genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer, geldend ten tijde van de ontvangst van de aanvraag (hierna: Besluit ggo) aan Florigene Ltd., gevestigd in Melbourne, in Australië.

De beschikkingen zijn op 20 juli 2015 aan Florigene Ltd. verzonden . Op 12 maart 2009 had Florigene Ltd. daartoe strekkende aanvragen ingediend. De genetisch gemodificeerde organismen die als product in de handel worden gebracht ten behoeve van import zijn snijbloemen van anjer ( Dianthus caryophyllus L.) met een gewijzigde bloemkleur, gemodificeerd met Agrobacterium tumefaciens stam AGL0, met behulp van de vector pCGP3366 respectievelijk pCGP2355, wat lijn 25958 (C/NL/09/01) en lijn 26407 (C/NL/09/02) heeft opgeleverd.

Procedure

Voor de behandeling van de aanvragen van Florigene Ltd. is de procedure doorlopen als beschreven in paragraaf 3.3 van het Besluit ggo en deel C van de Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 12 maart 2001 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu. Op 30 april 2015 zijn de positieve beschikkingen van de Europese Commissie met nr. 2015/692/EG en 2015/694/EG gepubliceerd in het publicatieblad van de Europese Unie (PB L 112). Deze beschikkingen zijn gericht aan de Minister van IenM om vergunning te verlenen aan Florigene Ltd. om Dianthus caryophyllus , lijn 25958 en 26407, in de handel te brengen.

Inzage beschikking

De beschikkingen en de overige relevante stukken liggen vanaf 21 juli 2015 op werkdagen ter inzage bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, RIVM/VSP/Bureau GGO, Antonie van Leeuwenhoeklaan 9, Postbus 1, 3720 BA Bilthoven. De stukken kunnen daar ingezien worden van maandag t/m vrijdag van 10:00 tot 16.00 uur na afspraak via telefoon of mail (tel. (030) 2742793, e-mail bggo@rivm.nl). De bezoeker dient zich met een geldig identiteitsbewijs te melden bij de receptie.

Deze kennisgeving, de beschikkingen en de bijbehorende stukken zijn ook beschikbaar op de internetpagina http://www.ggo-vergunningverlening.nl/ .

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen tegen deze besluiten binnen zes weken na de dag waarop deze bekend zijn gemaakt. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan

de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, ter attentie van Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, afdeling Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, postbus 20906, 2500 EX Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en tenminste te bevatten:

a. naam en adres van de indiener;

b. de dagtekening;

c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);

d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen;

e. zo mogelijk een afschrift van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt. Het niet voldoen aan deze eisen kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift.


23-07-15 Reactie op “Genetisch gemanipuleerde trosanjer eindelijk in de EU verkocht” uit de Volkskrant werd niet geplaatst.

Geachte Redactie,

Hoogleraar Mol denkt dat hij wel een gentech trosanjer kan gaan kopen, noteert Maarten Keulemans. (Volkskrant van 22 juli 2015). Maar dat kan voorlopig nog niet. “Belanghebbenden” (en wie zijn dat niet?) hebben nog 5,5 week de tijd om een bezwaarschrift te sturen vanwege de Beschikkingen van het ministerie van Infrastructuur en Milieu waarin staat, dat deze gentech trosanjers het groene licht krijgen.  En als Nederland, waar de aanvraag sinds 2009 loopt, dan toch toestemming geeft, zou de hoogleraar er goed aan doen, de uitgebloeide gentechanjers na gebruik in de Chemobox te deponeren. Ze zijn nl. geproduceerd met behulp van het bloemkoolmozaïekvirus.

Dr. Joseph Cummins, Professor Emeritus in de genetica aan de universiteit van West-Ontario waarschuwt o.a. voor het veelvuldig gebruikte bloemkoolmozaïekvirus, dit is in ieder geval een potentieel gevaarlijk gen. Het is een pararetrovirus hetgeen betekent dat het zich vermenigvuldigt door DNA te maken van RNA-boodschappen. Het lijkt heel veel op het hepatitis-B-virus en is verwant aan HIV.

Vriendelijke groet,

Miep Bos


Mae-Wan Ho1, Angela Ryan1 and Joe Cummins2 : CaMV 35S Promoter Fragmentation Hotspot Confirmed, and it is Active in Animals.

English text

Aanvulling op onze zienswijze bezwaar en open brief tegen kenmerk GGO IM-MV 16-011

Staatssecretaris van IenM, Mevr. S.A.M. Dijksma

T.a.v. RIVM/VSP/Bureau GGO

Postbus 1

3720 BA Bilthoven

Lelystad, 16 oktober 2017.

Geachte mevrouw Dijksma,

Aanvulling op onze zienswijze, bezwaar en open brief van 9 oktober jl. reeds in uw bezit, tegen de ontwerpbeschikking op de vergunningaanvraag van het Universitair Medisch Centrum Utrecht te Utrecht, voor introductie in het milieu van genetisch gemodificeerde organisme.

Vergunningsaanvraag

 Op 2 november 2016 heeft het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (hierna: IenM) van het Universitair Medisch Centrum Utrecht te Utrecht een vergunningaanvraag op grond van het Besluit genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer 2013 (hierna: Besluit ggo) ontvangen voor introductie in het milieu van genetisch gemodificeerde organismen. De aanvraag is geregistreerd met het kenmerk GGO IM-MV 16-011.

De aanvraag betreft een klinische studie in patiënten met tumoren waarbij T-cellen van de patiënten of van gezonde donoren ex vivo getransduceerd (genetisch gemodificeerd) worden met een retrovirale vector. Deze vector brengt een gamma-delta T cel receptor tot expressie. De getransduceerde T-cellen worden aan de patiënten gegeven met als doel het opwekken van een afweerreactie tegen diverse hematologische en vaste tumoren. De werkzaamheden zijn voorgenomen plaats te vinden in de gemeente Utrecht. Advertentie.

 We lezen:

“De aard van en de risico’s verbonden aan gentherapeutica lopen sterk uiteen. Sommige nieuwe methodieken en technologieën, waaronder het gebruik van replicerende virussen om tumoren te bestrijden, brengen risico’s met zich mee die om extra maatregelen vragen, terwijl andere typen gentherapie weinig tot geen risico vormen”.

 Bron: Commissie Genetische Modificatie (COGEM ), Gezondheidsraad, 2016. Trendanalyse biotechnologie 2016, Regelgeving ontregeld. COGEM ; Bilthoven. MEER.. http://www.cogem.net/index.cfm/nl/publicaties/publicatie/trendanalyse-biotechnologie-2016-regelgeving-ontregeld?q=trendanalyse&category=&from=30-09-1998&to=15-10-2017&order=relevance

 Gerelateerd, fragment van de COGEM:

“Het volgende project staat open voor inschrijving:

1) Titel: Risicobeoordeling gg-T-cellen In de afgelopen jaren zijn er in (vooralsnog kleine klinische studies) hoopvolle resultaten geboekt met genetisch gemodificeerde (gg-)T-cellen om verschillende vormen van kanker te bestrijden. De gg-T-cellen worden aan patiënten gegeven met als doel om een effectieve afweerreactie tegen tumoren te genereren. Voor verschillende typen tumoren is aangetoond dat deze benadering kan werken en het aantal wereldwijd uitgevoerde klinische proeven met gg-T-cellen neemt dan ook toe. Bij het gebruik van lichaamsvreemde donor T-cellen, – bijvoorbeeld omdat de patiënt zelf niet voldoende T-cellen aanmaakt, – kan het noodzakelijk zijn om de T-cellen ook dusdanig genetisch te modificeren dat ze niet als lichaamsvreemd herkend en vernietigd worden. Een andere modificatie die aangebracht kan worden in het geval van o.a. leukemiepatiënten, is er op gericht dat de T-cellen niet herkend en vernietigd worden door antilichamen die als onderdeel van de behandeling aan patiënten worden toegediend. Aangezien het hier gentherapie betreft, d.w.z. toepassing van genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s) bij mensen, vallen deze klinische studies onder de ggo-regelgeving en moet een (milieu)risicoanalyse worden uitgevoerd. Hoewel de behandeling voor de betrokken patiënten risico’s met zich mee kan brengen (geen onderdeel van de ggo-milieurisicobeoordeling), lijken de risico’s voor derden (cq het milieu) beperkt tot afwezig.” knip 

“Doel van het project: de COGEM wil 1) inzicht verkrijgen in eventuele risico’s voor ongeboren kinderen tijdens de zwangerschap, en pasgeboren kinderen bij het geven van borstvoeding door patiënten die eerder behandeld zijn met gg-T-cellen. Dit is van belang voor de risicobeoordeling bij klinische gentherapiestudies met T-cellen en het voorschrijven van eventuele maatregelen. Daarnaast geven de resultaten de betroffen patiënten ook inzicht in de aan- of afwezigheid van risico’s voor hun kinderen. En 2) inzicht verkrijgen in de risico’s verbonden aan bloed- en orgaandonaties door personen die eerder behandeld zijn met gg-T-cellen en de eventuele tijdstermijnen verbonden aan het opleggen van maatregelen. MEER. http://www.cogem.net/index.cfm/nl/nieuws/item/4e-onderzoekscall-2017

Onze vraag is:

Hoe kunt u deze proef goedkeuren als er zo veel risico´s kunnen zijn? De CCMO (De mogelijke risico’s, eventuele voordelen voor de patiënten en andere medisch ethische aspecten verbonden aan klinische studies worden beoordeeld door de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO). moet deze risico´s toch ook opgemerkt hebben en toch geven de COGEM en de CCMO het groene licht. Onvoorstelbaar!

Opvallend:

In de vakliteratuur gaan niet minder dan 32.755 artikelen rond die zijn gebaseerd op verkeerde cellen, schrijven de Nijmeegse onderzoekers Serge Horbach en Willem Halffman in vakblad Plos One. Bron: Maarten Keulemans, Volkskrant van 13 oktober 2017. http://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0186281

Tot slot nog een opmerking. We weten dat Hek runderen bestaan, maar er bestaan dus ook HEK embryo´s. Die worden bij deze gentechproef gebruikt. De HEK293T cellijn komt van de nieren van een gezonde foetus. Dit vinden wij als moeders en vaders hartverscheurend! Kunnen we deze toepassing niet een vorm van kannibalisme noemen? En is er daardoor een kans op de Creutzfeldt-Jacob ziekte? Is daar wel eerst onderzoek naar gedaan?

De retrovirale transfervector wordt getransfecteerd in HEK 293T cellen (humane embryonale niercellijn)”. Blz. 4 OB

Deze gentechproef mag geen doorgang vinden!

Hoogachtend,

Miep Bos, woordvoerster van De Gentechvrije Burgers, een Europees Consumentenplatform (The European GMO-free Citizens), en namens die Gentechvrije Burgers. Ook in opdracht van (i.o.) Stichting Ekopark,  Lelystad en in opdracht van (i.o.) Wieteke van Dort, Den Haag. De Gentechvrije Burgers worden ondersteund door: Stichting Natuurwetmoeders, Bussum.

Lelystad www.gentechvrij.nl

Laatste nieuws over Roundup en glyfosaat:

Bron: Rtl Nieuws. Unilever: “Glyfosaat zit overal in”.

13 oktober 2017: Ondanks dat er na onderzoek bekend is geworden dat Ben en Jerry ijs ook in enkele Europese landen glyfosaat bevat (ook in Nederland), is het ijs nog normaal te koop bij o.a. Jumbo. De supermarkten wachten op het oordeel van Unilever die het ijs hier op de markt brengt en verklaard heeft dat ” glyfosaat overal in zit”. https://www.rtlnieuws.nl/economie/berucht-bestrijdingsmiddel-roundup-gevonden-in-ben-jerrys

13 oktober 2017: “Een nieuw onderzoek van de EC JRC en twee Nederlandse laboratoria laat zien dat 45 % van de bovenlaag van de Europese bodem glyfosaatresten bevat.” knip

A new research study[1] from the European Commission’s Joint Research Centre and two Dutch laboratories shows that 45% of Europe’s top soil contains glyphosate residues, demonstrating the over-reliance of the EU agricultural model on this harmful herbicide chemical. In contrast to what its manufactures[2] purport, glyphosate persists in soils affecting not only soil fertility and crop quality, but also human and environmental health.”

http://www.pan-europe.info/sites/pan-europe.info/files/20171013%20Glyphosate%20and%20soil_final.pdf

12 oktober 22017.

How are GMOs and Roundup linked to cancer?

 GMOs and Cancer by Jeffrey Smith

  1. The very process of creating a GMO creates side effects that can promote cancer. Monsanto’s Roundup Ready corn, for example, has higher levels of putrescine and cadaverine. These are not only linked to cancer and allergies, they produce the foul smell of rotting dead bodies.
  2. Bt-toxin, which is manufactured by the altered DNA in every cell of genetically modified varieties of corn, cotton, and South American soy, pokes holes in cell walls. It may create “leaky gut,” which is linked to cancer and numerous other diseases.
  3. Most GMOs are “Roundup Ready”—designed to be sprayed with Monsanto’s Roundup herbicide. These include Soy, Corn, Cotton, Canola, Sugar Beets (for sugar), and Alfalfa. Glyphosate, the active ingredient in Roundup, is classified as a class 2A carcinogen by the International Agency for Research on Cancer (part of the World Health Organization). They said it probably causes cancer in humans, does cause cancer in animals, does cause mutations in DNA that can lead to cancer, and where it is heavily sprayed, cancer rates are higher.
  4. Roundup is also sprayed on numerous non-GMO crops just before harvest as a desiccant, to dry down the crop as it is killed by the herbicide. Some of these other crops include: Wheat, Oats, Flax, Peas, Lentils, Dry Beans, Sugar Cane, Rye, Triticale, Buckwheat, Millet, Potatoes and Sunflowers. Canola, Corn and Soybeans labeled non-GMO may also be sprayed with Roundup.
  5. To avoid Roundup, eating non-GMO is not sufficient. It is better tochoose organic, which does not allow the use of GMOs, Roundup, or other synthetic poisons. (Products labeled both Organic and Non-GMO Project Verified are even better, because the latter requires tests for possible inadvertent GMO contamination.) Since Roundup is sprayed on most US cotton, residues are found in cotton products including tampons. BUY ORGANIC! 
  6. Several cancer rates in the US are rising in parallel with increased use of glyphosate on GMO soy and corn fields. These include leukemia and cancers of the liver, kidney, bladder, thyroid, and breast.
  7. In Argentina, the rate of cancer in communities living near Roundup Ready soybean fields has also skyrocketed, as have birth defects, thyroid conditions, lupus, and respiratory problems.
  8. The following are just some of the health effects of glyphosate, all of which are known to increase cancer risk. Glyphosate:
  9. Damages the DNA
  10. Is an antibiotic
  11. Promotes leaky gut
  12. Chelates minerals, making them unavailable
  13. Is toxic to the mitochondria
  14. Interferes with key metabolic pathways
  15. Causes non-alcoholic fatty liver disease
  16. Degrades into Sarcosine and formaldehyde
  17. The full Roundup formulation is up to 125 times more toxic than glyphosate alone. It also has a greater endocrine disruptive effect.
  18. Thousands of people who were exposed to Roundup and are now suffering from non-Hodgkin’s lymphoma are suing Monsanto. The lawsuit forced Monsanto to make public secret documents, emails, and texts. These are smoking guns, providing clear evidence that Monsanto colludes with government regulators, bullies scientists, ghostwrites articles, pays off journal editors and scientists, and publicly denies evidence of harm that it privately admits to.

Email van Institute for Responsible Technology PO Box 469 – Fairfield IA 52556 641-209-1765

Jeffrey Smith Canada CETA warning

 

https://www.youtube.com/watch?v=yaxGD5KbdMQ

Dodelijk gif in honing van over de hele wereld. Wetenschappers komen tot deze onthutsende conclusie.

honing giftig over de hele wereld pesticiden

https://www.youtube.com/watch?time_continue=1&v=f9mVz4yMX20  

11 oktober 2017: Glyfosaat in de 5 voornaamste merken sinaasappelsap in de USA.

Er wordt in de landen die sinaasappelbomen kweken en het sap naar de USA exporteren glyfosaat tussen de sinaasappelbomen gespoten tegen het onkruid. Daarom is er 50% meer water nodig en wordt de bodem vergiftigd. Er blijkt nu glyfosaat in het sinaasappelsap van de 5 voornaamste merken sinaasappelsap in de USA te zitten. Zit er ook in ons sinaasappelsap glyfosaat?

 http://www.momsacrossamerica.com/all_top_5_orange_juice_brands_positive_for_weedkiller

 

Antwoorden van het ministerie van IenM vanwege zienswijzen tegen GGO IM-MV 17-001.

 

Antwoorden van het ministerie van IenM vanwege zienswijzen tegen GGO IM-MV 17-001_000 van de Gentechvrije Burgers.

Beschikking

IM-MV 17-001_000

AANLEIDING

1.1 De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (hierna: de Staatssecretaris) heeft op 23 februari 2017 een aanvraag, gedateerd 23 februari 2017, van het Academisch Medisch Centrum, te Amsterdam ontvangen. Deze aanvraag heeft het kenmerk IM-MV 17-001.

1.2 Het gaat om een aanvraag om een vergunning voor doelbewuste introductie voor overige doeleinden, als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer 2013 (hierna: Besluit ggo). De aanvraag heeft betrekking op een klinische studie in patiënten met het Crigler Najjar Syndroom. Het Crigler-Najjar syndroom is een zeldzame aangeboren aandoening waarbij patiënten geen functioneel Uridine difosfaat glucuronosyltransferase isoform 1A1 (UGT1A1) enzym produceren.

De ziekte wordt veroorzaakt door mutaties in het UGT1A1 gen, dat codeert voor het UGT1A1 enzym. Dit enzym is het enige enzym dat ongeconjugeerd bilirubine efficiënt omzet in geconjugeerd bilirubine dat wordt uitgescheiden via de gal. Wanneer deze omzetting niet efficiënt verloopt, ontstaat er ophoping van ongeconjugeerd bilirubine wat leidt tot onder andere hersenschade. De huidige therapie bestaat uit dagelijkse lichttherapie, waardoor het aanwezige bilirubine (gedeeltelijk) wordt afgebroken. Aangezien deze lichttherapie minder effectief wordt na verloop van tijd hebben de meeste patiënten uiteindelijk een levertransplantatie nodig. KNIP

8. ZIENSWIJZEN
Naar aanleiding van de kennisgeving van de aanvraag en de ontwerpbeschikking zijn zienswijzen ingebracht door:

1. M. Bos te Lelystad, ook namens De Gentechvrije Burgers, een Europees consumentenplatform en Stichting Ekopark te Lelystad.

Zienswijzen van bovenstaande indiener:

1. De indiener van de zienswijzen vraagt zich af wat de gevaren kunnen zijn voor de patiënten die deelnemen aan deze proeven. Ze wijst erop dat dit gg virus nog niet eerder op mensen is getest. Ze vraagt zich af of het zeker is dat er geen schadelijke effecten zullen optreden en of er wel enig voordeel voor de patiënten zal zijn.

Reactie: De mogelijke risico’s, eventuele voordelen voor de patiënten en andere medisch ethische aspecten verbonden aan klinische studies worden beoordeeld door de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO). De CCMO waarborgt de bescherming van proefpersonen betrokken bij medisch-wetenschappelijk onderzoek. Het onderzoeksvoorstel wordt door de CCMO getoetst volgens de criteria van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMO).Deze zienswijze is niet gericht op de milieurisicoanalyse, maar heeft betrekking op ethische argumenten welke gewaarborgd wordt door de CCMO. De indiener van de zienswijze geeft niet aan welke risico’s voor mens en milieu zij ziet. Overeenkomstig artikel 9.2.2.3, tweede lid Wet milieubeheer kan een vergunning slechts in het belang van de bescherming van mens en milieu worden geweigerd.

2. De indiener van de zienswijzen wijst er op dat weer menselijke embryo’s zijn gebruikt.

Reactie: Het is onduidelijk hoe deze zienswijze betrekking heeft op de risico’s voor mens en milieu. Derhalve wordt niet inhoudelijk op deze zienswijze ingegaan.

3. De indiener van de zienswijzen wijst op het gebruik van een kanamycine resistentiegen, terwijl de antibioticaresistentie om zich heen grijpt.

Reactie: De mogelijke schadelijke effecten voor mens en milieu zijn uitgebreid beschouwd in de milieurisicobeoordeling, waaruit blijkt dat de toepassing van het GGO niet zal leiden tot een risico voor mens en milieu. De COGEM heeft geadviseerd (CGM/170821-01) over de aanvraag. De conclusie hiervan is dat de risico’s voor mens en milieu verwaarloosbaar klein zijn.

4. Het baart de indiener van de zienswijzen zorgen dat AAV virusdeeltjes relatief stabiel zijn en buiten een gastheer in het milieu niet meteen hun infectiviteit verliezen. Ze verwijst verder naar onderdelen uit de aanvraag met betrekking tot AAV: “het is niet bekend dat AAV enige waarneembare pathologie veroorzaakt” en met betrekking tot niet-vector gerelateerde sequenties: “tot op heden zijn er geen nadelige effecten hiervan op mensen of het milieu gerapporteerd”.

Reactie: De mogelijke schadelijke effecten voor mens en milieu zijn uitgebreid beschouwd in de milieurisicobeoordeling, waaruit blijkt dat de toepassing van het GGO niet zal leiden tot een risico voor mens en milieu. De COGEM heeft geadviseerd (CGM/170821-01) over de aanvraag. De conclusie hiervan is dat de risico’s voor mens en milieu verwaarloosbaar klein zijn.

5. De indiener van de zienswijzen verwijst naar een fragment van Liesbeth Jongkind uit 2012: “Dat (i.e. het testen) moet heel zorgvuldig gebeuren wat het toedienen kan maar één keer”. De indiener van de zienswijzen vindt dat de experimentele gentechproef niet mag plaatsvinden en wijst op ethische bezwaren. “Kunt u dit, deze mensen, en hun familie die hoop op verbetering koesteren, aandoen?” Ze verwijst hierbij naar een fragment van Dr. Mae Wan Ho.

Reactie: Deze zienswijze is niet gericht op de milieurisicoanalyse, maar heeft betrekking op ethische argumenten welke gewaarborgd wordt door de CCMO. De indiener van de zienswijze geeft niet aan welke risico’s voor mens en milieu zij ziet. Overeenkomstig artikel 9.2.2.3, tweede lid Wet milieubeheer kan een vergunning slechts in het belang van de bescherming van mens en milieu worden geweigerd.

6. De indiener van de zienswijzen vindt dat deze experimentele gentherapieproef niet mag plaatsvinden. Ze vraagt zich af waarom zij als bezorgde burger de aangewezen persoon is om te bewijzen dat deze proeven niet veilig zijn? Is dat niet de wereld op zijn kop? Volgens de indiener van de zienswijzen moet de aanvrager bewijzen dat zijn proef veilig is! Er zijn te veel onzekerheden.

Reactie: De mogelijke schadelijke effecten voor mens en milieu zijn uitgebreid beschouwd in de milieurisicoanalyse, waaruit blijkt dat de toepassing van het GGO niet zal leiden tot een risico voor mens en milieu. De COGEM concludeert in haar advies (CGM/170821-01) dat de risico’s van deze studie voor mens en milieu verwaarloosbaar klein zijn.

7. De indiener van de zienswijzen vindt dat deze patiënten natuurlijk geholpen moeten worden, maar vragen zich af of een gentech injectie wel de aangewezen methode is. Genen bestaan in netwerken. Eén gen één eigenschap, een reductionistische opvatting en die is allang achterhaald. Bovendien is er veel proefdierenleed: het gebruik van o.a. apen neemt door gentherapie-onderzoek alleen maar toe.

Reactie: Het is onduidelijk hoe deze zienswijze betrekking heeft op de onderhavige studie. Daarom wordt niet inhoudelijk op deze zienswijze ingegaan. De indiener van de zienswijze geeft niet aan welke risico’s voor mens en milieu zij ziet. Overeenkomstig artikel 9.2.2.3, tweede lid Wet milieubeheer kan een vergunning slechts in het belang van de bescherming van mens en milieu worden geweigerd.

8. De indiener van de zienswijzen verwijst naar een fragment van David Suzuki en een uitspraak van Richard Strohman.

Reactie: Deze zienswijze is niet gerelateerd aan de specifieke milieurisico’s van de aangevraagde werkzaamheden maar is van algemene aard. De indiener van de zienswijze geeft niet aan welke specifieke risico’s voor mens en milieu zij van de onderhavige studie ziet. Vergunningaanvragen voor introductie in het milieu van genetisch gemodificeerde organismen worden van geval tot geval beoordeeld. De mogelijke schadelijke effecten voor mens en milieu zijn uitgebreid beschouwd in de milieurisicoanalyse, waaruit blijkt dat de toepassing van het GGO niet zal leiden tot een risico voor mens en milieu. De COGEM concludeert in haar advies (CGM/170821-01) dat de risico’s van deze studie voor mens en milieu verwaarloosbaar klein zijn.

9. De indiener van de zienswijzen verwijst naar een artikel van Angela Ryan m.b.t. risico’s en voordelen van gentherapie met diverse virale vectoren inclusief adenovirale en retrovirale vectoren en hybride vectoren gebaseerd op onder andere AAV en herpes simplex virus (HSV).

Reactie: Het is onduidelijk hoe deze zienswijze betrekking heeft op de onderhavige studie aangezien in deze studie een AAV virusdeeltje wordt gebruikt en geen adenovirale vector, retrovirale vector of hybride vector van AAV en HSV. Daarom wordt niet inhoudelijk op deze zienswijze ingegaan. De indiener van deze zienswijze geeft niet aan welke risico’s voor mens en milieu zij ziet. Overeenkomstig artikel 9.2.2.3, tweede lid Wet milieubeheer kan een vergunning slechts in het belang van de bescherming van mens en milieu worden geweigerd.

10. De indiener van de zienswijzen verwijst naar fragmenten en citaten van Donella Meadows, Dr. S Druker en David Suzuki.

Reactie: Deze zienswijze is niet gerelateerd aan de specifieke milieurisico’s van de aangevraagde werkzaamheden maar is van algemene aard. De indiener van de zienswijze geeft niet aan welke specifieke risico’s voor mens en milieu zij van de onderhavige studie ziet. Vergunningaanvragen voor introductie in het milieu van genetisch gemodificeerde organismen worden van geval tot geval uitvoerig beoordeeld. De mogelijke schadelijke effecten voor mens en milieu zijn uitgebreid beschouwd in de milieurisicoanalyse, waaruit blijkt dat de toepassing van het GGO niet zal leiden tot een risico voor mens en milieu. De COGEM concludeert in haar advies (CGM/170821-01) dat de risico’s van deze studie voor mens en milieu verwaarloosbaar klein zijn.

11. De indiener van de zienswijzen heeft bezwaren tegen ggo’s omdat het bij genetische manipulatie gaat om een pseudowetenschap. Reactie: Het is onduidelijk hoe deze zienswijze betrekking heeft op de onderhavige studie. Daarom wordt niet inhoudelijk op deze zienswijze ingegaan.

12. De indiener van de zienswijzen heeft bezwaren tegen ggo’s omdat het milieu, het (riool- en grond)water, de bodem en de lucht zwaar verontreinigd kunnen worden als de gentech organismen ontsnappen of doelbewust losgelaten worden.

Reactie: Het is onduidelijk hoe deze zienswijze betrekking heeft op de onderhavige studie. De mogelijke schadelijke effecten voor mens en milieu zijn uitgebreid beschouwd in de milieurisicoanalyse, waaruit blijkt dat de toepassing van het GGO niet

zal leiden tot een risico voor mens en milieu. De COGEM concludeert in haar advies(CGM/170821-01) dat de risico’s van deze studie voor mens en milieu verwaarloosbaar klein zijn.

13. De indiener van de zienswijzen heeft bezwaren tegen ggo’s omdat het niet meer mogelijk is deze beslissing terug te draaien wanneer men genetisch gemanipuleerde organismen eenmaal in het milieu heeft losgelaten. De in het milieu gebrachte gentech organismen kunnen een gevaar opleveren voor de gezondheid van het milieu, van de mens, het dier en de plant. Het is mogelijk dat ggo’s mede verband houden met Agrobacterium & Morgellons Disease. Vooral laboranten en boeren moeten beducht zijn voor besmetting.

Reactie: De mogelijke schadelijke effecten voor mens en milieu zijn uitgebreid beschouwd in de milieurisicoanalyse, waaruit blijkt dat de toepassing van het GGO niet zal leiden tot een risico voor mens en milieu. Het is onduidelijk hoe het punt over Agrobacterium & Morgellons Disease betrekking heeft op de onderhavige studie. Daarom wordt verder niet inhoudelijk op deze zienswijze ingegaan. Overeenkomstig artikel 9.2.2.3, tweede lid Wet milieubeheer kan een vergunning slechts in het belang van de bescherming van mens en milieu worden geweigerd.

14. De indiener van de zienswijzen heeft bezwaren tegen ggo’s omdat over een langere tijd in het oneindig complexe ecosysteem veranderingen kunnen optreden, waarvan de aard en omvang met de huidige stand van de wetenschap onmogelijk is te overzien.

Reactie: De mogelijke schadelijke effecten voor mens en milieu zijn uitgebreid beschouwd in de milieurisicoanalyse, waaruit blijkt dat de toepassing van het GGO, zowel op korte als op langere termijn, niet zal leiden tot een risico voor mens en milieu. De COGEM concludeert in haar advies (CGM/170821-01) dat de risico’s van deze studie voor mens en milieu verwaarloosbaar klein zijn. 15. De indiener van de zienswijzen heeft bezwaren tegen ggo’s omdat genetische vervuiling potentieel vervuiling is die zichzelf vermenigvuldigt. Reactie: Het is onduidelijk hoe deze zienswijze betrekking heeft op de onderhavige studie. Daarom wordt niet inhoudelijk op deze zienswijze ingegaan.

16. De indiener van de zienswijzen heeft bezwaren tegen ggo’s omdat dit de kwaliteit van het leven van alle toekomstige generaties van alle levensvormen in het gedrang kan brengen.

Reactie: Het is onduidelijk hoe deze zienswijze betrekking heeft op de onderhavige studie. Daarom wordt niet inhoudelijk op deze zienswijze ingegaan. De indiener van deze zienswijze geeft niet aan welke risico’s voor mens en milieu zij ziet. Overeenkomstig artikel 9.2.2.3, tweede lid Wet milieubeheer kan een vergunning slechts in het belang van de bescherming van mens en milieu worden geweigerd.

17. De indiener van de zienswijzen heeft bezwaren tegen ggo’s omdat in deze situatie er maar één zinnige beslissing mogelijk is: geen genetische manipulatie! In plaats daarvan moeten reeds bestaande natuurlijke technologieën op grond van een ruimer inzicht in de werkelijkheid onderzocht en aangewend worden, en waar nodig moeten zij ontwikkeld worden.

Reactie: Het is onduidelijk hoe deze zienswijze betrekking heeft op de onderhavige studie. Daarom wordt niet inhoudelijk op deze zienswijze ingegaan.

18. De indiener van de zienswijzen verwijst naar een fragment over de rol van Monsanto bij het intrekken van een studie betreffende Roundup. Verder vindt zij dat de COGEM haar standpunt in dezen moet herzien, waarbij ze verwijst naar “Gendebat op scherp, blz 82 e.v.

Reactie: Het is onduidelijk hoe deze zienswijze betrekking heeft op de onderhavige studie. Daarom wordt niet inhoudelijk op deze zienswijze ingegaan.

Blz. 12, 13 en 14 van 18. Directoraat-generaal Milieu en Internationaal
Directie Veiligheid en Risico’s Ons kenmerk IM-MV 17-001_000.bes.1

Antwoorden van het ministerie van IenM vanwege zienswijze tegen GGO IM-MV 16-013_000.

Antwoorden van het ministerie van IenM vanwege zienswijzen tegen GGO IM-MV 16-012_000 en GGO IM-MV 16-013_000 van de Gentechvrije Burgers.

Beschikking

GGO IM-MV 16-013_000 (Dezelfde tekst bij GGO IM-MV 16-012_000).

AANLEIDING 

1.1 De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (hierna: de Staatssecretaris) heeft op 7 december 2016 een aanvraag, gedateerd 2 december 2016, van het Centre for Human Drug Research, te Leiden ontvangen. Deze aanvraag heeft het kenmerk IM-MV 16-013.

1.2 Het gaat om een aanvraag om een vergunning voor doelbewuste introductie voor overige doeleinden, als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer 2013 (hierna: Besluit ggo). De aanvraag heeft betrekking op vaccinatiestudies met genetisch gemodificeerde humaan respiratoir syncytieel virussen (RSV) in proefpersonen.

 1.3 In deze studie wordt gebruik gemaakt van twee genetisch gemodificeerde RSV vectoren, RSVΔG en G-RSVΔG, afgeleid van de klinische isolaat RSV 98-25147-X (RSV-X). In de virale vector RSVΔG is het G gen verwijderd. Het G-RSVΔG virus brengt de G eiwitten tot expressie op het oppervlak van het virusdeeltje, terwijl het virale genoom gedeleteerd is voor het gen coderend voor het G bindingseiwit. Als gevolg van de geïntroduceerde deletie zijn de vaccins ten opzichte van de wildtype stam naar verwachting geattenueerd in de gastheer. Toediening van de vaccins zal naar verwachting een immunologische respons induceren welke beschermt tegen een wildtype RSV infectie. Het doel van de klinische studies is om de veiligheid en immunogeniteit van de levend verzwakte RSV vaccins te evalueren en om het replicatie- en uitscheidingsprofiel in volwassen proefpersonen te bestuderen.

1. De indieners van de zienswijzen hebben enkele overdenkingen voor de artsen die deze gentech vaccins via de neus zullen toedienen. Weten zij wel waarmee zij werken? De indieners van de zienswijzen verwijzen hierbij naar fragmenten van J. Storms, D. Suzuki en M.W. Ho.

Reactie: De mogelijke schadelijke effecten voor mens en milieu zijn uitgebreid beschouwd in de milieurisicobeoordeling, waaruit blijkt dat de toepassing van het GGO niet zal leiden tot een risico voor mens en milieu. De COGEM heeft geadviseerd (CGM/170706-01 en CGM/170731-01) over de aanvraag. De risico’s voor mens en milieu zijn verwaarloosbaar klein.

2. De indieners van de zienswijzen geven aan dat als gevolg van de geïntroduceerde deletie de vaccins ten opzichte van de wildtype stam naar verwachting geattenueerd zijn in de gastheer en dat toediening van de vaccins naar verwachting een immunologische respons zal induceren welke beschermt tegen een wildtype RSV infectie. Er is dus onzekerheid.

Reactie: De mogelijke schadelijke effecten voor mens en milieu zijn uitgebreid beschouwd in de milieurisicobeoordeling, waaruit blijkt dat de toepassing van het GGO niet zal leiden tot een risico voor mens en milieu. De COGEM heeft geadviseerd (CGM/170706-01 en CGM/170731-01) over de aanvraag. De risico’s voor mens en milieu zijn verwaarloosbaar klein. De mogelijke risico’s, eventuele voordelen voor de patiënten en andere medisch ethische aspecten verbonden aan klinische studies worden beoordeeld door de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO). De CCMO waarborgt de bescherming van proefpersonen betrokken bij medisch-wetenschappelijk onderzoek. Het onderzoeksvoorstel wordt door de CCMO getoetst volgens de criteria van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMO).

3. De indieners van de zienswijzen vinden het zorgelijk. Vaccins werken niet altijd en blijken zelfs schadelijk te zijn.

Reactie: De mogelijke schadelijke effecten voor mens en milieu zijn uitgebreid beschouwd in de milieurisicobeoordeling, waaruit blijkt dat de toepassing van het GGO niet zal leiden tot een risico voor mens en milieu. De COGEM heeft geadviseerd (CGM/170706-01 en CGM/170731-01) over de aanvraag. De risico’s voor mens en milieu zijn verwaarloosbaar klein.

De mogelijke risico’s, eventuele voordelen voor de patiënten en andere medisch ethische aspecten verbonden aan klinische studies worden beoordeeld door de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO). De CCMO waarborgt de bescherming van proefpersonen betrokken bij medisch-wetenschappelijk onderzoek. Het onderzoeksvoorstel wordt door de CCMO getoetst volgens de criteria van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMO).

4. De indieners van de zienswijzen geven aan dat er twee soorten gentechvaccins worden beproefd. Zij vragen zich af of die niet afzonderlijk aangevraagd zouden moeten worden.

Reactie: Het is toegestaan om twee vaccins tegelijk aan te vragen. Voor beide vaccins is een milieurisicobeoordeling uitgevoerd. De mogelijke schadelijke effecten voor mens en milieu zijn uitgebreid beschouwd in deze milieurisicobeoordeling, waaruit blijkt dat de toepassing van de vaccins niet zal leiden tot een risico voor mens en milieu. De COGEM heeft geadviseerd (CGM/170706-01 en CGM/170731-01) over de aanvraag. De risico’s voor mens en milieu zijn verwaarloosbaar klein.

5. De indieners van de zienswijzen geven aan gelezen te hebben dat een vaccin ziekte kan veroorzaken en verwijzen naar een artikel uit het Reformatorisch Dagblad betreffende een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Reactie: Het artikel heeft betrekking op een zaak van een man gevaccineerd tegen hepatitis B. Het is onduidelijk hoe deze zienswijze betrekking heeft op de onderhavige studie, daarom wordt niet inhoudelijk op deze zienswijze ingegaan.

6. De indieners van de zienswijzen geven aan dat het er alle schijn van heeft dat hier belangenverstrengeling in het spel is. De vaccins zijn ontwikkeld door Intravacc. De verzelfstandiging van Intravacc heeft pas begin van dit jaar plaatsgevonden. Het eerste aanvraagformulier dateert echter van 2016.

Reactie: Intravacc is onderdeel van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Een vergunning voor introductie in het milieu van GGO’s wordt niet afgegeven door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, maar door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Tevens wordt de vergunningaanvraag beoordeeld door de COGEM, een wetenschappelijk adviesorgaan dat de regering adviseert over mogelijke risico’s van werkzaamheden met GGO’s voor mens en milieu. De vraag over belangenverstrengeling is niet gericht op de milieurisicobeoordeling. Deze aspecten worden niet meegewogen onder het Besluit ggo. Overeenkomstig artikel 9.2.2.3, tweede lid Wet milieubeheer kan een vergunning slechts in het belang van de bescherming van mens en milieu worden geweigerd.

7. De indieners van de zienswijzen geven aan dat de gevolgen voor mens en milieu, zeker op lange termijn, onbekend zijn. Zij geven aan dat deze gentechvaccinproeven helemaal geen doorgang mogen vinden, te veel is onzeker en weer worden er gentech organismen in het milieu gebracht en mensen als proefkonijn gebruikt, een kwalijke zaak.

Reactie: De mogelijke schadelijke effecten voor mens en milieu zijn uitgebreid beschouwd in de milieurisicobeoordeling, waaruit blijkt dat de toepassing van het GGO niet zal leiden tot een risico voor mens en milieu. De COGEM heeft geadviseerd (CGM/170706-01 en CGM/170731-01) over de aanvraag. De risico’s voor mens en milieu zijn verwaarloosbaar klein.

De mogelijke risico’s, eventuele voordelen voor de patiënten en andere medisch ethische aspecten verbonden aan klinische studies worden beoordeeld door de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO). De CCMO waarborgt de bescherming van proefpersonen betrokken bij medisch-wetenschappelijk onderzoek. Het onderzoeksvoorstel wordt door de CCMO getoetst volgens de criteria van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMO). KNIP

Directoraat-generaal Milieu en Internationaal Directie Veiligheid en Risico’s Ons kenmerk IM-MV 16-013_000.bes.1 Pagina 10, 11 en12 van 15.

Pleitnota tegen gentech koolzaad GT 73 hoorzitting VROM 10 mei 2007.

hoorzitting markttoelating koolzaad 2007

Pleitnota
NB
Deze pleitnota wordt ondersteund door 567 consumenten, boeren en stichtingen.

Betreft; bedenkingen en bezwaar tegen het voornemen van een markttoelating te weten;

Roundup Ready (glyphosate tolerant) oilseed rape, event GT73

beschikking kenmerk DGM/SAS/ C/NL/98/11

Monsanto.
De genetisch gemodificeerde organismen die als product of in een product in de handel worden gebracht ten behoeve van import, verwerking en toepassing als veevoer (geen teelt) zijn korrels van koolzaad ( Brassica napus L.) met tolerantie voor het herbicide glyfosaat, afgeleid van B. napus lijn GT73 die met behulp van Agrobacterium tumefaciens is getransformeerd met de vector PV-BNGT04.
(tekst uit de Kennisgeving van de Beschikking, gepubliceerd in de Volkskrant van 28-02-2007).

hoorzitting markttoelating koolzaad gentech 2007
Hoorzitting markttoelating koolzaad

“Wij willen niet dat dit gentech koolzaad , elk ander gentech gewas , d ito zaden of andere afleidingen daarvan, geïmporteerd, op de markt gebracht, gecultiveerd (aangeplant) of verhandeld zullen worden in Nederland . Nederland moet gentechvrij blijven , zodat het milieu gespaard blij ft van ongewilde vermengingen of uitkruisingen van biologisch -, traditioneel – en gentech zaad en pollen, afleidingen daarvan of andere onvoorziene gebeurtenissen. De biologische – en traditionele landbouw kunnen dan blijven voortbestaan. En dat de bodem, veestapel en wij niet bloot staan aan onverwachte consequenties die inherent zijn aan het planten, verhandelen en consumeren (gezondheid!) van deze gentech gewassen, nu en in de toekomst. Wij zijn als consumenten, Stichting Ekopark, Stichting VoMiGEN, Platform Belangen van Consument (BeVaCo) en boeren, directbelanghebbenden.”

Wij willen allereerst het volgende vaststellen;

Brussel (de Commissie) en ù hebben besluit tot toelating van dit gewas tot de markt genomen na staking van stemmen van de lidstaten en heeft dus geïnformeerde verantwoordelijkheid.

Nu willen we ingaan op Artikel 3 en 4 van de Beschikking. Hier staat te lezen;

Artikel 3
Voorschriften voor het in de handel brengen
Het product mag voor dezelfde toepassingen als al het andere koolzaad worden gebruikt, behalve voor de teelt en voor gebruik als voedsel of in voedsel, etc.

Dit koolzaad zal worden gebruikt als veevoer. Dit mag absoluut niet gebeuren, omdat na de koude persing van het koolzaad er in het veevoer nog steeds herbicidenresiduen blijven (de gen-producten gaan meestal ook niet kapot), welke via vervoedering in de menselijke voedselketen komen.
Dit koolzaad is dus absoluut niet gelijk aan “conventioneel koolzaad”.

Genetically Engineered Crops May Produce Herbicide Inside Our Intestines
By Jeffrey M. Smith
Spilling the Beans, May 2006
Fragment
The only human GM-feeding study ever conducted did show that genetic material can transfer to our gut bacteria. This study, published in 2004, confirmed that portions of the Roundup-tolerant gene in soybeans transferred to microorganisms within the human digestive tract. [29]
Netherwood, et al, Assessing the survival of transgenic plant DNA in the human gastrointestinal tract, Nature Biotechnology, Vol 22 Number 2 February 2004.

Tijdens een symposium in New Orleans heeft men bekend gemaakt, dat via gelabelde stof, meer dan 90% van de toegepaste herbicide in het spijsverteringskanaal van het vee weer teruggevormd wordt in de originele herbicide. (New Orleans 25 maart 1996.)

Huang, M.N. and Smith, S.M. 1995b. Metabolism of [14C]-N-acetyl glufosinate in a lactating goat. AgrEvo USA Co.Pikeville, PTRL East Inc., USA. Project 502BK. Study U012A/A524. Report A54155. Unpublished.

Dat lijkt ons niet gezond voor het vee en voor de consument. Wij willen geen gen-producten, gentech DNA en herbiciden via zuivelproducten op ons bord of in ons glas (melk). En zeker niet, omdat het niet als zodanig geëtiketteerd hoeft te worden.

Gelukkig geen teelt! Dus zal er geen AMPA in het grondwater komen, die boven de hoge norm uit zal komen!

Artikel 4

Monitoring
1. Gedurende de gehele geldigheidsduur van de vergunning ziet de houder van de vergunning er op toe dat het in de kennisgeving opgenomen monitoringplan, dat tot doel heeft na te gaan of de behandeling of het gebruik van het product eventueel nadelige effecten heeft op de gezondheid van
mens en dier of op het milieu, wordt opgesteld en uitgevoerd.

We lezen in het advies van de COGEM van 21 oktober 1998 en in het advies van de COGEM van 1 januari 2001; (Wel al lang geleden).

Echter, ten aanzien van een incidentele vervoedering of consumptie zijn de samenvattingen toereikend en biedt ook een geschatte minimale veiligheidsfactor van 40 in combinatie met de voedingsstudies en de geringe stabiliteit van het GOX eiwit, een voldoende garantie voor de veiligheid. Op grond hiervan zijn bij incidentele vervoedering en/of consumptie geen ( acute ) toxische effecten te verwachten , die een toelating in het kader van 90/220 EU in de weg zouden kunnen staan”.
Opmerking; 90/220 EU is intussen vervangen door Directive 2001/18/EU .

We lezen;

Een brief van Rikilt-DLO aan VROM 29 juli 1999
Blz.6: “Deze studies naar acute toxiciteit zijn weinig of niet relevant voor de inschatting van de voederveiligheid o.a. omdat de studie zijn uitgevoerd met onvoldoende gekarakteriseerde en onzuivere formuleringen maar met name omdat de studies geen inzicht geven in de mogelijke effecten bij chronische consumptie door doeldieren.”
En op blz. 8 lezen we; “Het is de vraag in hoeverre de uitgevoerde studies in proefdieren relevant zijn voor het voorspellen van de veiligheid in doeldieren (herkauwers, varkens, pluimvee en vis.)”
“Te verwachten” is dit gebaseerd op laboratoriumonderzoek? Nee, Het is gebaseerd op een veronderstelling, een mening. Het zelfde geldt voor de uitspraak “In een acute muize studie (gavage) zou bij hoge dosering geen effect gevonden zijn” ( Brief Cogem van 21 okt. 1998)
Wij verwijzen daarbij naar The Acute Mouse Gavage Study, Merriman 1996. (Dossier 97/17).
Het door glyfosaat bespoten gewas is wel degelijk een risico voor mens en dier. Glyfosaat is niet zo onschuldig, zie mijn bezwaarschrift, te stellen dat dit genoemde risico onder de verantwoordelijkheid van het van het CTB komt, is niet juist, het uiteindelijke product , het gentech koolzaad, wordt geleverd met de herbicide erop gespoten, niet zonder.

“…….In een zo’n gewas, Roundup Ready soja, zijn veranderingen gevonden in de concentratie van stoffen die door dit enzym mogelijk gemaakt worden. Dit gebeurt vooral als de plant met glyfosaat wordt bespoten. In de toelatingsprocedure is geen rekening gehouden met het feit dat de plant door bespuiting een andere samenstelling krijgt: ze hebben toen alleen metingen bekendgemaakt aan de onbespoten plant. Er zijn mensen die aannemen dat dit bewust is gebeurd, om de indruk te wekken dat de gemanipuleerde soja ‘wezenlijk gelijkwaardig’ is aan gewone soja” (o.a. prof. Benbrook ( www.biotech-info.net/troubledtimes.html ).

Van dit document;
In order that the bacteria are not killed by the antibiotic that they themselves create, the strains also produce specialized enzymes which transform the antibiotic to a non-toxic form called NAG (N-acetyl-L-glufosinate).
The problem is that the NAG, which is not naturally present in plants, remains there and accumulates with every subsequent spray. Thus, when we eat these GM crops, we consume NAG. Once the NAG is inside our digestive system, some of it may be re-transformed back into the toxic herbicide. In rats fed NAG, for example, 10% of it was converted back to glufosinate by the time it was excreted in the feces. [9] endnote_9) Another rat study found a 1% conversion. [10] endnote_10) And with goats, more than one-third of what was excreted had turned into glufosinate. [11] endnote_11)
It is believed that gut bacteria, primarily found in the colon or rectum, are responsible for this re-toxification. [12]
endnote_12) Although these parts of the gut do not absorb as many nutrients as other sections, rats fed NAG did show toxic effects. This indicates that the herbicide had been regenerated, was biologically active, and had been assimilated by the rats. [13]
endnote_13) A goat study also confirmed that some of the herbicide regenerated from NAG ended up in the kidneys, liver, muscle, fat and milk. [14]). (http://www.talk2000.nl/mediawiki/index.php/NPG%3B_Herbicide_resistente_planten_zouden_herbicide_in_lichaam_kunnen_produceren# endnote_14)

hoorzitting markttoelating koolzaad
Hoorzitting markttoelating GM koolzaad

Van deze site
Oostenrijk, dat bezwaar aantekent tegen toelating van GT 73, heeft gelijk als zij stelt, dat dit koolzaad niet op de markt mag komen. Er zijn b.v. onvoldoende en gebrekkige toxiciteits- en allergieproeven gedaan en in een te korte tijdsspanne.

3. Conclusion
Both the toxicological and allergological risk assessments of GT73 oilseed rape are considered to be inadequate regarding the choice of methods. The data provided by the notifier do not give enough evidence that the use of GT73 oilseed rape is safe from a toxicological and allergological point of view.

Ook andere landen tekenen bezwaar aan, vanwege de onvoldoende en gebrekkige toxiciteits- en allergieproeven gedaan en in een te korte tijdsspanne alsmede Greenpeace, Dr. Mae Wan Ho en vele andere wetenschappers.

2. De houder van de vergunning stelt de exploitanten en gebruikers rechtstreeks in kennis van de veiligheid en de algemene kenmerken van het product en de voorwaarden ten aanzien van de monitoring, inclusief de maatregelen die moeten worden genomen in het geval van accidentele
verspreiding van korrels.
De fijne korrels van de koolzaad kunnen tijdens het transport in het milieu terecht komen, zoals Monsanto zelf opmerkt. Koolzaad is hier een inheemse plant. Ongewilde gentech koolzaadplanten en uitkruising met wilde varianten, die “superonkruiden” kunnen worden, door bestand te worden tegen o.a. Roundup kunnen het resultaat zijn. Dit vormt een bedreiging voor het milieu, omdat meer en zwaardere bestrijdingsmiddelen moeten worden gebruikt tegen dit superonkruid . Tevens vormt één en ander een gevaar voor de biologische- en gangbare landbouw.

Therefore an unintended release would be more likely to occur during import, processing and transportation of GT73 grain. Van; SNIF – Placing on the market Roundup Ready oilseed rape derived from line GT73 Blz.5
http://gmoinfo.jrc.it/csnifs/C-NL-98-11.pdf

Oostenrijk heeft verder gelijk als zij stelt, dat dit koolzaad niet op de markt mag komen. Men is beducht voor ongewilde uitkruising. (Dit is ook van toepassing op de Nederlandse situatie.) Ook het coëxistentie probleem tussen ongewild verspreid en opgekomen GT 73 gentech – en conventioneel koolzaad is volgens Oostenrijk nog niet opgelost.

3. Conclusion
Additionally, the monitoring plan does not take into consideration accidental
spillage and its environmental consequences. Unprocessed oilseed rape is
transported to Austria in considerable amounts, feral oilseed rape populations
can be found along transport routes where Glyphosate is applied and oilseed
rape seeds can establish and are likely to build up persistent populations.
Therefore it can be considered as highly likely that imported GT73 oilseed rape will spread and persist in certain habitats in Austria . Due to the fact that GT73 oilseed rape is herbicide tolerant the application of Glyphosate in these habitats would confer a selective advantage to feral GT73 oilseed rape plants. For a complete risk assessment the knowledge of the frequency distribution of seed spills is therefore inevitable. Neither a monitoring plan nor an emergency plan was provided by the notifier in order to monitor the presence of GT73 oilseed rape in case of accidental spillage. Finally, co-existence issues of accidental seed spills of GT73 oilseed rape with conventional oilseed rape production are still unsolved. (Bundesministerium für Gesundheit und Frauen, Wenen, ingekomen bij de VROM 13-07-2006).
————————————————————————————————————————————
(3) In februari 2005 heeft het Japanse Instituut voor Milieustudies een rapport gepubliceerd waarin gewag wordt gemaakt van de accidentele aanwezigheid van door middel van genetische modificatie herbicidetolerant gemaakt koolzaad in de nabijheid van vijf van de zes haveninstallaties waar monsters waren genomen.
Uit; Aanbeveling van de Commissie (2005/637/EG).

U kunt dit feit toch niet negeren!
Wij lezen;
(45) Er dient naar mogelijkheden te worden gezocht om de
controle op GGO’s of het terughalen daarvan te vergemakkelijken
wanneer sprake is van een ernstig risico.
RICHTLIJN 2001/18/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
Hoe gaat u dat uitvoeren? Eenmaal in het milieu losgelaten, kunnen GGO’s nooit teruggehaald worden!
Ook bij de verboden gentech maïsgluten, dat in mei 2007 ontdekt is door Greenpeace, kan niet teruggehaald worden, het is vermengd met gewone maïsgluten. De dieren mogen dit nu toch opeten, de wetenschappelijke kennis van de toestemmingverleners ontbreekt. (Volkskrant 4 mei 2007).

(47) De bevoegde instantie mag pas toestemming verlenen
nadat zij ervan overtuigd is dat introductie veilig voor
het milieu en de menselijke gezondheid is.
RICHTLIJN 2001/18/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 12 maart 2001

Nogmaals; Brussel (de Commissie) en ù! hebben besluit tot toelating tot de markt van dit gewas genomen na staking van stemmen van de lidstaten en u heeft dus geïnformeerde verantwoordelijkheid.
Als aanvulling op het bezwaarschrift schreven wij het volgende aan de minister;
De bezwaarmakers vragen zich het volgende af; “Hoe komt het dat deze lente 80 – 90% van de bijenpopulaties in de USA gestorven zijn? De naam die men hieraan heeft gegeven is Collony Colapse Disorder (CCD). USA bijendeskundige Professor dr. Eric Mussen van de Universiteit van California wijt dit in ieder geval aan malnutricion . Bijen zijn voor hun voeding afhankelijk van gezonde pollen, waar ze ook hun cholesterol uit halen. (Zie bezwaarschrift en klik op de link naar de radio-uitzending). Bijen zijn onmisbaar voor zeker 100 gewassen. Dr. Albert Einstein zei het al: “Zonder bijen hebben de mensen nog 4 jaar te leven. ”

Miep Bos
Lelystad
www.gentechvrij.nl
miep@gentechvrij.nl

Zienswijze en open brief tegen GGO IM-MV 17-001.

Staatssecretaris van IenM, Mevr. S.A.M. Dijksma

T.a.v. RIVM/VSP/Bureau GGO

Postbus 1

3720 BA Bilthoven

Lelystad, 18 augustus 2017.

Geachte mevrouw Dijksma,

Zienswijze en open brief.

Wij maken via deze zienswijze bezwaar tegen de volgende vergunningsaanvraag:

Op 23 februari 2017 heeft het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (hierna: IenM) van het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam een vergunningaanvraag op grond van het Besluit genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer 2013 (hierna: Besluit ggo) ontvangen voor introductie in het milieu van genetisch gemodificeerde organismen. De aanvraag is geregistreerd met het kenmerk GGO IM-MV 17-001.

De aanvraag betreft een klinische studie in patiënten met het Crigler Najjar Syndroom als gevolg van een defect in het UGT1A1 enzym. Patiënten worden behandeld met een replicatiedeficiënt genetisch gemodificeerd Adenovirus-geassocieerd virus (rAAV), waarin een sequentie is ingebracht die codeert voor het humane UGT1A1 eiwit (GNT0003). De virale vector is ontworpen om het UGT1A1 gen in levercellen te introduceren, waar het expressie van het UGT1A1 enzym zal bewerkstelligen. Het doel van de studie is om de veiligheid en effectiviteit van een eenmalige intraveneuze toediening van GNT0003 te evalueren voor de behandeling van mensen met het Crigler Najjar Syndroom. De werkzaamheden zijn voorgenomen plaats te vinden in de gemeente Amsterdam. Op grond van het Besluit ggo dient de Staatssecretaris van IenM, op deze aanvraag te beslissen. Advertentie.

Noodzaak

Ook in dit geval voelen we toch de noodzaak ons af te vragen, wat de mogelijke gevaren kunnen zijn voor de patiënten, die deel zullen nemen aan deze proeven. De voornaamste vraag hierbij is: hoe zeker bent u er van, dat er geen schadelijke effecten op zullen treden, afgezien van het feit, of er eigenlijk wel enig voordeel voor de patiënten zal zijn.

We lezen dat dit GG virus nog niet eerder op mensen is getest. Worden mensen nu proefkonijnen?

Genethon crig (zie ook http://www.genethon.fr/en/rd-2/liver-and-metabolic-diseases-program/)

1) Results obtained with the GMO GNT0003

GNT0003 has not been tested in human up to now.

Aanvraag, fragment.

Ook weer menselijke embryo´s gebruikt.

The GMO GNT0003 is produced by co-transfection of human embryonic kidney 293 cells (HEK-293) with three plasmids: (1) an AAV-helper plasmid (Rep2/Cap8) containing sequences to produce AAV2-derived replication (Rep) proteins and the vector capsid (Cap) proteins from AAV8, (2) a plasmid baring the vector genome consisting in the hUGT1A1 expression cassette flanked by the AAV2 ITRs, and (3) a plasmid carrying the Adenovirus 5 (Ad5) helper functions. Aanvraag.

Kanamycin resistance gene gebruikt.

All the plasmids used for AAV vector production carry the kanamycin resistance gene under the control of a bacterial promoter. Aanvraag.

Terwijl antibioticaresistentie om zich heen grijpt.

Ook zorgelijk, wij lezen verder:

In Nederland wordt Adeno Associated Virus (AAV) beschouwd als een virus van pathogeniteitsklasse 2, dat voor zijn replicatie de hulp van andere virussen, zoals adenovirus, herpes simplex virus of vacciniavirus, nodig heeft. Infectie met wildtype AAV is asymptomatisch en het is niet bekend dat AAV enige waarneembare pathologie veroorzaakt (A2.2, A2.4, A2.5)

AAV virusdeeltjes zijn relatief stabiel en verliezen buiten een gastheer in het milieu niet meteen hun infectiviteit. AAV verliest slechts een deel van zijn infectiviteit na vries-dooien. AAV kan minimaal 7 weken infectieus blijven bij 4°C en minimaal 4 weken bij kamertemperatuur. Blootstelling aan hitte, chlooroplossing, extreme pH of autoclaveren kan (recombinant) AAV inactiveren (A2.7, aanvullende informatie 18-05-2017)

46. In het onwaarschijnlijke geval dat derden worden blootgesteld aan AAV virusdeeltjes met niet-vector gerelateerde sequenties, zoals genen van AAV, kanamycine DNA of gastheercel DNA, zijn er geen nadelige effecten te verwachten. De AAV sequenties komen van nature in AAV virusdeeltjes voor. Het kanamycine resistentiegen is aanwezig op helperplasmiden in eerder uitgevoerde klinische studies. Tot op heden zijn er geen nadelige effecten hiervan op mensen of het milieu gerapporteerd.

We lezen tevens:

Fragment: Op dit moment produceert het Franse biotechnologiebedrijf Genethon het nieuwe middel in grote hoeveelheden. Daarna volgen dierproeven om zeker te weten dat de therapie veilig is. Pas dan is het moment rijp om op mensen te gaan testen. Dat moet heel zorgvuldig gebeuren, want het toedienen kan maar één keer. Bosma: ‘Als je mensen een tweede keer zou inspuiten met dezelfde vector, zijn ze er immuun voor geworden en breekt hun afweersysteem hem af voor hij zijn genezende werk kan doen.’ Auteur: Liesbeth Jongkind, 1 april 2012.

https://www.amc.nl/web/Het-AMC/Afdelingen/Medische-afdelingen/Spoedeisende-Hulp/Spoedeisende-Hulp/In-het-AMC-Magazine/Gentherapie-dooft-het-licht.htm

Deze experimentele gentechproef mag niet plaatsvinden.

Allereerst zijn er ethische bezwaren: Kunt u dit, deze mensen, en hun familie, die hoop op verbetering koesteren, aandoen?

It is also meaningless, therefore to set up Ethical committees which do not question the basic scientific assumptions behind the practice of genetic engineering biotechnology . Bron: Genetic Engineering Dream or Nightmare, Dr. Mae Wan Ho. http://www.i-sis.org.uk/genet.php Mae-Wan Ho, B.Sc. (First Class) and Ph. D. Biochemistry, Hong Kong University, is best known for pioneering work on the physics of organisms and sustainable systems; also a critic of genetic engineering biotechnology and neo-Darwinism. She was Director and co-founder of the Institute of Science in Society, and Editor-in-Chief and Art Director of its trend-setting quarterly magazine Science in Society. She has received several awards and recognition for promoting scientific integrity and accountability.

De Gentechvrije Burgers vinden dat deze experimentele gentherapieproef niet mag plaatsvinden. Zijn wij als bezorgde burgers de aangewezen personen om te bewijzen dat deze proeven niet veilig zijn? Is dat niet de wereld op zijn kop? De aanvrager moet toch bewijzen, dat zijn proef veilig is! Er zijn volgens ons, echter te veel onzekerheden. Het blijft bij trial-and-error.

Natuurlijk moeten deze patiënten geholpen worden, maar: is gentherapie wel de aangewezen methode? Een mens is geen machine, waarvan je naar believen een onderdeel kunt vervangen. Genen bestaan in netwerken. Eén gen één eigenschap, een reductionistische opvatting en die is allang achterhaald. Bovendien is er veel proefdierenleed: het gebruik van o.a. apen neemt door gentherapie-onderzoek alleen maar toe.

Richard Strohman is an eminent scientist and former Chair of the Department of Molecular and Cell Biology at Berkeley who stated the problem this way:

When you insert a single gene into a plant or an animal, the technology will work you’ll get the desired characteristic. But you will also have produced changes in the cell or the organism as a whole that are unpredictable. Genes exist in networks, interactive net- works which have a logic of their own and the fact that the industry folks don’t deal with these networks is what makes their science incomplete and dangerous. We are in a crisis position where we know the weakness of the genetic concept, but we don’t know how to incorporate it into a new, more complete understanding . Bron: http://www.davidsuzuki.org/david/downloads/David_Suzuki_Biotech_essay.pdf

Zie ook Gene Therapy Oversold by Scientists Who Disregard Risks, bijlage 1.

http://www.i-sis.org.uk/gene_therapy.php

Hoogachtend,

Miep Bos, woordvoerster van De Gentechvrije Burgers (The European GMO-free Citizens). I.o. Stichting Ekopark, Lelystad, i.o. Mevr. Wieteke Moody – van Dort, Den Haag en alle andere Gentechvrije Burgers. Wij zijn een Europees Consumentenplatform. Met ondersteuning van Stichting Natuurwetmoeders, Almere.

Lelystad

info(a)gentechvrij.nl www.gentechvrij.nl

I.o. Stichting Ekopark

Theo Tromp, voorzitter

Maria Lieve, secretaris

Huib Poley, penningmeester

www.stichtingekopark.nl

I.o. Wieteke van Dort

Den Haag

Deze zienswijze/open brief is ook op termijn te vinden via www.gentechvrij.nl (vernieuwde website).

CC w.bijker(a)maastrichtuniversity.nl

De COGEM

Media

4 Bijlagen.

Bijlage 1.

Gene Therapy Oversold by Scientists Who Disregard Risks

Gene therapists are turning more and more to nature’s worst in a desperate bid to overcome the extensive failures. The US National Institutes of Health Report by a special panel in 1995 already deplored the lack of basic research and disregard of the risks involved, and expressed concern that scientists have been overselling gene therapy. Little seems to have changed since. Angela Ryan reports on the continuing fiasco of attempts to genetic engineer human beings.

Last month’s New Scientist reported the combination of two notorious killer viruses, HIV and Ebola [1], in an attempt to find an effective gene therapy vector for the treatment of cystic fibrosis. When this work was presented at a scientific meeting the audience laughed out loud.

Gene therapy is targeted at virtually every ill known to human beings, especially those inhabiting the first world, including pain relief, cosmetic hair replacement and muscle building. Massive investment has gone in but no clinical efficacy has ever been proven, despite anecdotal claims of success.

Last year in the US, gene therapy clinical trials ground to a halt amid scandalous reports of deaths and conflicts of interest [2]. The US National Institutes of Health (NIH) set up a special telephone hot line for victims that counted 652 cases of serious adverse events along with six unexplained deaths. Effects included high fevers, infections and severe changes in blood pressure, all of which went previously unreported to the NIH Recombinant DNA Advisory Committee (RAC). David Baltimore, Nobel laureate and president of Caltech, a gene therapy based biotech company, said ” I disagree we’ve had any benefit from gene therapy trials so far, many of us are now asking, what the hell are we doing putting these things into people?”

Sir David Weatherall, Professor at the Institute of Molecular Medicine, University of Oxford, told The UK Royal Society discussion meeting on Social Responsibility in Science [3] that “scientists have not made efforts to maintain an open and completely honest debate with the public about what they are doing. Part of the problem arose from over ambition or pressures to publish, to attract research funding”.

Misinformation has generated much hype in the media about the promises of gene therapy. One main problem identified by Weatherall is that , “many scientists working in the molecular sciences are not clinically trained, even though their work impinges more and more on human molecular pathology. They know a great deal about the technicalities of their field but nothing about the complexity of human beings and their diseases”. Scientists have over-exaggerated their work, for newspapers don’t like ‘ifs’ and ‘buts’.

The US Food and Drug Administration (FDA) and the NIH responded to widespread concern about risks, especially after the 1999 death of teenager Jesse Gelsinger in a phase I clinical trial. Many laboratories were shut down, public meetings were held, reviews and investigations commissioned and administrative changes have been put in place to deal with the crisis [4]. But the troubles run deep within the heartland of biomedical science, where the most important concern remains the issue of safety.

Gene therapy targets diseases based on the transfer of genetic material into an individual, rather than a drug. It uses genes as the therapeutic agent, and it is qualitatively very different from other forms of treatment. Despite the serious health risks involved, clinical trials have been underway since 1990. The recently released NIH 1995 report on gene therapy research documents a plethora of scientific and clinical risks associated with gene therapy [5], many of which have been highlighted independently in an I-SIS report [6].

There are major technical problems with all aspects of gene therapy [7]. Furthermore, few pre-clinical data have been published and toxicological evaluations are seldom found in the literature. The potential for generating new viruses, known as replication – competent viruses (RCV) needs to be thoroughly evaluated, particularly as genetically modified viruses are used in gene therapy. The spread of viral vectors to non-target tissues throughout the host is also a major safety concern. There is no way to predict the virulence or disease potential of recombinant viral vectors, and a case-by-case approach had to be applied. It has been shown, however, that viral vectors can induce toxic shock following administration [8].

The NIH expert panel found that all gene transfer vectors are ineffective and it is not understood how they interact with the host. Basic studies of disease pathology and physiology have not been done, which are critical for designing treatment. It is not possible to extrapolate from animal experiments to human studies. In the cases of cystic fibrosis, cancer and AIDS, animal models do not have the major manifestation of the disease in humans. Gene transfer frequency is extremely low and results of gene therapy protocols rely on qualitative rather that quantitative assessments of gene transfer and expression. There are no controls, and biochemical or disease endpoints are not defined.

The panel concluded “only a minority of clinical studies, illustrated by some gene marking experiments, have been designed to yield useful basic information” [as these at least track the fate of the genetic vector]. The report states that there is “concern at the overselling of results of laboratory and clinical studies by investigators and their sponsors, either academic, federal, or industrial, leading to the widespread perception that gene therapy is further developed and more successful that it actually is”.

In gene therapy, DNA is delivered, either by direct administration of viral vectors, or naked DNA, into the bloodstream or the tissues, or indirectly, through the introduction of cells that have first been genetically modified. In human studies, only somatic cells are the target of gene therapy, not germ cells (eggs and sperm), although germ line gene therapy is common practice in animals. Four main types of disease are targeted; single-gene inherited disorders, multi-factorial disorders, cancer and infectious diseases.

Single-gene inherited disorders occur infrequently in populations. They are chronic conditions associated with the loss of function in a gene and relevant protein. Such single gene disorders include sickle cell anemia, hemophilia, inherited immune deficiencies, hyper-cholesterolemia and cystic fibrosis. Gene therapy aims to replace the mutant gene with its normal counterpart. The NIH panel found major problems with access to relevant cell types as well as assessing the total fraction of cells in a tissue that need to be corrected. It may not be technically possible to achieve the right level of gene expression required for correction, nor regulating the expression of the gene after it is transferred.

Multi-factorial disorders, like coronary heart disease or diabetes, involve many genes, not to mention environmental factors. The aim of gene therapy is to reverse or retard disease processes at the cellular level. The NIH panel pointed out that it is “not known how specific gene products influence cellular physiology” and therefore only purely speculative strategies have been proposed and tested.

Last year, the American Heart Association (AHA) expert panel on clinical trials of gene therapy in coronary angiogenesis found gene therapy to be unsatisfactory, especially in comparison to conventional treatments, and expressed concerns over safety [9].

Gene therapy for coronary angiogenesis involves the delivery of growth factor genes into the heart to stimulate blood vessels to grow. But the Heart Association stated “no process-specific stimuli or growth factor has ever been identified”, and “re-growth of blood vessels is a complex process that involves multiple levels of stimulators, inhibitors and modulators”. Therefore, for a single growth factor to work, “an entire self-propagating cascade or proliferative, migratory, chemotactic and imflammatory processes must be initiated”. They leveled strong criticism to suggest that gene therapists aren’t even using the right genes.

The Heart Association is also concerned over the mode of delivery and the ‘optimal dose schedule’, which they said “is unknown”. Gene therapy is very variable in the levels of the proteins produced and the duration of expression. They cite one study in which earlier-generation adenovirus vectors persisted and caused dysregulation of a number of host genes. They state that “preclinical and clinical studies should be preceded by tissue distribution studies to define the myocardial uptake and retention or expression of growth factors” (author’s emphasis).

Gene therapy vectors cause immune responses, which in turn cause inflammation and transgene silencing. Attempts to make vectors safer and more efficient result in longer-term transgene expression and the American Heart Association expressed concern about deleterious effects due to prolonged growth stimulation. They are also concerned about cancer, a known risk with all gene therapy protocols due to random insertion of transgenes into the cell’s genome. The report states quite categorically “the necessary extent of cancer screening has not ever been defined”.

The NIH panel pointed out that in many cancers, the cancer-causing gene is dominant and transferring a normal copy has no impact. The number of cells within a tumor is large, and the technology will only transfer genes to a subset of cells within a tumor mass. Furthermore, the mutation rate in cancer cells is very high, so the introduced gene itself may become mutated,

its function inactivated, giving rise to more cancer cells. Finally, the complication of migrating cancer cells means the transfer of DNA is “not a feasible strategy”.

More indirect gene therapy approaches have been considered for cancer, including the transfer of genes for cytokines or other immune modulatory factors, either outside or inside the body of the patient. This approach attempts to stimulate immune recognition not only of tumors but also cancer cells that have spread. Some of these strategies have shown promise in mouse models but none have demonstrated efficacy in humans.

A number of chronic infectious diseases have been targeted by gene therapy, HIV being the best studied. Efforts have focused in two areas; post-exposure vaccination and attempts to express genes in target cells that render HIV unable to infect or replicate. Other products have been developed and tested, including mutant proteins that inhibit virus replication, antisense RNA that blocks translation of HIV genes, ribozymes that break down HIV RNA, ‘decoy’ RNA that competes for binding of viral proteins and antibodies that prevent key HIV enzymes from functioning. All these strategies and more have been attempted, without success.

Naked DNA vaccines for HIV contain single HIV genes or combinations of HIV-1 early regulatory genes. Such HIV derived genes may recombine with other retroviral sequences, generating new strains. Viral sequences also integrate into the host genome, causing genetic damage [10].

Three main types of gene transfer vector systems are in use: DNA vectors (either naked or complexed with proteins or other molecules, RNA viruses (retroviruses), and DNA viruses (adenovirus, adenoassociated virus [AAV], herpesvirus, and poxvirus). However, none of the available vector systems are satisfactory.

The NIH report stated “the perceived advantages of each system have not been experimentally validated”, and “the efficient introduction of these vectors into cells is likely to be a formidable obstacle to their use.”

Retroviral vectors are used extensively, as the basic biology of retroviruses is the best understood of the vector systems. But they are very expensive and complicated to prepare and validate, often having a low titer and limited insert size. Gene transfer is limited to dividing cells and expression is difficult to control and stabilize. They insert randomly in the host chromosome, which causes genetic damage and means the introduced gene does not express in the same way as it would in a normal, healthy cell. They can also lead to the creation of new viruses [11]

Adenoviral vectors have been used in about 25% of active gene therapy trials. They contain many viral genes and have been shown to be highly immunogenic. They can enter most cell types, although the factors controlling this are poorly understood. They generate RCVs by recombination and cause genetic damage by random integration into the host genome. Patients with previous infection of natural adenovirus will mount immune responses to these vectors.

Teenager Jesse Gelsinger died three days after receiving a dose of adenoviral vectors. Within the first day, tests showed he had suffered liver injury and inappropriate blood coagulation. On the third day he had trouble breathing and his vital organs began to fail. He was taken off life support on the fourth day. The autopsy revealed further abnormalities. The researchers had concentrated the vector in the liver, infusing it directly through a catheter. But significant amounts of vector were found in the spleen, lymph nodes, bone marrow and other tissues and when analyzed, duplicate sequences not engineered in the original were discovered, revealing vector recombination [12].

Since the damning NIH clinical report was published in 1995, more problems have come to light. Large-scale production of pharmaceutical-grade gene therapy vectors remains a major stumbling block to commercialization [13]. In retroviral vectors, packaging cells contain large numbers of endogenous retroviral sequences that can participate in recombination events and form new viral strains. Gene therapists try circumventing this hazard by removing as many homologous viral sequences as they can from the vector. However, it has been demonstrated that sequence homology is not necessary for viral recombination [14].

Immune-toxicity also continues to hamper progress and as vectors become more complicated in terms of construction and more chimerical in terms of origin, this problem becomes more acute. Using more than one type of vector and or having a high dose of vector particles has been ruled out as it poses a risk to health from insertion mutagenesis [15]. Ex-vivo gene therapy holds the greatest potential. Restoration of the common g-chain expression in X-SCID children in France was the first recorded case of a therapeutic effect, although the therapeutically efficient gene transfer and expression in human targeted cells has yet to be proven [16].

Hybrid vectors are now commonplace in gene therapy, combining elements of one viral system with another. Adenovirus-associated virus have been incorporated into herpes simplex vectors, moloney murine leukemia virus (MoMLV) has been incorporated into herpes simplex type 1 vectors and elements from adenovirus and retroviruses have been combined extensively. Retrotransposons or jumping genes are also employed in various ways, along with a whole host of other genetic fragments of diverse origin, including HIV and Ebola [17].

Viral coat proteins are also being used to help improve the uptake of viral vectors, this is known as pseudotyping. Retroviruses pseudotyped fuse with cells and do not use their normal receptors to gain entry into cells. They have a much broader host range than wildtype viruses and some are capable of infecting all organisms, showing no restriction for species infectivity [18]. Such viral particles are potentially very dangerous and should not be released from contained use conditions. They may recombine with wild viruses and relays of horizontal gene transfer events could bring about the creation of a new viral zoonosis, causing a world pandemic.

Constructing novel vectors with multiple modifications to various elements of the vector, has an additive, deleterious effect on stability: the more mosaic the vector the more unstable it is. One approach has been to use the P1 phage site-specific recombinase, cre/lox system, to remove the sequences that cause instability [19]. But this presents another risk to health, as there are many pseudo lox sites in the mammalian genome and use of the cre recombinase alone has been shown to cause large scale genomic rearrangements or scrambling in mouse studies [20].

Other groups are using different combinations of promoter/enhancer elements that exhibit cell type specific gene expression, but little has been achieved in terms of targeting the vector to specific regions of chromosomes.

The risk of inappropriate integration into the host genome that may trigger diseases such as cancer remains a central safety issue along with the creation of new types of virus.

The effect and influence of cloned hybrid genetic vectors on the function and safety of the vector, the transduced cell, the immune system and the transgenic organism as a whole is largely unknown, and requires careful long term studies.

‘Gene therapy’ has been wildly premature. All the indications suggest this so called ‘therapy’ may be worse than ‘disease’. Many scientists have pointed out that ‘complexity’ is the watchword in disease genetics [21]. Even the apparent simplicity of single-gene disorders is clouded by the specter of modifier genes that can influence disease susceptibility, severity or progression. Genetic determinism is dead [22]. Much careful work is required to tease apart the complexities of the range of factors that influence normal gene expression.

Article first published 17/05/01

http://www.i-sis.org.uk/gene_therapy.php

Bijlage 2:

Critici

Donella Meadows:

How it happened that we don’t regulate biotech . Next time you hear a scientist asserting that gene splicing is safe, remind yourself that there is no scientific evidence for that statement. We are profoundly ignorant about what we are doing to the code that generates all life. And unfortunately some scientists, including those entrusted with public safety, are willing to lie”. http://www.psrast.org/biotechist.htm (Bijlage 2).

Dr. S. Druker:

The biotechnology industry-as irresponsible as they have been by and large-the main guilt lays at the feet of the mainstream molecular biology establishment; the scientists who were doing the research, getting the grants, and wanting to develop this technology. Most of them had altruistic goals. They thought this was going to be used to cure so many ills in the field of medicine… I think they eventually developed an ‘end justifies the means’ psychology. http://articles.mercola.com/sites/articles/archive/2015/03/08/altered-genes-twisted-truth- gmo.aspx?e_cid=20150308Z2_SNL_NB_art_1&utm_source=snl&utm_medium=email&utm_content=art1&utm_campaign=20150308Z2_SNL_NB&et_cid=DM69538&et_rid=868008510%20

De bekende Canadese geneticus David Suzuki:

“There is absolutely no reason to suppose that biologists know enough to anticipate the ecological and health ramifications of a revolutionary technology such as genetic engineering. Governments must resist the economic pressures and show leadership and concern for the long-term health of people and nature. And scientists involved in this exciting area should learn from history and welcome free and open discussion about ecological, health and social implications of their work.” http://www.davidsuzuki.org/david/downloads/David_Suzuki_Biotech_essay.pdf

Fragment: Gene therapy clinical trials ground to a halt amid scandalous reports of deaths and conflicts of interest [2]. 2001: Last year in the US , gene therapy clinical trials ground to a halt amid scandalous reports of deaths and conflicts of interest [2]. The US National Institutes of Health (NIH) set up a special telephone hot line for victims that counted 652 cases of serious adverse events along with six unexplained deaths. Effects included high fevers, infections and severe changes in blood pressure, all of which went previously unreported to the NIH Recombinant DNA Advisory Committee (RAC). David Baltimore, Nobel laureate and president of Caltech, a gene therapy based biotech company, said ” I disagree we’ve had any benefit from gene therapy trials so far, many of us are now asking, what the hell are we doing putting these things into people?”

Julie Grisham, Inquiry in gene therapy widens, Nature Biotech, Vol 18, March 2000, p 254 & Gene Research Moves Towards Secrecy, By D. Nelson & R. Weiss, Washington Post, Nov 3,199 p A1 & Gene therapy safety issues come to fore, Jeffrey L Fox (1999) Nature Biotechnology Vol 17, p 1153

http://www.i-sis.org.uk/gene_therapy.php

Bijlage 3.

Onze bezwaren tegen GMO’s:

  1. Bij genetische manipulatie gaat het om een pseudowetenschap.
  2. Het milieu, het (riool- en grond)water, de bodem en de lucht kunnen zwaar verontreinigd worden als de gentech organismen ontsnappen of doelbewust losgelaten worden.
  3. Wanneer men genetisch gemanipuleerde organismen eenmaal in het milieu heeft losgelaten, dan is het niet meer mogelijk deze beslissing terug te draaien. De in het milieu gebrachte gentech organismen kunnen een gevaar opleveren voor de gezondheid van het milieu, van de mens, het dier en de plant. Het is mogelijk dat GMO’s mede verband houden met Agrobacterium & Morgellons Disease. Vooral laboranten en boeren moeten beducht zijn voor besmetting.
  4. Over een langere tijd kunnen in het oneindig complexe ecosysteem veranderingen optreden, waarvan de aard en omvang met de huidige stand van de wetenschap onmogelijk is te overzien.
  5. Genetische vervuiling is potentieel vervuiling die zichzelf vermenigvuldigt.
  6. Dit kan de kwaliteit van het leven van alle toekomstige generaties van alle levensvormen in het gedrang brengen.
  7. In deze situatie is er maar één zinnige beslissing mogelijk: geen genetische manipulatie! In plaats daarvan moeten reeds bestaande natuurlijke technologieën op grond van een ruimer inzicht in de werkelijkheid onderzocht en aangewend worden, en waar nodig moeten zij ontwikkeld worden.

Bijlage 4.

Laatste nieuws:

2 augustus 2017.

Monsanto betrokken bij intrekking studie.

Monsanto speelde een grote rol bij de intrekking van een geruchtmakende studie betreffende Roundup, tonen nieuwe e-mails.

Uit openbaar gemaakte e-mails blijkt nu dat ongewenste publicaties door medewerkers van Monsanto werden bekritiseerd zoals de studies van prof. Séralini.

https://www.oneworld.nl/food/eten-bedrijf/monsanto-betrokken-bij-intrekking-geruchtmakende-studie-over-roundup-tonen-net?utm_content=bufferdba07&utm_medium=social&utm_source=twitter&utm_campaign=buffer

Wij vinden dat de COGEM haar standpunt in dezen en in andere voorbeelden zal moeten herzien. (Zie “Gentechdebat op scherp, b.v. blz. 82 e.v.).

Aanvulling op zienswijze en open brief van 18 mei 2015 tegen o.a. kenmerk GGO IM-MV 14-006.


Afbeelding logo De Gentechvrije Burgers.
Driedimensionale afbeelding van het logo van De Gentechvrije Burgers.

AANTEKENEN

 

Staatssecretaris van IenM, mevrouw W. J. Mansveld

T.a.v. RIVM/VSP/Bureau GGO

Postbus 1

3720 BA Bilthoven

Lelystad, 21 mei 2015.

 

Geachte mevrouw Mansveld,

Aanvulling op zienswijze en open brief van 18 mei 2015 tegen de volgende vergunningaanvragen:

Vergunningsaanvragen

Op 12 november 2014, 8 december 2014, 16 december 2014 en 22 december 2014 heeft het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (hierna: IenM) van respectievelijk het Academisch Ziekenhuis bij de Universiteit van Amsterdam (AMC), te Amsterdam, het Universitair Medisch Centrum Utrecht, te Utrecht, het Universitair Medisch Centrum Groningen, te Groningen en de Stichting International Federation of Medical Students’ Associations Rotterdam, te Rotterdam, vergunningaanvragen op grond van het Besluit genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer (hierna: Besluit ggo) ontvangen voor introductie in het milieu van genetisch gemodificeerde organismen. De aanvragen zijn geregistreerd met de kenmerken GGO IM-MV 14-006, GGO IM-MV 14-007, GGO IM-MV 14-008 en GGO IM-MV 15-001. De aanvragen betreffen klinische studies in patiënten met hemofilie B. In de studies wordt gebruik gemaakt van een replicatiedeficiënt genetisch gemodificeerd adenovirus-geassocieerd virus, waarin een sequentie is ingebracht die codeert voor het humane factor IX eiwit. Het doel van de studies is om de stabiele expressie van het factor IX eiwit te herstellen en de bloedingsverschijnselen en de kwaliteit van leven van de patiënten te verbeteren. De werkzaamheden zijn voorgenomen plaats te vinden in de gemeenten Amsterdam, Utrecht, Groningen en Rotterdam.

Op grond van het Besluit ggo dient de Staatssecretaris van IenM op deze aanvraag te beslissen .

Advertentie Volkskrant van 06-05-2015.

Gentechproeven, die ook gebruik maken met een AAV5 of van AAV1 hebben gefaald:

Pas is gebleken dat er een andere gentherapie is “suspended”.

*Celladon Reports Negative Results for CUPID2 Trial of MYDICAR(R) in Advanced Heart Failure – cardiovascular gene therapy agent MYDICAR® ( AAV1 /SERCA2a)

Wij schreven daartegen tevens een zienswijze vanwege ontwerpbeschikkingen betreffende GGO IM-MV 12-004, GGO IM-MV 12-005, GGO IM-MV 12-006 en GGO IM-MV 13-002, en GGO IM-MV 12-008. De drie eerste Introducties van GGO’s in het Milieu zouden in drie Nederlandse ziekenhuizen uitgevoerd worden als medische gentechproef bij mensen met hartfalen, om een medicijn, “ MYDICAR(r)” te testen, zodat het op de Europese markt kan worden toegelaten. Dit gebeurt in meerdere landen van de EU. De twee laatst genoemde proeven gaan om 1. Proeven met mannen die prostaatkanker hebben en 2. Proeven met patiënten die lijden aan een plaveiselcelcarcinoom veroorzaakt door het humaan papilloma virus (HPV). Er deden 5 ziekenhuizen mee . De proef is “suspended”.

http://globenewswire.com/news-release/2015/04/26/728336/10130767/en/Celladon-Reports-Negative-Results-for-CUPID2-Trial-of-MYDICAR-R-in-Advanced-Heart-Failure.html#sthash.MCnxDfho.dpuf

Evidence for the Failure of Adeno-associated Virus Serotype 5 to Package a Viral Genome =8.2 kb

Yi Lai 1 , Yongping Yue 1 and Dongsheng Duan 1 http://www.nature.com/mt/journal/v18/n1/full/mt2009256a.html

Transient and intensive pharmacological immunosuppression fails to improve AAV-based liver gene transfer in non-human primates.

Carmen Unzu 1 , Sandra Hervás-Stubbs 1 , Ana Sampedro 1 , Itsaso Mauleón 1 , Uxua Mancheño 1 , Carlos Alfaro 1 , Rafael Enríquez de Salamanca 2 , Alberto Benito 3 , Stuart G Beattie 4 , Harald Petry 4 , Jesús Prieto 1 5 , Ignacio Melero 1 6 *† and Antonio Fontanellas 1 http://www.translational-medicine.com/content/pdf/1479-5876-10-122.pdf

SPK-RPE65 , is being studied as a treatment of rare blinding conditions, is falling in early trading after the New England Journal of Medicine published a study from the University of Pennsylvania that found gene therapy that previously helped restore sight in patients with LCA, a rare form of childhood blindness, peaked one to three years after treatment and then diminished.

http://www.thestreet.com/story/13136659/1/spark-therapeutics-drops-after-rival-blindness-therapy-effectiveness-declines.html

Spark’s SPK-RPE65 is also an AAV vector, although it delivers the RPE65 gene that is aberrant or non-functioning in Leber’s congenital amaurosis, and the company’s phase III trial is likely to have similar interpretational problems. This is being conducted in 28 infants- the disease is usually diagnosed shortly after birth- and has an age- and baseline-matched non-intervention control. Furthermore, the primary endpoint, which will be measured at one year, is a score based on these young childrens’ ability to negotiate an obstacle course.

http://seekingalpha.com/article/3129496-gene-therapy-investors-should-keep-eye-out-for-ophthalmic-data

Wij dringen er bij u op aan, deze proef niet door te laten gaan, zeker met het oog op bovenstaande teleurstellende uitkomsten. Het hards zijn toch de patiënten getroffen, die met hoge verwachtingen meededen aan de proeven.

Verder sturen wij u nog meer handtekeningen op tegen deze aanvraag.

Hoogachtend,

Miep Bos, woordvoerster van De Gentechvrije Burgers (The European GMO-free Citizens). Namens Stichting Ekopark, Lelystad, Mevr. Wieteke Moody – van Dort, Den Haag en alle andere Gentechvrije Burgers. Wij zijn een Europees Consumentenplatform. Met ondersteuning van Stichting Natuurwetmoeders, Almere.

Lelystad

info@gentechvrij.nl
www.gentechvrij.nl

Deze zienswijze/open brief is ook te vinden via deze link.

Bijlage 1. Handtekeningen.

CC Media, Politiek.

Einde 1ste aanvulling zienswijze.


Staatssecretaris van IenM, mevrouw W. J. Mansveld

T.a.v. RIVM/VSP/Bureau GGO

Postbus 1

3720 BA Bilthoven

Lelystad, 29 mei 2015.

 

Geachte mevrouw Mansveld,

Tweede aanvulling en open brief op zienswijze en open brief van 18 mei 2015 tegen de volgende vergunningaanvragen:

Vergunningsaanvragen

Op 12 november 2014, 8 december 2014, 16 december 2014 en 22 december 2014 heeft het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (hierna: IenM) van respectievelijk het Academisch Ziekenhuis bij de Universiteit van Amsterdam (AMC), te Amsterdam, het Universitair Medisch Centrum Utrecht, te Utrecht, het Universitair Medisch Centrum Groningen, te Groningen en de Stichting International Federation of Medical Students’ Associations Rotterdam, te Rotterdam, vergunningaanvragen op grond van het Besluit genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer (hierna: Besluit ggo) ontvangen voor introductie in het milieu van genetisch gemodificeerde organismen. De aanvragen zijn geregistreerd met de kenmerken GGO IM-MV 14-006, GGO IM-MV 14-007, GGO IM-MV 14-008 en GGO IM-MV 15-001. De aanvragen betreffen klinische studies in patiënten met hemofilie B. In de studies wordt gebruik gemaakt van een replicatiedeficiënt genetisch gemodificeerd adenovirus-geassocieerd virus, waarin een sequentie is ingebracht die codeert voor het humane factor IX eiwit. Het doel van de studies is om de stabiele expressie van het factor IX eiwit te herstellen en de bloedingsverschijnselen en de kwaliteit van leven van de patiënten te verbeteren. De werkzaamheden zijn voorgenomen plaats te vinden in de gemeenten Amsterdam, Utrecht, Groningen en Rotterdam.

Op grond van het Besluit ggo dient de Staatssecretaris van IenM op deze aanvraag te beslissen .

Advertentie Volkskrant van 06-05-2015.

Misleiding

Deze bovenstaande advertentie en de door u gepubliceerde daarbij behorende ontwerpbeschikking met kenmerk GGO IM-MV 15-001 blijken misleidend te zijn.

U schrijft dat de Stichting International Federation of Medical Students’ Associations Rotterdam, te Rotterdam, kenmerk GGO IM-MV 15-001, een vergunningaanvraag heeft ingediend.

Dit blijkt niet juist te zijn.

In uw ontwerpbeschikking staat o.a.:

I. Aan de Stichting International Federation of Medical Students’ Associations Rotterdam te Rotterdam een vergunning te verlenen als bedoeld in artikel 23 van het Besluit genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer.

Zij hebben ons medegedeeld dat zij geen vergunningaanvraag hebben ingediend.

U kunt geen vergunning verlenen aan een partij, die geen vergunning heeft aangevraagd.

Bovendien: volgens ons mag een advertentie van de Overheid niet misleidend zijn. Wij verzoeken u dan ook een rectificatie te plaatsen in de media, waarin de advertentie eerder is verschenen en de ontwerpbeschikking met kenmerk GGO IM-MV 15-001 te laten vervallen.

Wij dringen er bij u nogmaals op aan, deze proef niet door te laten gaan, zeker met het oog op eerdere teleurstellende uitkomsten van soortgelijke proeven. Het hards zullen toch de patiënten worden getroffen, die met hoge verwachtingen mee zullen doen aan de proeven.

Hoogachtend,

Miep Bos, woordvoerster van De Gentechvrije Burgers (The European GMO-free Citizens). Namens Stichting Ekopark, Lelystad, Mevr. Wieteke Moody – van Dort, Den Haag en alle andere Gentechvrije Burgers. Wij zijn een Europees Consumentenplatform. Met ondersteuning van Stichting Natuurwetmoeders, Almere.

Lelystad

info@gentechvrij.nl
www.gentechvrij.nl

Deze zienswijze/open brief is ook te vinden via www.gentechvrij.nl/bz2.html

CC Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken Afd. ABJZ, Mr. drs. J.P.J. Geurts.

Media, Politiek.

Einde 2de aanvulling.


Persbericht


Zienswijze tegen nummer C/NL/04/02-001, gg anjers.

Anjer omg gmo Miep Bos 2015

Geachte Mw. Bos,

In afwezigheid van mw, De K. kan ik u als volgt berichten.

Het beoordelingsrapport dat is opgesteld naar aanleiding van de aanvraag van Suntory Flowers Limited is bij de Europese Commissie ingeschreven onder nummer C/NL/04/02-001. De aanvraag, het beoordelingsrapport en bijbehorende stukken liggen vanaf 19 augustus 2016 op werkdagen ter inzage bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, RIVM/VSP/Bureau GGO, Antonie van Leeuwenhoeklaan 9, Postbus 1, 3720 BA Bilthoven.

De Europese Commissie heeft om onduidelijke redenen het beoordelingsrapport nog niet op de EU-website geplaatst voor consultatie terwijl dat al wel had gemoeten. Ons is niettemin gebleken dat uw commentaren al wel zijn ontvangen door de Europese Commissie. Op dit moment is niet duidelijk wanneer de Commissie de publieke consultatie start. Op dit moment kan ik u slechts adviseren om de consultatiewebsite goed in de gaten te houden totdat daar de consultatie over dit dossier zal verschijnen.

Met vriendelijke groet,

JK K

……………………………………………………………… Directie Veiligheid en Risico’s Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Plesmanweg 1-6 | Den Haag Postbus 30945| 2500 GX | Den Haag

…………………………………………………………….

Van: Gentechvrij (Miep Bos) [mailto:miep(a)gentechvrij.nl] Verzonden: zaterdag 15 oktober 2016 16:03 Aan: Kwisthout, J.K.B.H. (Jan-Karel) – DGMI Onderwerp: Fw: hernieuwingsaanvraag

From: Gentechvrij (Miep Bos)

Sent: Saturday, October 15, 2016 3:49 PM

To:

Subject: hernieuwingsaanvraag

Geachte mevrouw de K.,

Volgens de bekendmaking in de database van het ministerie kunnen we via een email van de EC reageren op een hernieuwingsaanvraag van een gentech anjer Moonlite genaamd.

Maar volgens ons kan men op het ogenblik helemaal niet reageren op deze gentech anjer Moonlite dat kan volgens ons pas over een jaar.

Zie de officiële website van de EU:

Public consultations on GM food & feed authorisation applications:

http://ec.europa.eu/food/plant/gmo/public_consultations/index_en.htm

Website bezocht op 15 10 2016

Database:

Aankondiging van een aanvraag tot hernieuwing van een toestemming voor het in de handel brengen van Genetisch Gemodificeerde Organismen

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (IenM) maakt bekend dat zij, conform artikel 17 van de Richtlijn 2001/18/EG inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen, een afschrift heeft verzonden aan de Europese Commissie van een aanvraag tot hernieuwing van een toestemming voor het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen. Het betreft een hernieuwingsaanvraag voor import, distributie en verkoop van genetisch gemodificeerde anjers met een gewijzigde bloemkleur.

De aanvraag is ingediend, door Suntory Flowers Limited (voorheen Florigene), gevestigd in Tokyo, Japan. De aanvraag is bij de Europese Commissie ingeschreven onder nummer C/NL/04/02-001. De aanvraag, het beoordelingsrapport en bijbehorende stukken liggen vanaf 19 augustus 2016 op werkdagen ter inzage bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, RIVM/VSP/Bureau GGO, Antonie van Leeuwenhoeklaan 9, Postbus 1, 3720 BA Bilthoven. De stukken kunnen daar ingezien worden van maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 16.00 uur na afspraak via telefoon of e- mail (030 274 2793, bggo@rivm.nl). De bezoeker dient zich met een geldig identiteitsbewijs te melden bij de receptie. De aanvraag, het beoordelingrapport en bijbehorende stukken zijn ook beschikbaar op de internetpagina http://www.ggo-vergunningverlening.nl.

Deze aankondiging betreft geen Nederlandse inspraakprocedure! Opmerkingen bij de hernieuwingsaanvraag kunnen per e-mail, gmoinfo-comments@jrc.ec.europa.eu, uitsluitend aan de Europese Commissie worden gericht.

Graag opheldering.

Vriendelijke groet, Miep Bos, woordvoerster van De Gentechvrije Burgers www.miepbos.nl www.gentechvrij.nl

Bezwaren 2014

Ministerie van IenM, hoorzitting gentech veulens Plesmanweg 2014

23 januari 2014

Betreft open brief en zienswijze op GGO IM-L 12-003

Wij sturen u een zienswijze en open brief vanwege:

Een vergunningaanvraag Gemeentemuseum Den Haag. Op 13 december 2012 heeft het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (hierna: IenM) van het Gemeentemuseum Den Haag te Den Haag een vergunningaanvraag op grond van het Besluit genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer (hierna: Besluit ggo) ontvangen voor introductie in het milieu van genetisch gemodificeerde organismen. De aanvraag is geregistreerd met het kenmerk GGO IM-L 12-003. De aanvraag heeft betrekking op een tentoonstelling van genetisch gemodificeerde cyanobacteriën (Synechococcus PCC 7002) en genetisch gemodificeerde zandraket planten (Arabidopsis thaliana) in een gesloten systeem. De tentoonstelling was voorgenomen plaats te vinden in de gemeente Den Haag vanaf 15 maart 2013 tot en met 1 september 2013. Advertentie

Fragment zienswijze en open brief van De Gentechvrije Burgers:

Men wil dus d.m.v. een expositie, waarbij het argeloze publiek zeebravis embryo’s met reeds ingeïnjecteerde gentechbacteriën van algen en gentech zandraketplanten d.m.v. licht en geluid kan beïnvloeden en zo, het beeld van GMO’s nuanceren”. Hier uit blijkt het echte doel: de tentoonstellingmakers willen gentech promoten. Dit fragment is overgenomen door de COGEM. blz. in Gentechdebat op scherp. Blz. 148 o.a.

Doch, bij ontsnapping van het GGO, door een ongeluk o.i.d., genereert het genetisch gemanipuleerde organisme tenslotte een genetisch gemodificeerd organisme, zoals dit met de genetische gemanipuleerde pollen in de honing ook is gebeurd. Ook mét een vergunning.

De kunstenaar, Adam Zaretsky, heeft al in 2012 een Errorarium opgesteld in de Hortus Botanicus in Leiden* en één die te vinden was op LLowlab,** het laboratoriumeiland van het Lowlands muziekfestival in Biddinghuizen, waar het werd gevuld met zebravis embryo’s die na aanmoediging door begeleiders door argeloze bezoekers met algen werden geïnjecteerd.

Nadat zij een aantal dagen oud waren, werden de zebravis embryo’s afgevoerd, omdat het experiment anders onder de wet op de dierproeven zou vallen.

Dit laatste geldt ook voor de zebravis embryo’s bij deze expositie. Alleen deze embryo’s zouden na het afvoeren, gedood worden. Dit op zich vinden we al onethisch, laat staan het genetisch manipuleren van de bacteriën en de zandraket planten op zich, die in het Gemeentemuseum te zien zouden zijn. Een onethisch speeltje voor kunstenaars en wetenschappers.


28 juni 2014

Bezwaar tegen een gentech veulenvaccin van Intervet (wijziging vergunning).

Kenmerk IM 09-004/03

BEZWAAR/open brief van 28 juni 2014,

Aanvulling 1 en open brief van 10 juli 2014,

Aanvulling 2 en open brief van 18 juli 2014.

Aanvulling 3. Email aan de heer van Slijpe).

Brief van ministerie van 14 augustus 2014. We konden tot 1 september 2014 ons bezwaar aanvullen.

Onze reactie daarop als aanvulling 4 en open brief van 26 augustus 2014. (Data en foto’s van de Gentechvrije Burgers en Stichting VoMiGEN, een overzicht van 1997-2014. Download-tijd 15 sec.)

Aanvulling 5 en open brief, zie deze site.

11 september 2014. Brief van ministerie vanwege hoorzitting op 30 sept. 2014.

15 september 2014 aanvulling 6 en open brief.


29 september 2014

Hoorzitting in het Ministerie van IenM Vanwege een gentech veulen vaccin.

Kenmerk IM 09-004/03

Pleitnota

Het gaat hier om de toestemming van het ministerie van IenM (Kenmerk IM 09-004/03) voor een aanvraag betreffende een wijziging van een gentech dierenvaccinproef (levend vaccin) bij veulentjes vanaf 2 dagen oud, die al eerder (ook in Duitsland, waar de proef wegens teleurstellende resultaten is gestopt, later is de proef ook gestopt in Ierland) geïntroduceerd is in het milieu (IM) tegen het live (levende) wildtype Rhodococcus equi van Intervet International uit Boxmeer. Het vaccin heet Equilis RhodE. De proeven zouden uitgevoerd worden in de gemeente Sint Anthonis (Stevensbeek om precies te zijn, dit werd echter in de advertentie en de Ontwerpbeschikking niet vermeld, ook bij IM 09-004 niet). fragment.

Rectificatie van pleitnota. Sommige jaartallen zijn of verkeerd of niet allemaal genoemd:

Het uitrijden van de mest van de gevaccineerde dieren mag volgens ons niet in de open lucht plaatsvinden, omdat het verzwakte GM-vaccin, zoals eerder geschreven, weer teruggevormd kan worden tot de oorspronkelijke bacterie of één, die nog virulenter is. Dat werd door Intervet in Duitsland en Ierland wel serieus genomen. Daar werd de mest en het stro na afloop verbrand. ( volgens SNIF’s) Allebei de proeven zijn daar gestopt. In Duitsland in 2013 én in 2014 en in Ierland in 2014. In Nederland zal de mest opnieuw uitgereden worden op een onbekende plaats. Moet dit in Nederland weer zo nodig doorgaan met weer een experiment met teleurstellende uitkomst? In 2013 waren er ook in Nederland geen gentechvaccinproeven op kleine veulentjes. Er werd niet aangegeven waarom niet. En in 2015 zijn er wel proeven?

19. August 2014, BUND: Risiken durch Gen-Impfstoff für Anwohner immer noch ungeklärt!

28. März 2014, BUND: Einziger Gentechnik-Freisetzungsversuch abgebrochen – mögliche Risiken, Ausbreitung und Langzeitwirkung sind ungeklärt! Die betroffene Klägerin, Frau Roeschke sagt zu ihrem weiteren Vorgehen: ” Ich lasse gerade durch meine Anwältin prüfen, ob Intervet trotzdem weitere Versuche plant. Denn die Firma verbreitete die Nachricht, dass sie ihren Impfstoff im Labor verbessern wolle.”

vom 5. März 2014: SVZ: Pharmafirma bricht Impfversuch an Fohlen ab.

Vertaald fragment:

Op 5 maart 2014 schrijft de Duitse krant  SVZ al:  De Hollandse chemiefirma Intervet heeft haar omstreden inentingproef op veulens in Europa´s grootste stoeterij afgebroken. “We hebben de eerste proef afgesloten, wij zijn met het resultaat niet tevreden” , zei de woordvoerster Sabine Schüller gisteren .

Ministerie van IenM, hoorzitting gentech veulens Plesmanweg 2014
Ministerie van IenM, hoorzitting gentech veulens Plesmanweg, 2014.

Erasmus ziekenhuis gentechproef prostaat 12-002
Diverse ziekenhuizen begonnen met gentechprostaatkankerproef.

22-07-2014
Zienswijze en bezwaar tegen de volgende vergunningsaanvragen.

Op 27 februari 2014, 19 maart 2014, 19 maart 2014 en 8 mei 2014 heeft het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (hierna: IenM) van respectievelijk de Stichting Het Nederlands Kanker Instituut – Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis, te Amsterdam, het Erasmus Universitair Medisch Centrum, te Rotterdam, het Academisch Ziekenhuis Maastricht, te Maastricht en de Stichting VU-VUmc, VU medisch centrum, te Amsterdam vergunningaanvragen op grond van het Besluit genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer (hierna: Besluit ggo) ontvangen voor introductie in het milieu van genetisch gemodificeerde organismen. De aanvragen zijn geregistreerd met de kenmerken GGO IM-MV 14-001, GGO IM-MV 14-002, GGO IM-MV 14-003 en GGO IM-MV 14-004. De aanvragen betreffen fase 3 klinische studies in mannen met prostaatkanker. In de studies wordt gebruik gemaakt van twee levend verzwakte virus vaccins, die zijn gebaseerd op vaccinstammen van respectievelijk het vacciniavirus en het fowlpox (vogelpokken) virus. Deze vaccins bevatten sequenties die coderen voor het prostaat-specifiek antigen (PSA) en drie immuun-costimulatoire eiwitten. Het doel van de studies is om in de proefpersonen afweerreacties te induceren en hierdoor de prostaatkankercellen te vernietigen. De werkzaamheden zijn voorgenomen plaats te vinden in de gemeenten Amsterdam, Rotterdam en Maastricht . Advertentietekst.Verslag van de werkzaamheden 12 december 2016.

Voortgangsreportages.

NKI-AVL

3.1 What were the results of the performed activities?
No results are available yet, since the trial is continuing in long term follow up phase worldwide. Two interim analyses took place during this reporting period. The DMC met by teleconference on 25 July 2016 and shared the following recommendation: Continue the trial without modification.

3.2 State the number of patients or test subjects that
were newly included during the report period; – had already been included, and that took part in the study this year; – can still be included in the future. • 1 patient was randomized in 2014. The randomized patient completed the trial in 2015 and is followed in Long Term Follow up. • No patients will be inciuded in the NKI-AVL in the future.

VU MC

3.1 What were the results of the performed activities?
Answer:
No results are available yet, since the trial is continuing in Long term follow up phase world wide. No interim analyses took place during this reporting period. The DMC met by teleconference on 11 May 2015 and shared the following recommendation: Continue the trial without modification.
3.2 State the number of patients or test subjects that
– were newly included during the report period;
– had already been included, and that took part in the study this year;
– can stil! be inciuded in the future.
Answer:
o Recruitment closed on 17 Dec 2014
o 4 patients were screened of which 3 patients were randomized in 2014, 1 patient screen failed. The 3 randomised patients completed the trial in 2015, one patient past away during Long Term Follow up, one patient is still followed in Long Term Follow up.
o No patients will be included in the future

Rotterdam

3.1  What were the results of the performed activities?

Answer:

No results are available yet, since the trial is continuing in Long term follow up phase worldwide. Two interim analyses took place during this reporting period. The DMC met by teleconference on 25 July 2016 and shared the following recommendation: Continue the trial without modification.

3.2  State the number of patients or test subjects that

  • –  were newly included during the report period;
  • –  had already been included, and that took part in the study this year;
  • –  can still be included in the future. Answer:

o  Recruitment closed on 17 Dec  2014.
o  2 patients were screened and randomized in 2014. Both patients completed the treatment period in 2015 and are followed in Long Term Follow up.

o No patients will be included in the future.

 Academisch Ziekenhuis Maastricht

RESULTS
3.1 What were the results of the performed activities?
Answer:
No results are available.
3.2 State the number of patients or test subjects that
– were newly included during the report period;
– had already been included, and that took part in the study this year;
– can still be included in the future.
Answer:
o in 2014 1 patient was screened, but failed. No patients were included
o No patients will be included in the future.

Dezelfde proef in België:

“Contactoverdracht van het op vaccinia gebaseerde pokkenvaccin is zeldzaam (Neff, 2002; CDC, 2004). Er werd geen secundaire contactoverdracht van recombinante pokkenvirussen, waaronder PROSTVAC-V en PROSTVAC-F gerapporteerd bij mensen. PROSTVAC-V en PROSTVAC-F zijn echter levende virussen en houden aldus een
risico van mogelijke overdracht in. Daarom moeten gezondheidswerkers die in rechtstreeks contact staan met besmet verbandmateriaal en ander geïnfecteerd materiaal van deelnemers aan klinische studies zich houden aan aangepaste maatregelen rond infectiecontrole.” Uit: INFORMATIE VOOR HET PUBLIEK.
BNIT-PRV-301: Een gerandomiseerd, dubbelblind, fase III-onderzoek naar de werkzaamheid van PROSTVAC-V/F ± GM-CSF bij mannen met asymptomatische of minimaal symptomatische, gemetastaseerde, castratie-resistente prostaatkanker. Europees aanmeldingsnummer B/BE/11/BVW2.

Kritiek

Bron: Kerrisdale Capital Management, LLC. Kritische geluiden over het gentech vaccin. Fragment uit de conclusie:

An abundance of scientific literature clearly shows that treatments like Prostvac have never worked, and Prostvac itself is an unusually ineffective agent even within the profoundly futile category of therapeutic cancer vaccines.


6 november 2014

Zienswijze, open brief en bezwaar van De Gentechvrije Burgers tegen een vergunning via WABO voor een inrichting voor het uitvoeren van algemene laboratorium- werkzaamheden en handelingen met gentech organismen op de Platinastraat 33 te Lelystad. Aanvraagnummer: 1433589.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad maken bekend dat zij in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voornemens zijn vergunning te verlenen:

Voor : een inrichting voor het uitvoeren van algemene laboratorium- werkzaamheden en handelingen met genetisch gemodificeerde organismen. 

Aanvrager: Prionics Lelystad BV.


Grote foto: Ministerie van IenM Plesmanweg, Den Haag, 2014. Foto: Miep Bos.